Samenvatting van Inhoud voor Toro TimeCutter ZS 4200
Pagina 1
Form No. 3381-450 Rev A TimeCutter ® ZS 4200 en 5000 zitmaaier Modelnr.: 74386—Serienr.: 314000001 en hoger Modelnr.: 74387—Serienr.: 314000001 en hoger *3381-450* A Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Engineers (SAE). Omdat bij de configuratie rekening is erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro. U gehouden met de veiligheids- en gebruiksvoorschriften, zal de dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer motor van dit type maaiers in de praktijk veel minder koppel van het product te vermelden.
• Draag geschikte kleding waaronder een veiligheidshelm, veiligheidsbril, lange broek, veiligheidsschoenen en Toro heeft deze maaier ontworpen voor en getest op veilig gehoorbescherming. gebruik. Als u zich echter niet houdt aan de volgende Belangrijk: Lang haar, losse kleding of sieraden instructies kan dit lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
• • Breng het maaidek niet omhoog als de maaimessen Vul de brandstofhouders niet binnen in een voertuig, op draaien. een vrachtwagen of op de laadbak van een aanhanger die voorzien is van een kunststofbekleding. Zet • Gebruik de machine niet als de afscherming van de aftakas brandstofhouders altijd op de grond en uit de buurt van of andere afschermingen niet goed op hun plaats zitten.
Opmerking: Deze kunnen de machine minder stabiel maken. Toro heeft deze maaimachine ontworpen voor het maaien en fijnmaken van gras of, indien uitgerust met een grasvanger • Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en geleidelijk voor het verzamelen van gemaaid gras.
Het geluidsniveau werd bepaald volgens de procedures in voorziet verminderen. EN 836. • Gebruik originele Toro onderdelen om uw investering te beschermen en de beste prestaties van uw Toro-machine Geluidsniveau te verzekeren. Om de betrouwbaarheid te verzekeren levert Toro reserve-onderdelen die volledig voldoen aan Deze machine heeft een geluidsniveau van 105 dBA met een de technische specificaties van onze machines.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen.
Merkteken van fabrikant 105-7015 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Voor modellen met 107 cm maaidek Toro-maaimachine is. 106-8717 1. Lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerk- zaamheden uit te voeren. 2. Controleer de bandenspanning om de 25 bedrijfsuren.
Pagina 10
112-9840 1. Lees de 3. Verwijder het sleuteltje Gebruikershandleiding. uit het contact en lees de instructies voordat u service- of onderhouds- werkzaamheden uitvoert. 2. Maaihoogte 114-1606 120-5469 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Zorg ervoor dat alle 1. Maaihoogte beschermplaten op hun plaats zitten.
Pagina 11
130-0780 1. Langzaam (licht maaien 2. Snel (maaien en en trekken) verplaatsen) 121-2989 1. Omloophendel, hendel in 2. Omloophendel, hendel in duwstand gebruikstand Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1. Explosiegevaar 6. Houd omstanders op veilige afstand van de 130-6877 accu.
Pagina 12
120-2239 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 5. Waarschuwing – Gebruik geen dubbele laadbruggen, gebruik een laadbrug uit één stuk voor het vervoeren van de machine. 2. Waarschuwing – Lees de instructies voordat u service- 6. Kans dat de wielen grip verliezen en de bestuurder de macht of onderhoudswerkzaamheden uitvoert;...
Pagina 13
121-0772 1. Snel 4. Choke 2. Continu snelheidsregeling 5. Aftakas, aftakasschakelaar 3. Langzaam...
Pagina 14
121-0773 1. Snel 4. Choke 2. Continu snelheidsregeling 5. Aftakas, aftakasschakelaar 3. Langzaam...
Algemeen overzicht van de machine G01491 Figuur 4 Model met maaidekken van 107 cm 1. Grasgeleider 4. Maaihoogtehendel 7. Voetsteun 10. Motor 2. Achteraandrijfwiel 5. Bestuurdersstoel 8. Dop van brandstoftank 11. Motorscherm 3. Rijhendels 9. Bedieningspaneel 12. Voorste zwenkwiel 6. Smart Speed™ hendel G014910 Figuur 5 Model met maaidekken van 127 cm...
