Samenvatting van Inhoud voor Kubota Compacte Dumper KC300
Pagina 1
Handleiding voor gebruik, veili‐ gheid en onderhoud Vertaling van de originele instructies ‐ Bewaar deze handleiding altijd in de nabijheid van de machine. Compacte Dumper KC300 MUKC300062001 2020, revisie01 Dutch...
Pagina 4
MUKC300062001 9.7.3. Pictogrammen op de machine.............Pag. 37 Veiligheidsvoorzieningen ..............Pag. 49 10.1. Blokkering cilinder laadbak..............Pag. 50 10.2. Noodhendel uitschakeling motor ............Pag. 51 10.3. Veiligheidsgordel ..................Pag. 51 10.4. Veiligheidsafscherming................Pag. 52 10.5. Aanwezigheidssensor operator op stoel..........Pag. 52 10.6. Standsensor stoel operator..............Pag. 52 10.7. Handrem....................Pag. 52 Instrumenten en bedieningsorganen ..........Pag. 53 11.1. Bedieningsplek ..................Pag. 53 11.2. Positie van de bedieningsorganen ............Pag. 54 11.3. Bestuurdersstoel ..................Pag. 55 11.4. Gashendel....................Pag. 56 11.5. Bedieningspaneel ..................Pag. 56 11.5.1. Alarm‐ en/of waarschuwingslampjes ..........Pag. 58 11.5.2.
Pagina 5
MUKC300062001 12.5.4. Werkzaamheden op zachte bodem ............Pag. 82 12.6. Activering tweede versnelling ............Pag. 82 12.7. Activering rotatie laadbak ..............Pag. 83 12.8. Activering kanteling laadbak ..............Pag. 83 12.8.1. Gebruik van de driezijdige laadbak als agrarisch platform....Pag. 84 12.8.1.1. De schotten kantelen................Pag. 85 12.8.1.2. De schotten verwijderen...............Pag. 86 12.8.1.3. De schotten plaatsen ................Pag. 88 12.9. Voorzorgsmaatregelen voor het vervoeren van de lading .....Pag. 89 12.10. Parkeren en stoppen op een helling ...........Pag. 90 12.11. De machine slepen ................Pag. 90 12.12. De machine laden/lossen op/van een vervoermiddel......Pag. 91 12.13. Voorzorgsmaatregelen tijdens het vervoer van de machine ..Pag. 93 12.14. De machine heffen.................Pag. 94 12.14.1. Hefpunten ....................Pag. 95 12.15.
Pagina 6
MUKC300062001 13.7.2. Oplossingen voor het snel dalen van het koelvloeistofpeil ..Pag. 117 13.8. De radiateur reinigen................Pag. 117 13.9. Regeneratie van het roetfilter ............Pag. 118 13.9.1. Procedure voor automatische regeneratie van het roetfilter ..Pag. 119 13.10. Hydraulisch systeem ................Pag. 120 13.10.1. Hydraulische olie ................Pag. 121 13.10.2. Filter hydraulische olie...............Pag. 123 13.11. Smeerpunten ..................Pag. 124 13.11.1. Smeren draaikrans ................Pag. 124 13.11.2. Smering cilinder ..................Pag. 124 13.12. Elektrische installatie ................Pag. 125 13.12.1. Accu (indien aanwezig)..............Pag. 125 13.12.2. Zekeringen en relais................Pag. 126 13.13. Onderhoud van de rubberen rupsbanden ........Pag. 127 13.13.1. Controle spanning rupsbanden ............Pag. 127 13.13.2.
INLEIDING MUKC300062001 2. INLEIDING Beste klant, allereerst willen wij u bedanken voor het kiezen van de dumper Kubota en wij hopen dat u volledig tevreden zult zijn met deze aankoop. U bezit nu een werktuig waarop u altijd kunt vertrouwen, mits de voorschriften voor gebruik en onderhoud worden nageleefd. Lees deze handleiding aandachtig voordat u verder gaat met het gebruik en de handelingen voor inbedrijfstelling, bediening, onderhoud, tanken van brandstof of andere ingrepen op de machine. Veiligheid is voor ons de voornaamste doelstelling bij het ontwerpen en produceren van onze machines. Helaas kunnen onze inspanningen in dat opzicht te niet worden gedaan door één enkele onvoorzichtige handeling door de gebruiker.
Pagina 9
MUKC300062001 INLEIDING Operator: Volgens de regelgeving van de brancheorganisaties zijn dit de personen die zijn opgeleid in de handelingen voor de werking van de dumper, personen die hun vaardigheden aan de eigenaar hebben bewezen en personen die gevraagd worden om hun functies op betrouwbare wijze uit te voeren en gemachtigd zijn om zelfstandig op de dumper te werken. Deskundig personeel: Onder deskundig personeel worden personen met een technische kwalificatie verstaan. die in staat zijn om beschadigingen van de dumper te identificeren en om binnen hun kwalificatiegebied reparaties uit te voeren (bijvoorbeeld betreffende de hydraulische of elektrische systemen). Gekwalificeerd personeel: Op basis van opleiding en ervaring in hun vakgebied moet het gekwalificeerde personeel beschikken over voldoende kennis op gebied van de technologie van de dumper en vertrouwd zijn met de nationale normen ter bescherming van de werknemer, veiligheidsnormen en algemeen erkende technische normen, opdat...
Pagina 10
INLEIDING MUKC300062001 voor de levering van originele reserveonderdelen die een garantie zijn voor kwaliteit en uitwisselbaarheid. Voor het correct aanvragen van originele reserveonderdelen moet in elke bestelling het serienummer van de machine worden aangegeven. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 VOORWOORD 3. VOORWOORD Het doel van deze handleiding is de gebruiker te voorzien van de noodzakelijke aanwijzingen en operationele procedures die onmisbaar zijn voor het correcte en veilige gebruik van de machine voor de beoogde doelstellingen en om ernstige ernstig letsel voor u en derde personen te voorkomen. In deze handleiding worden veiligheidswaarschuwingen gebruikt om de aandacht van de lezer te vestigen op enkele bijzonder belangrijke waarschuwingen. De waarschuwingssymbolen kunnen in drie categorieën worden ingedeeld, die hieronder geïdentificeerd en beschreven worden. 3.1. OPGELET ‐ GEVAAR Dit symbool geeft aan dat indien de eronder beschreven situatie niet vermeden wordt, deze kan leiden tot ernstig letsel of de dood van betrokken ...
GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING MUKC300062001 4. GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING Alle in deze handleiding beschreven informatie moet als verplicht worden beschouwd en moet aandachtig gelezen en begrepen worden voordat er handelingen op de machine worden uitgevoerd. Aangezien deze handleiding het belangrijkste werkinstrument is, moet ze altijd bewaard worden in het daarvoor bestemde vak op de machine en op elk moment beschikbaar zijn voor raadpleging. Fig. 1 Handbediende deur op de machine Aangezien de fabrikant de staat van de machine en de met haar uitgevoerde werkzaamheden ...
