CAMERAGEVOELIGHEID - ISO
Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, 64, 100, 200 en 400. De waarden
zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het getal,
des te gevoeliger is de film. De cameragevoeligheid wordt ingesteld in de basic sectie van het multi-
functionele opname-menu (blz. 50).
In de auto-stand past de camera de gevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tus-
sen 64 en 320. Is de flitser ingeschakeld terwijl de cameragevoeligheid in de auto-stand staat wordt
automatisch een waarde tussen ISO 64 en ISO 200 gekozen. Is er een andere dan de auto-stand geko-
zen, dan verschijnt "ISO" op het datascherm en verschijnen "ISO" en de ingestelde waarde in de moni-
tor.
Een verdubbeling van de ISO-waarde betekent een verdubbeling van de cameragevoeligheid. Neemt
bij film de korrel toe naarmate de film gevoeliger is, in de digitale beeldtechniek neemt de beeldruis toe.
Een ISO-instelling van 64 geeft zeer weinig ruis, en instelling op 400 de meeste. Bij ISO 400 is het
mogelijk bij weinig licht zonder flits uit de hand te fotograferen.
FLITSBEREIK EN CAMERAGEVOELIGHEID
Het flitsbereik wordt gemeten vanaf de CCD. Door de constructie van het optische systeem zijn de
bereiken in de groothoek- en telestand verschillend.
ISO-stand
AUTO
64
100
200
400
In de groothoekstand kan bij onderwerpen op minder dan 1 m vignettering (afscherming) optreden.
Onderin beeld (horizontale opname) kan een schaduwrand ontstaan.
62
MULTIFUNCTIONELE OPNAMESTAND
Flitsbereik (groothoek)
0,5 m ~ 3,5 m
0,5 m ~ 2,0 m
0,5 m ~ 2,5 m
0,5 m ~ 3,5 m
0,5 m ~ 5,0 m
Flitsbereik (tele)
0,9 m ~ 3,0 m
0,9 m ~ 1,7 m
0,9 m ~ 2,1 m
0,9 m ~ 3,0 m
0,9 m ~ 4,2 m