Bedieningsorganen Rijhendels en parkeerstand. De rijhendels zijn snelheidsgevoelig en bedienen de Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen onafhankelijke wielmotoren. Als u een hendel naar voren in Figuur 4, Figuur 5, en Figuur 6 voordat u de motor start en of naar achteren beweegt, draait het wiel aan dezelfde kant de machine gebruikt.
Gebruiksaanwijzing wordt gezet, naar de bestuurder toe, wordt het maaidek opgeheven van de grond en als de hendel omlaag wordt gezet, van de bestuurder af, wordt het maaidek neergelaten. De Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de maaihoogte mag uitsluitend worden ingesteld als de machine linker- en rechterzijde van de machine.
Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de GEVAAR benzine toe. In bepaalde omstandigheden kan tijdens het Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als tanken statische elektriciteit worden ontladen deze met verse benzine wordt gemengd. Gebruik altijd waardoor vonken ontstaan die benzinedampen tot stabilizer/ conditioner om het risico van harsachtige ontbranding kunnen brengen.
GEVAAR Bij maaien op nat gras of een steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u de macht over de machine verliest. G014895 Wielen die over randen heen komen, kunnen tot gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan veroorzaken.
Werking van het veiligheidssysteem (interlock) WAARSCHUWING Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Figuur 14 Figuur 15 1. Bedieningspaneel 4. Continu snelheidsregeling 1. Bedieningspaneel 5. Lopen 2. Gashendel 5. Langzaam 2. Contactsleuteltje – 6. Start LOPEN-stand 3. Snel 6. Chokeknop 3. Contactsleuteltje – 7. Chokeknop START-stand 4. Uit 4. Draai het contactsleuteltje op START om de startmotor in werking te stellen (Figuur 15).
Veiligheidssysteem testen Controleer de werking van het veiligheidssysteem (interlock) telkens voordat u de machine in gebruik neemt. Als het veiligheidssysteem niet werkt zoals hieronder wordt beschreven, moet u het direct laten repareren door een erkende servicedealer. 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel, met de rijhendels in de parkeerstand en schakel de aftakas in.
Rijden Gebruik van het Smart Speed™ systeem U doet er goed aan om voor het gebruik van de machine te begrijpen wat maaien met nuldraaicirkel inhoudt. De De hendel van het Smart Speed™ systeem bevindt zich onder aandrijfwielen draaien onafhankelijk en worden aangedreven de bestuurdersstoel (Figuur 19) en geeft de bestuurder de door de hydraulische motoren die zich op elke as bevinden.
Om in een rechte lijn te rijden, moet u gelijke druk uitoefenen op beide rijhendels (Figuur 21). Om te draaien, vermindert u de druk op de rijhendel in de richting waarin u wilt draaien. Om te stoppen, zet u beide rijhendels in de neutraalstand.
Maaihoogte instellen De maaihoogte wordt bepaald met de hendel rechts van de bestuurdersstoel (Figuur 22). g019929 Figuur 23 1. Antiscalpeerrol 4. Bovenste gat – met het maaidek op een maaihoogte van 63 mm of lager. 5. Bout 2. Onderste gat – met het maaidek op een maaihoogte van 76 mm of hoger...
Bestuurdersstoel instellen Instellen van de rijhendels U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. De De hoogte instellen stand van de stoel moet zo zijn dat u de machine het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit. De rijhendels kunnen hoger of lager worden gesteld volgens de wensen van de bestuurder.
Omzetten in zij-uitworp (voor 2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand, schakel de motor uit, en wacht totdat alle bewegende delen tot modellen met 107 cm dek) stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat. Het maaidek en de maaimessen die worden geleverd met 3.