Pagina 13
MUKC300062001 GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING inhoud van deze handleiding voor gebruik en onderhoud aandachtig gelezen en begrepen heeft en of hij voldoende is opgeleid in het gebruik van de machine voor zowel normale omstandigheden als noodgevallen. Verder moet de werkgever de operators en verplichte opleiding geven over de nationale normen die de inhoud van dit document kunnen aanvullen. Indien de handleiding beschadigd of kwijt raakt, moet rechtstreeks bij de fabrikant een kopie worden aangevraagd. Alle in deze handleiding opgenomen fotoʹs en tekeningen zijn toegevoegd om de uiteenzettingen voor de lezer begrijpelijker te maken. De machine in uw bezit kan mogelijk afwijken van de fotoʹs en tekeningen van de handleiding. Compacte Dumper KC300...
GARANTIE MUKC300062001 5. GARANTIE Op het moment van aankoop van een machine wordt een garantie‐ en keuringscertificaat verstrekt waarop de garantievoorwaarden op duidelijke wijze uiteengezet worden en waarop de eventueel op de machine uitgevoerde ingrepen moeten worden aangetekend. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 AANSPRAKELIJKHEID 6. AANSPRAKELIJKHEID De fabrikant wordt vrijgesteld van elke vorm van aansprakelijkheid en verplichting voor persoonlijk letsel of materiële schade die veroorzaakt wordt door een van de hieronder beschreven redenen: • Niet‐naleving van de aanwijzingen van deze HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD inzake de bediening, het gebruik en het onderhoud van de machine •...
MUKC300062001 TECHNISCHE INFORMATIE 8. TECHNISCHE INFORMATIE 8.1. TYPEPLAATJE VAN DE MACHINE In geval van vragen over deze machine moeten de voornaamste gegevens voorhanden zijn, zoals bijvoorbeeld model, serienummer van de machine en serienummer van de motor. Fig. 3 Positie CE‐typeplaatje Fig. 4 Voorbeeld CE‐typeplaatje Fig. 5 Positie serienummer van de dieselmotor Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 TECHNISCHE INFORMATIE Breedte rupsbanden 320 mm Lengte 2430 mm Breedte 1550 mm Bodemvrijheid 330 mm Onderste rollen 6 rollen per zijde: 2 vaste + 2 vlottende Bovenste rol 1 per zijde Rupsbandspanner veerspanner met vet negatief geïntegreerd met de aandrijfmotoren Rijsnelheid 6/11 Km/h OPERATIONEEL GEWICHT Operationeel gewicht (zonder 2750 Kg operator) PRESTATIES Maximaal haalbare frontale helling 20° Maximaal haalbare zijdelingse helling 25° Inhoud laadbak: Afgestreken inhoud (Struck volume 01:09 m3 ISO6483) Nominale inhoud (Rated capacity 01:49 m3 ISO6438) Draagvermogen 2875 Kg Rotatie laadbak (alleen versies met ‐90° / +90° draaibare laadbak) Geluidsdrukniveau bij het oor van de ...
Pagina 20
TECHNISCHE INFORMATIE MUKC300062001 Gemeten geluidsvermogensniveau 100 dB (A) Gewaarborgd 101 dB (A) geluidsvermogensniveau Trillingen overgedragen aan de hand / Aw 1,98 m/s2 arm van de operator Trillingen overgedragen aan het Aw 0,63 m/s2 lichaam van de operator Fig. 6 Technische gegevens versie Bouwsector Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 TECHNISCHE INFORMATIE Fig. 7 Technische gegevens versie Fig. 8 Technische gegevens versie Bouwsector Bouwsector 8.2.2. Driezijdige versie MOTOR Merk KUBOTA Model V2403 Aantal cilinders Compacte Dumper KC300...
Pagina 22
TECHNISCHE INFORMATIE MUKC300062001 Cilinderinhoud 2434 cm3 Maximaal bruto vermogen 37.4 Kw (50.1pk) 2700 tpm Kalibratie tpm 2400 Koeling vloeistof Maximale gebruikstemperatuur 40° HYDRAULISCH SYSTEEM Aandrijvingscircuit dubbele axiale zuigerpomp in gesloten circuit Aandrijfmotoren radiale zuigermotoren dubbele snelheid Hulpcircuit tandwielpomp Debiet: Aandrijvingscircuit 2x54 Lpm Hulpcircuit 34 Lpm Druk: Aandrijvingscircuit 350 bar Hulpcircuit 130 bar Koeling hydraulische olie Lucht met warmtewisselaar ONDERSTEL Breedte rupsbanden 320 mm Lengte 2430 mm Breedte 1550 mm Bodemvrijheid 330 mm Onderste rollen...
Pagina 23
MUKC300062001 TECHNISCHE INFORMATIE Rupsbandspanner veerspanner met vet negatief geïntegreerd met de aandrijfmotoren Rijsnelheid 6/11 Km/h OPERATIONEEL GEWICHT Operationeel gewicht (zonder 2750 Kg operator) PRESTATIES Maximaal haalbare frontale helling 20° Maximaal haalbare zijdelingse helling 25° Inhoud laadbak: Afgestreken inhoud (Struck volume 0:89 m3 ISO6483) Nominale inhoud (Rated capacity 1:35 m3 ISO6438) Draagvermogen 2875 Kg Rotatie laadbak (alleen versies met ‐90° / +90° draaibare laadbak) Geluidsdrukniveau bij het oor van de 85 dB (A) operator Gemeten geluidsvermogensniveau 100 dB (A) Gewaarborgd 101 dB (A) geluidsvermogensniveau Trillingen overgedragen aan de hand / Aw 1,98 m/s2 arm van de operator Trillingen overgedragen aan het ...
Pagina 25
MUKC300062001 TECHNISCHE INFORMATIE Fig. 10 Technische gegevens versie Fig. 11 Technische gegevens versie Bouwsector Bouwsector De afmetingen van deze tekening zijn nominale waarden. De werkelijke waarden van de afmetingen kunnen worden beïnvloed door de toleranties bij de vervaardiging van de onderdelen, speling van de aansluitingen, elastische vervormingen door belasting. Compacte Dumper KC300...
TECHNISCHE INFORMATIE MUKC300062001 8.3. TERMINOLOGIE Om de inhoud van deze handleiding begrijpelijker te maken, wordt de lezer een schema ter beschikking gesteld dat de exacte termen bevat waarmee de onderdelen van de machine geïdentificeerd worden. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ 9. VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐WAARSCHUWINGEN BELANGRIJK De werking van de machine moet gebeuren in overeenstemming met de internationale referentienormen en de nationale of regionale voorschriften wanneer deze restrictiever zijn. De operator moet alle waarschuwingen en aanwijzingen inzake het veilige gebruik van de machine lezen, begrijpen en naleven, ...
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant. De fabrikant is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaakt door een dergelijk gedrag. 9.1. KLEDING EN BESCHERMINGSMIDDELEN Vermijd het dragen van wijde kleding, ringen, horloges en andere zaken die in de bewegende delen verstrikt kunnen raken. Wanneer de machine gebruikt wordt, of wanneer onderhoud wordt uitgevoerd, ...
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ • Regelmatige veiligheidscontroles Oneigenlijk gebruik: Elk onjuist gebruik ‐ dat wil zeggen elke afwijking van de in deze handleiding aangegeven informatie voor “beoogd gebruik” ‐ wordt beschouwd als oneigenlijk gebruik. Dit geldt ook voor de niet‐naleving van de in deze handleiding opgenomen normen en richtlijnen. Een oneigenlijk gebruik kan leiden tot gevaarlijke situaties. Het oneigenlijk gebruik omvat: •...
