Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

natus EMU40EX Gebruiks- En Onderhoudshandleiding pagina 54

Inhoudsopgave

Advertenties

EMU40EX™
Net als bij traditionele pulsoxymetrie meet de Masimo SET
te sturen en de veranderingen in de lichtabsorptie tijdens de pulscyclus te meten. Leds die rood en infrarood licht uitstralen in
oxymetriesensoren werken hierbij als lichtbronnen en een fotodiode werkt als de fotodetector.
Bij traditionele pulsoxymetrie wordt aangenomen dat alle pulsaties in het lichtabsorptiesignaal worden veroorzaakt door
oscillaties in het volume arterieel bloed. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de bloedstroom in de omgeving van de sensor
volledig door het capillaire bed voert en niet door eventuele arterioveneuze shunts. De traditionele pulsoxymeter berekent
de verhouding tussen pulsabsorptie (AC) en de gemiddelde absorptie (DC) bij de golflengten 660 nm en 905 nm:
S(660) = AC(660)/DC(660)
S(905) = AC(905)/DC(905)
Vervolgens berekent de oxymeter de verhouding tussen deze twee absorptiesignalen voor de arteriële pols:
R = S(660)/S(905)
De waarde van R wordt gebruikt om de verzadiging van SpO
geïntegreerd. De waarden in de opzoektabel zijn gebaseerd op onderzoeken met menselijk bloed met een CO-oxymeter in een
laboratorium bij gezonde volwassen vrijwilligers met geïnduceerde hypoxie.
De Masimo SET
-pulsoxymeter gaat ervan uit dat de arterioveneuze shunt zeer variabel is en dat de fluctuerende absorptie
®
door veneus bloed een belangrijk onderdeel van ruis tijdens de puls is. De Masimo SET
in een arterieel signaal plus een ruisonderdeel en berekent de verhouding tussen de arteriële signalen zonder de ruis:
S(660) = S1 + N1
S(905) = S2 + N2
R = S1/S2
Ook hierbij is R is de verhouding tussen twee absorptiesignalen voor de arteriële pols. De waarde ervan wordt gebruikt om de
verzadiging van SpO
te achterhalen aan de hand van een empirisch afgeleide vergelijking in de pulsoxymetersoftware. De
2
waarden in de empirisch afgeleide vergelijking zijn gebaseerd op onderzoeken met menselijk bloed met een CO-oxymeter in
een laboratorium bij gezonde volwassen vrijwilligers met geïnduceerde hypoxie.
De hierboven genoemde vergelijkingen worden gecombineerd en er wordt een ruisreferentie (N') vastgesteld:
N' = S(660) - S(905) x R
Als er geen ruis is, ofwel N' = 0, dan geldt S(660) = S(905) x R. Dit is hetzelfde als bij de traditionele pulsoxymeter.
De vergelijking voor de ruisreferentie is gebaseerd op de waarde van R, de waarde die wordt gezocht voor het vaststellen van
de SpO
-waarde. De pulsoxymetersoftware bladert door mogelijke R-waarden die overeenkomen met SpO
2
en 100% en genereert een N'-waarde voor elk van deze R-waarden. De S(660)- en S(905)-signalen worden met elke mogelijke
N'-ruisreferentie verwerkt door een adaptieve-correlatiecanceler (ACC), wat een uitgangsvermogen oplevert voor elke
mogelijke R-waarde (d.w.z. elke mogelijke SpO
grafiek (DST™) van het relatieve uitgangsvermogen versus mogelijke SpO
afbeelding waarin R overeenkomt met SpO
54
-pulsoxymeter SpO
®
op te zoeken in een opzoektabel die in de oxymetersoftware is
2
-waarde van 1% tot 100%). Het resultaat is een Discrete Saturation Transform-
2
= 97%:
2
Gebruiks- en onderhoudshandleiding
door rood en infrarood licht in een capillair bed
2
-pulsoxymeter ontbindt S(660) en S(905)
®
-waarden, zoals wordt weergegeven in de volgende
2
-waarden tussen 1%
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

023528

Inhoudsopgave