G005667 Figuur 30 1. Draaistang 3. De aanwezige dunne moer (3/8 inch) 2. Keerplaat (oorspronkelijk geleverd met de machine) 8. Trek het bevestigingsmiddel aan met 7 tot 9 Nm. 9. Laat de grasgeleider over de uitwerpopening zakken Belangrijk: Het maaidek moet zijn uitgerust met een scharnierende grasgeleider, die het maaisel Figuur 31 zijwaarts en omlaag naar het gazon afvoert als de...
4. Verwijder de 2 knoppen en de klemringen waarmee de WAARSCHUWING rechterplaat is bevestigd aan het maaidek (Figuur 32). Het maaidek kan voorwerpen uitwerpen uit niet-afgedichte openingen, waardoor u en anderen letsel kunnen oplopen. • Gebruik het maaidek nooit zonder dat alle openingen in de maaikast zijn afgedicht met bouten en moeren.
Meer afmaaien wordt afgeraden, indien dit nodig is. Als een mes beschadigd of versleten tenzij het gras dun is, of in de late herfst, wanneer het gras is, moet u dit onmiddellijk vervangen door een origineel langzamer groeit. TORO-mes.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 8 bedrijfsuren • Controleer het veiligheidssysteem (interlock). • Controleer het motoroliepeil. • Reinig het luchtinlaatrooster. Bij elk gebruik of dagelijks •...
Smering 4. Zet telkens een smeerpistool op een nippel (Figuur 35 en Figuur 36). 5. Spuit vet in de nippels totdat er nieuw vet bij de lagers De lagers smeren naar buiten komt. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Smeer alle smeerpunten. Type vet: nr.
Onderhoud motor 1. Klop het element voorzichtig tegen een vlak oppervlak om vuil en stof te verwijderen. 2. Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak Onderhoud van het luchtfilter of beschadiging van de afdichting. Belangrijk: Het papierfilter nooit reinigen Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een met te harde perslucht of vloeistoffen zoals onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de machine...
Pagina 34
markering, omdat de motor daardoor beschadigd kan Om de 100 bedrijfsuren—Motorolie verversen (vaker raken. in stoffige, vuile omstandigheden). 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, Opmerking: Geef de afgewerkte olie af bij een schakel de aftakas uit, zet de motor af, stel de inzamelcentrum.
G008796 Figuur 41 Motoroliefilter vervangen G008748 Figuur 42 Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter vervangen. (vaker in stoffige, vuile omstandigheden). Opmerking: Controleer of de pakking van het oliefilter contact maakt met de motor en draai nog 3/4 Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker slag extra vast.
Figuur 43 16 ft-lb 22 N-m Opmerking: Door de diepe uitsparing rond de bougie is doorblazen met perslucht gewoonlijk de meest effectieve manier om de holte te reinigen. De bougie is heel goed bereikbaar als de ventilatorbehuizing wordt verwijderd voor reinigingswerkzaamheden. G010687 Figuur 45 Bougie controleren...
Onderhoud brandstofsysteem GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. • Verricht onderhoudswerkzaamheden in verband met het brandstofsysteem als de motor koud is. Doe dit buiten op een open terrein.
Onderhoud elektrisch WAARSCHUWING systeem Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing WAARSCHUWING komen en lichamelijk letsel veroorzaken. CALIFORNIË • Maak altijd de minkabel (zwart) van de Proposition 65 Waarschuwing accu los voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
3. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de 3. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de omhoog (Figuur 49). oplaadkabels los van de accuklemmen (Figuur 48). Figuur 48 G014921 1.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu- ren—Bandenspanning controleren. Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke bandenspanning kan leiden tot onregelmatige maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het ventiel (Figuur 50). De bandenspanning kan het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Opmerking: De machine moet op een egaal oppervlak vervangen door een origineel TORO-mes. Om het slijpen en staan voor de volgende procedure. vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra messen 1.