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 9.4. BRANDPREVENTIE Houd het gebied rondom de motor schoon en verwijder eventueel aanwezige fragmenten hout, papier en ander brandbaar materiaal; gelekte brandstof moet grondig verwijderd worden omdat deze een potentieel brandgevaar vormt. Benzine is uiterst ontvlambaar en explosief onder bepaalde omstandigheden. Het tanken van brandstof moet altijd gebeuren in een ...
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ 9.6. VEILIGHEID OP DE WERKPLEK BELANGRIJK Controleer voor het starten van de motor zorgvuldig het draagvermogen en de condities van het terrein waarop gewerkt moet worden, om eventuele afwijkingen op te sporen die de werkzaamheden gevaarlijk of de machine instabiel kunnen maken. Inspecteer het werkgebied en controleer dat het vrij is van obstakels, dat het op elk punt een draagvermogen heeft dat geschikt is voor de vol belaste machine, dat het niet glas is, dat de hellingen van het terrein kleiner zijn dan de grenswaarden van de machine (zie paragraaf technische gegevens) en dat het zicht en de verlichting geschikt zijn op elk punt. Let altijd op voor personen ...
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 9.6.3. Ondergronds gebruik 9.6.4. Het is uitdrukkelijk VERBODEN om de machine te gebruiken op ondergrondse werkplekken. Dit tenzij er geen sprake is van explosiegevaar, er voldoende luchtcirculatie is en voldoende verplichting om te kunnen werken met een volledig zicht op het werkgebied. De gebruiker moet verder de eventuele specifieke risicoʹs, die voortvloeien uit de gebruiksomgeving, beoordelen. 9.6.5. Gebruik in explosieve atmosfeer Het is uitdrukkelijk VERBODEN om de machine te gebruiken op werkplekken die een risico op explosieve atmosfeer vertonen.
Pagina 37
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ 300 V 50 KV 50 KV 200 KV 200 KV 350 KV 350 KV 500 KV 500 KV 750 KV 10.7 750 KV 1000 KV 13.7 Handhaaf een veilige afstand ten opzichte van hoogspanningslijnen en elektrische systemen en houd rekening met het mogelijke bewegingsbereik van uw machine en met de schommelingen daarvan. Houd ook rekening met de schommelingen van de elektrische leidingen zelf. Controleer het werkgebied, alvorens de werkzaamheden te starten, en neem nota van elektrische leidingen in de lucht, van bewegende machines ...
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 9.7. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN 9.7.1. Algemeen Om ongevallen te voorkomen, moeten alle in deze handleiding opgenomen voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen gelezen, begrepen en nageleefd worden voordat de werkzaamheden gestart worden en voordat er onderhoud wordt uitgevoerd. De gebruiker/operator van de machine moet iedere verantwoording afwijzen voordat hij de ...
Pagina 46
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 Beschrijving van de pictogrammen De volgende lijst toont de op alle versies van de dumper gebruikte pictogrammen; het is mogelijk dat enkele van de hieronder weergegeven pictogrammen niet op elke versie van de dumper aanwezig zijn. Functionerende machine. Blijf buiten het werkbereik van de bewegende machine. Rijrichting. Deze sticker geeft de aanbevolen rijrichting aan, zodat botsingen met eventuele te overwinnen obstakels verzacht kunnen worden door de schokdemper die is verbonden met het spanwiel van de rupsband. Raadpleeg de handleiding. Lees de inhoud van deze handleiding aandachtig voordat de machine te gebruiken of er onderhoud op uit te voeren.
Pagina 47
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ Heet oppervlak. Aanduiding van een heet oppervlak dat niet mag worden aangeraakt. Motoroliepeil. Aanduiding van de positie van de peilstok voor de controle van het motoroliepeil. Indicator peil hydraulische olie. Aanduiding van de positie van het peil van de hydraulische olie. Gashendel. Aanduiding van de standen die de gashendel kan aannemen voor het verkrijgen van het maximale toerental of de stationaire werking van de motor. Kleding en beschermingsmiddelen. Wanneer de machine wordt gebruikt of onderhouden, moet gebruik worden gemaakt van de voor de werkzaamheden geschikte PBM. Filter hydraulische olie. Aanduiding van de positie van het filter van de hydraulische olie. Gewaarborgd geluidsvermogensniveau. Aanduiding van het gewaarborgde geluidsvermogensniveau van de dumper. Compacte Dumper KC300...
Pagina 48
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 Smeerpunten. Aanduiding van de positie van de smeerpunten. Luchtfilter motor. Aanduiding van de positie van het luchtfilter van de verbrandingsmotor. Verbod op onderhoud met bewegende onderdelen. Aanduiding van het verbod op het uitvoeren onderhoudswerkzaamheden met mechanisch bewegende onderdelen. Accu. Aanduiding van de positie van de accu. Filter motorolie. Aanduiding van de positie van het filter van de motorolie. Hydraulische olie. Aanduiding voor het bijvullen van de hydraulische olie. Accuscheidingsschakelaar. Aanduiding van de positie van de accuscheidingsschakelaar 3924377C Compacte Dumper KC300...
Pagina 49
MUKC300062001 VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ Maximale operationele helling. Aanduiding van de maximale helling waarop met de machine 8° 8° gewerkt mag worden met de laadbakdrager in de geheven stand 8° 8° Bevestigingspunt verankering. Aanduiding van het correcte bevestigingspunt voor het vervoer van de machine. Verboden om met water te werken. Veiligheidsgordels. Verplichting voor het omleggen van de veiligheidsgordels voordat de dumper wordt gestart Waarschuwingen accupak. Bijtende vloeistof. Voor het lichaam en de ogen zeer bijtende stof aanwezig. Li-ion 08253500 Hoogspanning. Hoogspanning aanwezig, elektrocutiegevaar. Explosiegevaar. ...
Pagina 50
VEILIGHEIDSNORMEN EN ‐ MUKC300062001 Stand joystick voor bewegingen rupsbanden Aanduiding maximale peil hydraulische olie Laad het accupakket van de dumper ten minste eenmaal per maand - RECHARGE THE BATTERIES AT LEAST EVERY MONTH - RICARICARE LE BATTERIE ALMENO OGNI MESE - RECHARGER LES BATTERIES AU MOINS CHAQUE MOIS - BATTERIEN MINDESTENS EINMAL PRO MONAT AUFLADEN - RECARGAR LAS BATERÍAS POR LO MENOS CADA MES - LAAD DE ACCU'S TEN MINSTE EENMAAL PER MAAND OP - LADDA BATTERIERNA ÅTMINSTONE EN GÅNG I MÅNADEN op (uitvoering machine met lithium‐accupakket) ...
MUKC300062001 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN 10.VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN De hierna vermelde informatie betreft de veiligheidsvoorzieningen en wordt aan de gebruiker verstrekt opdat hij het gedrag van de machine en de mogelijke bedrijfsprocedures begrijpt; verder kunnen aan de hand van deze informatie eventuele defecten met meer zekerheid geïdentificeerd worden, om zo de servicedienst gedetailleerdere aanwijzingen te kunnen verstrekken voor snellere en minder dure ingrepen. De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die bedoeld zijn voor het voorkomen van gevaarlijke situaties voor de operator. Het is belangrijk dat de operator, voorafgaand aan enige handeling, de perfecte werking van deze voorzieningen controleert.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN MUKC300062001 Voorafgaand aan elke inwerkingstelling van de dumper moeten alle veiligheidsvoorzieningen op correcte wijze gemonteerd zijn en moet de operator hun goede werking gecontroleerd hebben. Het onklaar maken of de verwijdering van deze voorzieningen is verboden. Veiligheidsvoorzieningen kunnen alleen verwijderd of geopend worden wanneer wordt voldaan aan alle volgende punten: ‐ de dumper staat stil; ‐ afgezette motor; ‐ sleutel verwijderd na het afzetten van de motor; ‐ de dumper is geblokkeerd door middel van wiggen om de verplaatsing door het verschuiven van de rupsbanden te voorkomen;...
