10 | Velden beheren
Veldgrens aanmaken
3. Onder "Registratie offset" aangeven, aan welke
zijde van het werktuig de veldgrens wordt
geregistreerd.
Om de veldlijnmarge te vergroten of te
4.
verkleinen,
onder "Extra offset" een positieve of negatieve
waarde invoeren.
5. Onder "Registratie positie" de exacte positie
aangeven, waarop de veldgrens wordt
geregistreerd.
Om de veldlijnmarge voor of achter het voertuig
6.
te registreren,
onder "Extra offset voor" een positieve of
negatieve waarde invoeren.
7. Invoer bevestigen met
8. Naar de veldrand rijden.
9. Met
de veldgrensregistratie starten.
10. Veldlijnmarge afrijden.
TIP
Indien hindernissen het rijden aan de rand van de
veldlijnmarge hinderen of het voertuig moet
worden gekeerd, kan de veldgrensregistratie
worden onderbroken. Zodra de
veldgrensregistratie wordt voortgezet, wordt de
ontstane ruimte in de veldgrens automatisch met
een rechte lijn gevuld. Om de veldgrensregistratie
te onderbreken, zie pagina 143.
Zodra het uitgangspunt is bereikt,
11.
met
de veldgrensregistratie beëindigen.
De veldgrens wordt opgeslagen en aan het
gekozen veld toegekend.
12. Veldgrens bewerken, zie pagina 147.
142
.
CMS-I-002483
MG6027-NL-II | F.1 | 29.05.2020