(Figuur 56). altijd veilig kan worden gebruikt, moet u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen gebruiken. Gebruik ter Opmerking: De speling mag niet meer dan 3 mm vervanging nooit messen van andere fabrikanten omdat dit in bedragen.
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. 2. Monteer de mesversteviger, de klemring (holle kant naar het mes toe) en de mesbout (Figuur 57). 3. Draai de mesbout vast met 47 tot 88 Nm. Maaidek horizontaal stellen Controleer of het maaidek horizontaal staat telkens wanneer Figuur 57...
Pagina 44
Opmerking: Als de zijstelbout in de geborgde stand staat, moet u de bout en de zijborgmoer uit de geborgde stand halen en in de gleufstand zetten (Figuur 62). Opmerking: Als de bout al in de gleufstand staat, G009682 moet u de stelbout en de zijborgmoer niet verwijderen. G015323 Figuur 60 Maaidekken met 2 messen...
Stel de hoogte van het maaidek in naar wens. G009658 Figuur 65 Maaidekken met 2 messen 1. Messen in lengterichting G015325 2. Meet vanaf het uiteinde van het mes tot ht platte oppervlak Figuur 64 hier. 1. 6,4 mm 2. 3,2 mm 13.
G014634 Figuur 67 1. Stelstang 3. Borgmoer 2. Stelblok G014635 Figuur 68 7. Om de voorkant van het maaidek hoger te zetten, draait u de stelmoer vaster. 1. Voorste steunstang 3. Beugel van maaidek 2. Borgmoer 8. Om de voorkant van het maaidek lager te zetten, draait u de stelmoer losser.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere montage. Maaidek monteren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en schakel de aftakas uit. 2. Zet de rijhendels naar buiten in de parkeerstand, schakel de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
Onderhoud drijfriem van maaidek Riemen controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Alle riemen op slijtage en scheurtjes controleren. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang beschadigde riemen. Aandrijfriem van maaidek vervangen Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren tijdens het G014930 draaien van de riem, slippen van de messen tijdens het maaien, Figuur 71...
Reiniging 6. Gebruik een veerverwijderaar en plaats de spanpoelieveer terug op de maaidekhaak om spanning op de spanpoelie en de riem te zetten (Figuur 71 en Onderkant van maaimachine Figuur 72). wassen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik—Maaikast reinigen. Nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant van de machine telkens wassen om te voorkomen dat er zich gras verzamelt.
Stalling Opmerking: Als de maaimachine na één wasbeurt niet schoon is, moet u deze 30 minuten laten inweken. Herhaal daarna deze procedure. Reiniging en stalling 9. Laat de motor opnieuw één tot drie minuten lopen om het overtollig water te verwijderen. 1.
Pagina 51
Belangrijk: Benzine waaraan stabilizer/condi- tioner is toegevoegd, niet langer dan 30 dagen bewaren. 12. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand daarvan, zie Onderhoud van de bougie (bladz. 35). Nadat de bougie(s) uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening. Gebruik de startmotor om de motor te laten draaien en zo de olie over de cilinderwand te verspreiden.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De motor raakt oververhit. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het oliepeil in het carter is te laag. 2. Het carter bijvullen met olie. 3. De koelribben en luchtkanalen onder 3.
Pagina 53
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De maaihoogte is ongelijk. 1. Maaimes(sen) bot. 1. Mes(sen) slijpen. 2. Maaimes(sen) verbogen of niet in 2. Nieuwe maaimes(sen) monteren. balans. 3. Het maaidek staat niet horizontaal. 3. Maaidek horizontaal stellen en in de correcte schuinstand stellen. 4.
Pagina 55
De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer.
Pagina 56
Als u om enige reden geen contact met de verkoper kunt opnemen, de Toro GTS (Guaranteed to Start) motor niet start bij de eerste of de tweede kunt u een erkende Toro-dealer het product laten nakijken of repareren. Zie poging, op voorwaarde dat het routineonderhoud dat vereist wordt door de bijgevoegde lijst met dealers.