MUKC300062001 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Wanneer er onderhoudswerkzaamheden of andere werkzaamheden moeten worden uitgevoerd waarvoor de laadbak in de gekantelde stand moet blijven, moet de veiligheidsvergrendeling van de laadbak gebruikt worden om te voorkomen dat hij onbedoeld kan zakken. Alvorens de machine te benaderen voor de activering of deactivering van de veiligheidsvergrendeling van de laadbak, moet gecontroleerd worden of: •...
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN MUKC300062001 10.4.VEILIGHEIDSAFSCHERMING De dumper is uitgerust met een goedgekeurd kantelbeveiligingssysteem (ROPS) en afscherming tegen vanaf boven binnendringende voorwerpen (FOPS). Op deze afscherming mogen geen structurele wijzigingen worden aangebracht en in geval van beschadiging moet ze onmiddellijk worden vervangen met een nieuw origineel exemplaar. Start de dumper nooit wanneer deze afscherming niet gemonteerd is. 10.5.AANWEZIGHEIDSSENSOR OPERATOR OP STOEL In de stoel van de operator bevindt zicht een microschakelaar die de aanwezigheid van de operator detecteert en de functie voor de verplaatsing van de dumper activeert. Wanneer de operator niet op de stoel gezeten is, wordt de verplaatsing van de dumper belemmerd.
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 11.INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Hieronder volgt de aanduiding van de functies van alle bedieningsorganen en indicatoren aanwezig op de machine. In de onmiddellijke nabijheid van elke voorziening is een sticker aangebracht met een korte beschrijving van de functie, vaak zijn dit symbolen die een snel en veilig gebruik bevorderen. Voordat de machine wordt gebruikt, moeten de hieronder gegeven beschrijvingen gelezen worden om de functie van elke voorziening beter te begrijpen, evenals de aanbevelingen van de fabrikant.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 De operator moet de machine uitsluitend besturen vanaf de bedieningsplek en mag de stoel uitsluitende in de twee op de bovenstaande afbeeldingen aangewezen standen plaatsen. De aanduidingen “vooruit‐achteruit” of “rechts‐links” worden bedoeld vanuit het oogpunt van de op de bestuurdersstoel gezeten operator. De rijrichting vooruit betekent dat de bestuurdersstoel gericht is in de tegenovergestelde zijde ten opzichte van de laadbak.
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 11.3.BESTUURDERSSTOEL Fig. 17 Bestuurdersstoel De bestuurdersstoel omvat de volgende onderdelen: 1 Hendel voor de verstelling in de lengterichting: voor de verplaatsing voor‐ en achteruit van de stoel. 2 Regelknop voor de voorspanning van de veer: voor de aanpassing van de stoel aan het gewicht van de bestuurder. 3 Hendel voor de verstelling van de rugleuning: voor de afstelling van de kanteling van de rugleuning. 4 Veiligheidsgordels: 5 Hendel ontgrendeling rotatie bestuurdersstoel: voor de ontgrendeling van de stoel en dus de afstelling van de stand van de stoel in de rijrichting voor‐ of achteruit.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 11.4.GASHENDEL Het geven van gas kan gebeuren door middel van: Fig. 18 Gashendel 1 Scrollwieltje gas 2 Gaspedaal (vooruit) 3 Gaspedaal (achteruit) De twee gaspedalen (2‐3) zijn optioneel. 11.5.BEDIENINGSPANEEL Hieronder wordt een voorbeeldafbeelding weergegeven; de uitvoering in uw bezit kan eventueel niet alle afgebeelde elementen bevatten. De rangschikking van elementen zoals contactsleutel, claxon, enz. blijft gelijk op alle versies. Compacte Dumper KC300...
Pagina 59
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 1 Op het display van de machine kan verschillende informatie worden weergegeven. 2 De beschikbare informatie is: 12V‐aansluiting voor het voeden van apparaten buiten de machine (MAX 120W) 3 Diagnostiek motor Op het display kunt u alle parameters van de machine bekijken en gebruiksinstellingen invoeren. 4 Status DPF‐systeem Met deze knop kunt u de koplampen aan de voorkant van de machine en de koplampen op het dak van de dumper in‐ en uitschakelen (optioneel).
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 De sleutel kan worden gebruikt om de elektronica van de machine in of uit te schakelen 11.5.1.Alarm‐ en/of waarschuwingslampjes De machine heeft geen fysieke waarschuwingslampjes; alle signaleringen gebeuren op het display. 1 Signaal storing systeem en acculader Fig. 19 Stand 1 Signaal met RODE kleur Als alles normaal is, zal het waarschuwingslampje gaan branden wanneer de sleutel van de keuzeschakelaar van het elektrische systeem wordt gedraaid en gaat uit zodra de motor is gestart. Als het waarschuwingslampje bij draaiende motor blijft branden, controleer dan de dynamo en de spanning van de riem van de dynamo 2 Signaal actieve handrem Compacte Dumper KC300...
Pagina 61
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Fig. 20 Stand 2 Signaal met RODE kleur Het signaal wordt alleen geactiveerd wanneer de knop voor de activering van de handrem wordt ingedrukt en de rem wordt ingeschakeld. 3 Signaal geen toestemming voor rijden Fig. 21 Stand 3 Signaal met RODE kleur Wanneer dit signaal aankomt, duidt dit op het ontbreken van toestemming voor de bedieningen voor rijden. Deze signalering kan te wijten zijn aan de verkeerde stand van de stoel, de verkeerde stand van de armleuning of de afwezigheid van de operator op de stoel.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 Signaal met GROENE kleur Het signaal geeft aan of de rijsnelheid van de machine is ingesteld op SCHILDPAD of HAAS 6 Vrije positie (geen signaal) 7 Signaal vervuilde brandstof Fig. 26 Stand 7 Signaal met RODE kleur De activering van dit signaal geeft aan dat er vervuilde brandstof wordt gebruikt. Schakel de machine onmiddellijk uit en neem contact op met het servicecentrum. Het gebruik van de machine bij actief signaal voor vervuilde brandstof kan ernstige schade van de motor veroorzaken.
Pagina 63
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Fig. 28 Stand 9 Signaal met RODE kleur Een te hoge temperatuur kan veroorzaakt worden door: • onvoldoende water in de radiateur; • afzettingen in het koelcircuit (spoelen); • slippen van de aandrijfriem van de ventilator; • defecte thermostaten; • storingen van het koelcircuit: • vuil belemmert de luchtstroom op de radiateur. Wanneer het lampje op afwijkende manier brandt neem dan contact op met de servicedienst. 10 Signaal verstopt filter hydraulische olie Fig. 29 Stand 10 Signaal met RODE kleur Het brandende lampje signaleert dat de filterpatroon van de hydraulische olie vervangen moet worden. Wanneer de werkzaamheden worden voortgezet wanneer dit lampje brandt, kunnen de hydraulische pomp of de motoren onherstelbaar beschadigd worden. 11 Signaal bougies motor Compacte Dumper KC300...
