Met de scherpstelveld-selectie regelt u welk spot-scherpstelpunt actief is. Deze functie is goed te
gebruiken voor onderwerp buiten het beeldcentrum, of wanneer u zeer selectief wilt kunnen scherp-
stellen.
1
Is een spot-scherpstelpunt eenmaal geselecteerd, dan blijft het actief, ook als de opname al is
gemaakt., Uitsluitend wanneer er één scherpstepunt wordt weergegeven is het mogelijk de stuurknop
te gebruiken voor de zoom (blz. 24) of voor de belichtingscorrectie (blz. 52).
Wilt u een ander scherpstelpunt kiezen, druk dan midden op de stuurknop; nu zijn alle vijf de velden te
zien. Met de stuurknop kunt u nu het spot-scherpstelpunt kiezen. Het gekozen scherpstelpunt blijft
gehandhaafd wanneer de LCD-monitor is uitgeschakeld.
Druk op de stuurknop en houd hem ingedrukt om de spot-
scherpstelpunten zichtbaar te maken; het actieve veld is blauw.
Gebruik de vierwegtoetsenvan de stuurknop om het gewenste
scherpstelpunt te laten oplichten.
Druk de ontspanknop half in (1) of druk midden op de stuurknop (2)
om het scherpstelpunt te selecteren; de andere scherpstelpunten
verdwijnen.
2
53