• Hoofdleiding 30 A, steekzekering
• Motor 20 A, steekzekering
• Open zekeringhouder voor extra zekering (niet
meegeleverd)
1. De zekeringen bevinden zich op de rechterconsole
naast de stoel (Figuur 50).
2. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering
omhoog.
3. Monteer een nieuwe zekering (Figuur 50).
Figuur 50
1. 30 A
2. 25 A
G010340
1
2
3
G011396
3. Open zekeringhouder
(maximaal 15 A)
4. Zekeringhouder
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke
bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het
ventiel (Figuur 51). De bandenspanning kan het best bij
koude banden worden gecontroleerd.
Achterbanden: 90 kPa (13 psi)
Voorwielen (zwenkwielen): 241 kPa (35 psi)
4
1. Ventiel
39
ren—Bandenspanning controleren.
Figuur 51