Pagina 64
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 Fig. 30 Stand 11 Signaal met GELE kleur Wanneer het lampje met de sleutel in de stand HEAT gaat branden, wordt gesignaleerd dat de motor wordt voorverwarmd. 12 Regeneratie DPF belemmerd Fig. 31 Stand 12 Signaal met GELE kleur Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden moet de regeneratie van het roetfilter gedeactiveerd worden. De activering en deactivering van het roetfilter kan op het display gebeuren. Deactiveer de regeneratie van het roetfilter bijvoorbeeld wanneer er gewerkt wordt in de nabijheid van personen, dieren, planten en ontvlambare materialen. 13 Lage motoroliedruk Fig. 32 Stand 13 Signaal met RODE kleur Het brandende lampje signaleert een onvoldoende oliedruk die veroorzaakt kan worden door: • te laag stationair toerental motor; • te laag oliepeil; •...
Pagina 65
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Wanneer het lampje op afwijkende manier brandt, zet de motor dan onmiddellijk af en neem contact op met de servicedienst 14 Regeneratie van het roetfilter Fig. 33 Stand 14 Signaal met GELE kleur Signaal dat aangeeft dat de regeneratie van het roetfilter actief is 15 Storing motor Fig. 34 Stand 15 Signaal met RODE kleur Probleem met de motor. Stop de motor onmiddellijk en neem contact op met de servicedienst. 16 Regeneratie roetfilter in uitvoering Fig. 35 Stand 16 Regeneratie roetfilter in uitvoering. Tijdens de regeneratie van het roetfilter stijgt de temperatuur van de uitlaatgassen aanzienlijk. Het is echter mogelijk om te blijven werken met de DUMPER.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 Let er tijdens het regenereren op dat er zich geen mensen, dieren, planten of brandbare materialen in de directe omgeving van het werkgebied bevinden! 11.5.2.Menu Door op de knop Menu te drukken wordt het scherm weergegeven waarmee u de volgende paginaʹs kunt selecteren: • MOTOR • DPF • COBO • INSTELLINGEN 11.5.2.1. Motor In het scherm menu Motor kunt u de volgende paginaʹs selecteren: • Scherm Fouten Geeft de fouten van de motor van de machine aan.
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN De bestuurder heeft de mogelijkheid om de regeneratie handmatig te activeren wanneer de machine geparkeerd is • NIVEAU 2 ‐ REGENERATIE VEREIST. NIVEAU VERZOEK Als het DPF niet een bepaald niveau bereikt binnen maximaal 7200 seconden na de start van de automatische actieve regeneratie (de overgangstijd is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van de machine), wordt om een geparkeerde actieve regeneratie gevraagd. Tijdens de geparkeerde actieve regeneratie kan de machine niet worden gebruikt. Bij het uitvoeren van de geparkeerde actieve regeneratie, moet aan de volgende veiligheidsvoorwaarde worden voldaan. Positie gaspedaal = 0% Neutraalschakelaar = ON Parkeerschakelaar = ON • NIVEAU 3 ‐ REGENERATIE VEREIST. NIVEAU WAARSCHUWING De geparkeerde actieve regeneratie is mogelijk. Het motorvermogen wordt verminderd om het DPF te beschermen • NIVEAU 4 ‐ REGENERATIE VEREIST ‐ NIVEAU SERVICE De geparkeerde actieve regeneratie is alleen mogelijk met de servicetool. Het motorvermogen wordt verminderd. Het is mogelijk om de motor opnieuw op te starten. • NIVEAU 5 ‐ REGENERATIE VEREIST ‐ NIVEAU STOP MOTOR De actieve regeneratie is zelfs met de servicetool niet mogelijk. Het motorvermogen wordt verminderd. Het is mogelijk om de motor opnieuw op te starten. Het DPF moet worden gedemonteerd en gereinigd. •...
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 11.5.2.4. Settings In het scherm menu Motor kunt u de volgende paginaʹs selecteren: • Helderheid van het scherm Vanaf dit scherm kunt u de helderheid van het machinedisplay wijzigen • Taal Vanuit dit scherm kunt u de taal van het machinemenu wijzigen • Parameters Menu alleen toegankelijk met wachtwoord. Dit menu is gereserveerd voor de fabrikant 11.6.BEDIENINGSELEMENTEN MACHINE De machine is voorzien van joysticks en knoppen. Hieronder worden de functies van de verschillende bedieningselementen beschreven. 11.6.1.Joystick BASIS MANOEUVRES Compacte Dumper KC300...
Pagina 69
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN In centrale positie staat de machine in de vrijstand (geen beweging) 1 Vooruit 2 Contrarotatie naar rechts 3 Achteruit 4 Contrarotatie naar links Compacte Dumper KC300...
Pagina 70
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 Voer de contrarotaties uit met matige snelheid en alleen tijdens de werkzaamheden om gevaarlijke situaties te voorkomen. Manoeuvres in contrarotatie moeten zoveel mogelijk worden beperkt, omdat dit een snelle slijtage van de rupsbanden veroorzaakt, vooral bij het werken op asfalt of beton. Om het rijden in schuine richtingen uit te voeren, moet de manipulator worden verplaatst volgens het volgende schema en met een hoek die evenredig is met de richting die u wilt nemen. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 1 Vooruit sturen ‐ links 2 Vooruit sturen ‐ rechts 3 Achteruit sturen ‐ links 4 Achteruit sturen ‐ rechts De joystick van de machine dient voor de bewegingen van de aandrijvingen en voor de activering van enkele bedieningselementen KNOPPEN OP DE JOYSTICK 1 Scrollwieltje gas Met dit scrollwieltje dient voor de acceleratie of deceleratie van de motor van de machine Compacte Dumper KC300...
Pagina 72
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 2 Knop claxon Door de scroll omhoog of omlaag te bewegen is het mogelijk om de motor van de machine te versnellen of te vertragen 3 Knop claxon Knop rotatie naar rechts laadbak Knop rotatie naar links laadbak 4 Knop rotatie laadbak Door op de knop te drukken draait de laadbak naar rechts 5 Knop tweede snelheid Door op de knop te drukken wordt de tweede snelheid van de machine geactiveerd of gedeactiveerd 6 Knop heffen laadbak Door op de knop te drukken wordt de laadbak opgeheven Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Knop verlagen laadbak Door op de knop te drukken wordt de laadbak verlaagd 11.6.2.Kanteling driezijdige laadbak De driezijdige laadbak kan in drie verschillende richtingen gekanteld worden, afhankelijk van waar de scharnierpinnen van de bak geplaatst zijn Compacte Dumper KC300...
Pagina 74
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN MUKC300062001 Beide pinnen zijn aan de achterkant geplaatst Fig. 36 Achterkant Beide pinnen zijn aan de rechterkant geplaatst Fig. 37 Rechter zijkant Beide pinnen zijn aan de linkerkant geplaatst Fig. 38 Linker zijkant Compacte Dumper KC300...
