‐
De oprijplaten moeten op correcte wijze geplaatst en aan de structuur van het
laadvlak bevestigd zijn. Controleer of de bevestiging aan de
vrachtwagen/oplegger in orde is alvorens de oprijplaten te gebruiken.
‐
Het hoogste punt van de oprijplaten moet coplanair zijn met het laadvlak.
Bij de passage van de wagen, van de oprijplaten naar het laadoppervlak, mag
geen verschil aanwezig zijn.
‐
Verbreed de onderwagen van de minidumper alvorens op de oprijplaten te rij‐
den (enkel voor de versie met verbreedbare wagen).
‐
Stel de afstand tussen de oprijplaten af op basis van de afstand tussen de
ruspsbanden.
‐
Rij steeds op de oprijplaten met lege kiepbak.
IMPORTANTE
BELANGRIJK
‐
Houd u voor het rijden op de oprijplaten strikt aan de indicaties i.v.m. de rij‐
richting, vermeld in paragraaf 5.3.3 "Veiligheidsadvies i.v.m. het rijden op een
helling".
IMPORTANTE
BELANGRIJK
‐
Tussen de oprijplaten en het laadvlak van de vrachtwagen/oplegger, waar de
helling verandert, moet u zeer voorzichtig zijn om stoten te vermijden.
IMPORTANTE
BELANGRIJK
‐
Rij zeer langzaam op de oprijplaten door de gashendel op het minimum te
regelen (ref. paragraaf 4.1) en de rijhendels te besturen (ref. paragraaf 4.2).
Bij verandering van de hellingshoek op MIMIMUM snelheid rijden. Rij met
constante snelheid. Vermijd remmen of bruusk starten.
Controleer voor op de oprijplaten te rijden of elke rupsband VOLLEDIG
door het oppervlak van elke oprijplaat wordt omsloten. Zorg voor een
KAARSRECHT traject wanneer u op de oprijplaten rijdt. Controleer op ELK
ogenblik of elke rupsband VOLLEDIG door elke oprijplaat is omsloten.
‐
Plaats de machine zodanig dat geen enkel deel ervan uit het transportmiddel
steekt.
Om van de oprijplaten te rijden de hierboven verstrekte indicaties en voorschriften
volgen.
IMPORTANTE
BELANGRIJK
Als de verandering van helling groot is, de helling van de oprijplaten wijzigen. Is
dit niet mogelijk dan moeten langere oprijplaten worden gebruikt.
58
C
OMPACTE DUMPER
KC250 ‐ K
UBOTA
MUKC25060316