13 | Stuurautomaat gebruiken
Stuurautomaat inregelen
13.3
Stuurautomaat inregelen
1. In het taakmenu op
2. Met
het menu "Stuurinregeling" oproepen.
BELANGRIJK
Gevaar voor schade aan de machine!
Door hoge instelwaarden reageert de
stuurautomaat agressief. Daardoor kan
schade aan aangekoppelde werktuigen of
aan spuitbomen ontstaan.
Stel in eerste instantie waarden voor een
minder agressief stuurgedrag in.
Controleer het stuurgedrag.
Verhoog de waarde in kleine stappen.
Mogelijke instellingen:
Spoornauwkeurigheid: met de
1
spoornauwkeurigheid wordt ingesteld hoe
agressief de stuurautomaat het leidspoor volgt.
2
Naderingsnauwkeurigheid: met de
naderingsnauwkeurigheid wordt ingesteld hoe
agressief de stuurautomaat het leidspoor
instuurt.
3
Maximale stuurhoek: de maximale stuurhoek
geeft aan hoe ver de stuurautomaat de besturing
kan inslaan.
Afvlakradius voor curveleidsporen: de
4
afvlakradius voor curveleidsporen geeft aan, hoe
nauwkeurig de stuurautomaat curveleidsporen
volgt. Bij een lagere waarde wordt het
curveleidspoor nauwkeuriger gevolgd en blijven
de bochten scherp. Bij een hoge waarde wordt
het curveleidspoor minder nauwkeurig gevolgd
en bochten worden afgerond.
3. De instellingen bevestigen met
186
tikken.
.
CMS-T-000604-A.1
MG6027-NL-II | F.1 | 29.05.2020