Pagina 75
MUKC300062001 INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN Het is strikt verboden de laadbak te kantelen zonder eerst correct de borgpinnen geplaatst te hebben. Het is strikt verboden de laadbak te kantelen wanneer de zijschotten gekanteld zijn of wanneer de handmatige blokkeringen van de kanteling van de schotten open zijn. In dit geval zouden de schotten onbedoeld los kunnen komen tijdens de kanteling van de laadbak en ernstig letsel of schade aan voorwerpen in de nabijheid kunnen veroorzaken. Zie paragraaf “Gebruik van de driezijdige laadbak als agrarisch platform”. Controleer tijdens de kanteling altijd dat het schot voor het lossen van de lading correct geopend wordt. Indien het schot niet open gaat, stop dan onmiddellijk de kantelbeweging, breng de laadbak weer vlak, controleer of het ontgrendelingssysteem van het schot schoon is en ...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 12.GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN TIJDENS DE WERKZAAMHEDEN 12.1.CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE START VAN DE MOTOR Controleer de algemene status van de motor 1 Controleer rond en onder de motor op sporen van olie‐ of brandstoflekkage. 2 Verwijder eventueel vuil, met name rond de uitlaat en het startkoord. 3 Controleer op schade. 4 Controleer of alle afschermingen en afdekkingen op hun plaats zijn en of alle moeren, bouten en schroeven zijn aangescherpt. 5 Controleer het brandstofpeil: door de start uit te voeren met een volle brandstoftank worden de onderbrekingen van de werkzaamheden voor het tanken beperkt. 6 Controleer het motoroliepeil: het starten van een motor met een laag oliepeil vormt een gevaar op beschadiging. 12.2.CONTROLES MOTOR 12.2.1.Inrijden van de dumper Tijdens de eerste 50 bedrijfsuren moeten het volgende strikt in acht worden genomen: • verwarm de dumper bij een laag toerental en een lage belasting; verwarm hem niet bij stationair toerental; •...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN Activeer de dumper niet wanneer u gebruik heeft gemaakt van alcohol, medicijnen of andere drugs of wanneer u vermoeid bent. Activeer de dumper pas nadat u op de stoel gezeten bent en de veiligheidsgordels heeft omgelegd. Controleer of de rijhendels zich in de vrijstand bevinden, de handrem is geactiveerd, de handmatige gashendel op stationair staat en of de laadbak in de lage ...
Pagina 78
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 1 Open de brandstofkraan (1) naar de stand “OPEN”. A=OPEN B=DICHT 2 Draai de contactsleutel naar stand 1 08289100 3 Druk op de knop START‐STOP om de motor in te schakelen. START STOP Controleer of het lampje van de oliedruk en dat van het opladen uit zijn. Wanneer de lampjes nog branden, moet de motor onmiddellijk worden afgezet en moet de oorzaak worden opgespoord. Warm de motor op bij gemiddeld toerental en in onbelaste staat alvorens de werkzaamheden te starten. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN 12.2.4.Stop van de motor Schakel de motor zo laag mogelijk in en laat de motor een paar seconden stationair draaien. Druk op de knop ʺstart/stopʺ ʺOp het display van de machine kan verschillende informatie worden weergegeven. (p. 57)ʺ om de motor uit te schakelen Na het plaatsen van de contactsleutel op de stand “O” (off), moet de sleutel worden weggenomen. Raak tijdens de werking de uitlaatpijp en de radiateur niet aan, tot een bepaalde tijd na het afzetten van de motor, omdat ze zeer heet zijn. 12.3.CONTROLES TIJDENS DE WERKING Voer tijdens de werkzaamheden de volgende controles uit om er zeker van te zijn dat alle onderdelen naar behoren functioneren.
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 Het lampje gaat branden om de operator te waarschuwen voor een oliedruk die onder de voorgeschreven waarde ligt. Wanneer dit tijdens het rijden plaatsvindt, moet de motor onmiddellijk worden afgezet en moet het oliepeil van de motor gecontroleerd worden (zie voor de instructies paragraaf “Controle oliepeil”): • Brandstof Let op dat de brandstoftank niet volledig leeg raakt. Is dit het geval, dan kan er lucht in het brandstofcircuit binnendringen en moet het systeem ontlucht worden. Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: ‐ Controleer op mogelijke lekkages met behulp van een stuk karton of hout; gebruik nooit de handen of andere lichaamsdelen. In geval van verwondingen door vloeistoflekkages, moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd. De vloeistof kan gangreen of ernstige allergische reacties veroorzaken. ‐ Controleer de brandstofleidingen en de leidingen voor de brandstofinspuiting ...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN De machines zijn voorzien van een accuscheidingsschakelaar (A) zoals aangegeven op de afbeelding. Deze voorziening bevindt zich onder de motorkap en kan het elektrische circuit van de machine onderbreken. De schakelaar moet telkens gebruikt worden wanneer de machine voor lange tijd wordt achtergelaten en wanneer er controles op de onderdelen van de machine moeten worden uitgevoerd. Draai het sleuteltje rechtsom om het elektrische circuit van de machine aan te sluiten, of linksom om het elektrische circuit van de machine te onderbreken. De accuscheidingsschakelaar mag alleen gebruikt worden op de uitgeschakelde machine. Open de motorkap alleen wanneer de motor is afgezet.
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 • Houd kinderen en dieren uit de buurt van het werkgebied om letsel door contact met de dumper te voorkomen. • Gebruik de dumper alleen wanneer het werkgebied goed verlicht wordt. • Vermijd absoluut om treden op te rijden, maar gebruik een oprit met een helling die binnen de grenswaarden van de machine ligt. • Zorg ervoor dat de stoel tijdens het rijden in de stand “VOORUIT” staat • Tijdens het rijden moet de kiepbak zich in de lage stand bevinden. • Controleer de bodem op zijn draagvermogen, op de aanwezigheid van kuilen of andere obstakels. ...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN • verplaats de ontgrendelingshendel omhoog en verplaats de stoel in de richting vooruit of achteruit; laat de hendel los; • controleer of de bestuurdersstoel in de correcte stand is gekoppeld. De bestuurdersstoel moet zo worden versteld dat de operator comfortabel en zonder vermoeidheid kan werken. Alle bedieningselementen moeten gebruikt worden om de veiligheid te garanderen. 12.5.2.Besturen • Plaats de bestuurdersstoel in de stand “VOORUIT”. • Verminder het toerental van de motor zo veel mogelijk •...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 Tijdens het oprijden van een helling met geladen kiepbak, moet altijd achteruit worden gereden. Tijdens het afrijden van een helling met geladen kiepbak, moet altijd vooruit worden gereden. Tijdens het oprijden van een helling met lege kiepbak, moet altijd vooruit worden gereden. Tijdens het afrijden van een hellen met lege kiepbak, moet altijd achteruit worden gereden. Voordat u beslist om een helling op te rijden, moet u controleren dat de helling niet groter is dan de waarde aangegeven onder de technische gegevens en of de motor en de hydraulische olie warm zijn. De zijhelling waarop de machine mag verblijven en rijden, wordt ook onder de technische gegevens aangegeven. 12.5.4.Werkzaamheden op zachte bodem Vermijd om te rijden op zeer zachte bodems die niet voldoende weerstand bieden voor het stevig dragen van de machine. CONTROLEER ALTIJD DAT ER GEEN GEVAAR OP KANTELING BESTAAT.] 12.6.ACTIVERING TWEEDE VERSNELLING Activeer de tweede versnelling alleen op vlakke en compacte bodems.
