11 | Leidsporen gebruiken
Begrenzingsbesturing gebruiken
VOORWAARDEN
Veld aangemaakt; zie pagina 139
Leidspoorpatroon voor adaptieve
curveleidsporen gekozen; zie pagina 158
1. In het taakmenu op
2. Taak starten.
3. Rij bewerken.
Het adaptieve curveleidspoor wordt
geregistreerd.
TIP
Het adaptieve curveleidspoor wordt pas getoond
zodra het voertuig naar de volgende rij gaat.
11.7
Begrenzingsbesturing gebruiken
Met de begrenzingsbesturing worden leidsporen
gecreëerd binnen de veldgrenzen resp. buiten de
uitgesloten zones.
TIP
Controleer de besturing langs de veldgrens, daar
bij GPS-storingen afwijkingen kunnen optreden.
166
tikken.
CMS-T-00001824-B.1
CMS-I-00001108
MG6027-NL-II | F.1 | 29.05.2020