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN Schakel de tweede versnelling niet in wanneer de machine rijdt. De uit deze handleiding resulterende deceleratie zou letsel voor de operator en schade aan de machine kunnen veroorzaken. 12.7.ACTIVERING ROTATIE LAADBAK Controleer voorafgaand aan de rotatie van de laadbak of: • de lading gelijkmatig over de laadbak verdeeld is: • er geen personen in de onmiddellijke nabijheid van de dumper verblijven. Waarschuw ze eventueel door middel van de claxon. Het is verboden om de laadbak te draaien wanneer de dumper zich op een helling of op zachte bodems bevindt. In deze gevallen bestaat het gevaar dat de dumper kantelt als gevolg van de verplaatsing van het zwaartepunt. De rotatie van de laadbak is voorzien van mechanische vergrendelingen die op + 90° ten opzichte van de as van de machine geplaatst ...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 • Alvorens de kipbak te bedienen, moet de bestuurdersstoel in de rijrichting achteruit worden geplaatst, voor een optimaal zicht op het werkgebied. • Activeer de kiepbak nooit wanneer de dumper zich op een hellen of op zachte bodems bevindt. Er bestaat gevaar op kantelen van de dumper als gevolg van een verplaatsing van het zwaartepunt. • Stop de bediening van de kiepbak nooit plotseling en laat deze niet tegen het chassis botsen, om beschadiging van de dumper te voorkomen. • Overbelast de machine niet. Dit kan leiden tot een verminderde levensduur van de onderdelen, tot het vallen van materiaal of de kanteling van de dumper. In elk geval moeten de op het EG‐typeplaatje aangegeven grenswaarden in acht worden genomen. • Controleer dat er geen personen in de nabijheid van de dumper verblijven. Waarschuw ze eventueel door middel van de claxon. • Wanneer een lading niet van de bodem van de laadbak loskomt, bijvoorbeeld natte klei of bevroren materiaal, mag de laadbak niet gekanteld worden omdat de dumper dan uit evenwicht kan raken en kan kantelen. • Vervoer geen vloeibare beton met de dumper. Vloeibaar beton kan in de bewegende ...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN worden indien de lading correct bevestigd is en niet in staat is zich op het platform te verplaatsen. Het is strikt verboden zich te verplaatsen met een niet op het platform bevestigde lading. 12.8.1.1. De schotten kantelen Voer deze handeling alleen uit met de geheel laag geplaatste laadbak. Controleer voorafgaand aan deze handeling dat de lading in de laadbak niet beweegt en niet op de te kantelen schotten steunt. Controleer ook of het scharniersysteem van het te verwijderen schot correct geplaatst is.
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 De schotten kantelen zonder ze te verwijderen 12.8.1.2. De schotten verwijderen (alleen met lege laadbak) Wanneer het schot door middel van deze handeling wordt verwijderd, moet maximale aandacht besteed worden om te voorkomen dat het schot wegglijdt of valt en letsel of schade veroorzaakt. Houd er rekening mee dat de zijschotten een gewicht hebben van ongeveer 25 kg, terwijl het achterschot ongeveer 20 kg weegt. Ga voor deze handeling te werk volgens de volgende procedure: Plaats de pinnen op de zijkant van het te verwijderen schot Compacte Dumper KC300...
Pagina 89
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN Hef de laadbak aan tegenovergestelde zijde, door middel van de daarvoor bestemde hendel op de bedieningsplek zodat het schot enkele cm opent en loskomt van het vergrendelingssysteem. Open eventueel de aan de zijkanten van de schotten geplaatste ontgrendelingshendels met de hand en trek ...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 Het is strikt verboden de laadbak te kantelen wanneer de zijschotten gekanteld zijn of wanneer de handmatige blokkeringen van de kanteling van de schotten open zijn. In dit geval zouden de schotten tijdens de kanteling van de laadbak los kunnen komen en ernstig letsel of schade aan naastliggende voorwerpen kunnen veroorzaken. 12.8.1.3. De schotten plaatsen (alleen met lege laadbak) Voor het opnieuw monteren van een schot moet de tegenovergestelde zijde van de laadbak enigszins gekanteld worden ...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN Breng de laadbak helemaal omlaag en controleer of het schot correct in de veiligheidsvergrendeling is geplaatst. Herhaal de procedure voor de andere twee schotten. 12.9.VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERVOEREN VAN DE LADING Om ongevallen of kantelingen te voorkomen moeten de belastingslimieten van paragraaf “Technische gegevens” en van het EG‐typeplaatje in acht worden genomen. Zorg ervoor dat de lading niet beweegt, niet buiten de omtrek van de laadbak steekt en het zicht tijdens de verplaatsing niet belemmert. Om kanteling te voorkomen moet worden opgelet dat de rijrichting van de dumper niet gewijzigd wordt in geval van gebruik op hellingen. Gebruik de dumper niet voor het op‐ of afrijden van hellingen met een frontale of zijdelingse helling die groter is dan wat staat aangegeven onder de technische gegevens van de machine.
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 12.10.PARKEREN EN STOPPEN OP EEN HELLING Parkeren en stoppen op een helling is uiterst gevaarlijk. Als het onvermijdelijk is om op een helling te parkeren of te stoppen, moeten deze voorzorgsmaatregelen getroffen worden: 1 Controleer altijd of het terrein voldoende stabiliteit biedt voor de machine. 2 Wanneer de dumper, ook maar voor korte tijd, op een helling wordt gestopt, moet de handrem geactiveerd worden en moeten wiggen onder de laagste zijde van de rupsbanden geplaatst worden. 3 Controleer bij de driezijdige laadbak altijd of de schotten correct gesloten zijn er er geen gevaar bestaat voor het verliezen van de lading. 12.11.DE MACHINE SLEPEN Het is verboden om de machine te slepen. Elke poging voor slepen zou de aandrijving van de dumper kunnen beschadigen. In geval van storing van de machine, moet ze geheven worden met gebruik van de hefpunten zoals beschreven in paragraaf “De machine heffen”. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN 12.12.DE MACHINE LADEN/LOSSEN OP/VAN EEN VERVOERMIDDEL De dumper is zeer manoeuvreerbaar en stabiel, ook tijdens de verplaatsingen. Desalniettemin moet de gebruiker uiterst goed opletten, ook tijdens het uitvoeren van handelingen die eenvoudig lijken. Tijdens het laden en lossen op een vrachtwagen of trailer met behulp van oprijplanken moeten de onderstaande aanwijzingen worden nageleefd: • Controleer of de vrachtwagen of trailer een geschikt draagvermogen heeft voor het vervoeren van de dumper. Raadpleeg het gewicht aangegeven onder de technische gegevens in deze handleiding.
Pagina 94
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 L max = 450mm • Zorg ervoor dat de oprijplanken over een geschikt draagvermogen voor het gewicht van de machine. Raadpleeg het gewicht aangegeven onder de technische gegevens in deze handleiding. • Zorg ervoor dat de oprijplanken en het laadoppervlak van de vrachtwagen of trailer vrij zijn van vuil of glad materiaal. • Zorg ervoor dat de vrachtwagen of trailer stilstaat en de wielen zijn geblokkeerd, de handrem is ingevoegd, de motor uit is, zonder contactsleutel in het instrumentenpaneel en met de laadbak omlaag. • De oprijplanken moeten stevig op de structuur van het laadvlak zijn bevestigd. Controleer de goede bevestiging op de vrachtwagen/trailer alvorens de oprijplanken te gebruiken.
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN Rij op de oprijplanken zeer langzaam, stel de gashendel in op het minimum en regel met de rijhendels. Bij verandering van hellingsgraad moet op de LAAGST mogelijke snelheid worden gereden. Handhaaf een constante snelheid. Vermijd hard te remmen of plotseling op te trekken. Controleer, alvorens de oprijplanken verder op te rijden, of elke rupsband VOLLEDIG binnen het oppervlak van elke oprijplank ligt.
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 • Machine compleet met alle onderdelen. Bij het vervoer van de machine moet de frames van de rechter rupsband en de linker rupsband stevig bevestigd worden op het laadvlak van de vrachtwagen door middel van metalen kettingen en zachte kabelbeschermers. Zorg ervoor dat de metalen kettingen niet in rechtstreeks contact komen met de rubberen rupsbanden. De bevestigingspunten (zie onderstaande afbeelding) bevinden zich op het onderstel. 12.14.DE MACHINE HEFFEN Volg voor het correct heffen van de machine de volgende veiligheidsvoorschriften: • Plaats de machine op een horizontaal vlak • Tijdens het heffen van de machine mogen er geen personen aanwezig zijn op de bestuurdersplaats • Controleer dat er geen personen aanwezig zijn in het werkgebied • Gebruik kabels en bevestigingssystemen die voldoende stevig zijn voor het gewicht van de machine •...
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN • Open de laadbak volledig en blokkeer hem met de “Blokkering van de cilinder van de laadbak”; • Blokkeer de bedieningshendels van de laadbak door middel van de daarvoor bestemde vergrendelingsvoorziening • Sluit de hefsystemen aan zoals aangegeven op de onderstaande afbeelding. Het is belangrijk dat de op de hefpunten (1) aangesloten hefmiddelen op 90° ten opzichte van de lengteas van de machine worden geplaatst (zien onderstaande afbeelding). 12.14.1.Hefpunten De dumper heeft vier hefpunten: twee voorste (pos. 1 op de afbeelding) en twee achterste (pos. 2 op de afbeelding). Deze worden aangeduid met het volgende symbool: H= ≥ 2m 90° Zowel de touwen als de structuur moeten voldoen aan de geldende regelgeving. Compacte Dumper KC300...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 12.15.TREKHAAK De dumper is aan de voorkant uitgerust met een trekhaak die geschikt is voor een maximaal toepasbare kracht gelijk aan 1000 kg. De operator is verantwoordelijk voor: • de keuze van het meest geschikte bevestigingssysteem en de lengte ervan , om het te slepen voorwerp met de haak te verbinden; • het op veilige wijze verbinden van het bevestigingssysteem op de trekhaak, • de besturing van de machine, alleen vanaf de bedieningsplek “VOORUIT” • dat er gereden wordt met de laagst mogelijke snelheid en NOOIT in de tweede versnelling; • dat gecontroleerd wordt dat het gesleepte voorwerp en/of het bevestigingssysteem tijdens het niet recht vooruit rijden niet kunnen botsen met enig onderdeel van de machine; voor het uitvoeren van een passende risicobeoordeling van de sleephandeling.
MUKC300062001 GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN 7 Voorkom het contact van de rubberen rupsband met brandstof of synthetische olie. 8 Mocht dit gebeuren, dan moet de rupsband onmiddellijk gereinigd worden. 9 Het gebruik van rubberen rupsbanden in kuststreken moet zoveel mogelijk vermeden worden omdat de zilte lucht of het zout in het algemeen de hechting van het rubber en de interne metalen kern aantast. 12.17.CONTROLES VOORAFGAAND AAN DE START VAN DE WERKZAAMHEDEN Voorafgaand aan het dagelijkse gebruik van de machine moet als volgt gehandeld worden: • Controleer dat het hydraulische systeem van de machine geen lekkages vertoont. In geval van lekkages moeten de nodige reparaties worden uitgevoerd en ...
GEBRUIK EN VOORZORGSMAATREGELEN MUKC300062001 • Controleer de correcte werking van alle veiligheidsvoorzieningen. • Controleer het motoroliepeil (zie paragraaf betreffende onderhoudswerkzaamheden). • Controleer het peil van het koelmiddel (zie paragraaf inzake de onderhoudswerkzaamheden). • Controleer de spanning van de v‐snaar van de motor (zie paragraaf inzake de onderhoudswerkzaamheden). Controleer, in het geval van machine met een driezijdige laadbak, dat er geen puin of vuil aanwezig is dat de correcte sluiting en opening van de schotten kan belemmeren, ...
MUKC300062001 ONDERHOUD 13.ONDERHOUD 13.1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN TIJDENS DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN • De reserveonderdelen moeten in overeenstemming zijn met de technische voorschriften van de fabrikant. Dit wordt gegarandeerd door het gebruik van originele reserveonderdelen. • Het maken van fouten in dit proces kan uiterst gevaarlijk zijn. Alvorens de smering of reparaties uit te voeren, moet de handleiding voor gebruik en onderhoud met aandacht gelezen worden.
Pagina 102
ONDERHOUD MUKC300062001 de verbindingselementen op correcte wijze aan alvorens de druk opnieuw op te voeren. Houd handen en lichaam ver van de gaatjes en de mondstukken waaruit vloeistof onder hoge druk naar buiten kan spuiten. Gebruik een stuk karton of papier om lekken op te sporen. • Zware onderdelen moeten geheven worden met gebruik van hefmiddelen met een voldoende draagvermogen. Controleer voorafgaand aan alle onderhoudswerkzaamheden of wordt voldaan aan de volgende veiligheidsvoorwaarden: • zet de motor af en verwijder de contactsleutel uit het bedieningspaneel; • schakel de accuscheidingsschakelaar uit • verwijder alle voorwerpen uit de laadbak; • sluit de laadbak volledig. In geval de uit te voeren handelingen met geopende laadbak moeten plaatsvinden, blokkeer de bak dan door middel van de “blokkering cilinder laadbak”.
MUKC300062001 ONDERHOUD Sluit aan het einde van de onderhoudswerkzaamheden de kap en sluit het slot door de sleutel te verwijderen. 13.2.TABEL VAN DE AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN 13.2.1.Motorolie De motorolie moet kenmerken hebben die hoger zijn dan de klasse CC (API). Het type van de motorolie moet worden aangepast aan omgevingstemperatuur. hoger dan 25°C SAE30 of SAE10W‐30 SAE10W‐40 0°C tot 25°C SAE20 of SAE10W‐30 SAE10W‐40 lager dan 0°C SAE10W of SAE10W‐30 SAE10W‐40 Wanneer u gebruik maakt van een ander type olie dan hierboven aangegeven, moet alle eerder gebruikte olie worden afgetapt voordat de nieuwe soort olie wordt bijgevuld. Compacte Dumper KC300...
ONDERHOUD MUKC300062001 13.2.2.Hydraulische olie 13.2.3.Brandstof voor machine met dieselmotor Dieselbrandstof nr.2‐D: dit is een aardoliedistillaat met lage vluchtigheid voor motoren, gebruikt in de industrie en voor zware motorvoertuigen. (SAE J313 JUN87) Kwaliteit van de lichte dieselolie op basis van ASTM D975 Vlampunt Water en sediment Koolstofresten, °C in volume % resten van 10% gewicht in % 0,05 0,35 0,01 Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 ONDERHOUD Destillatietemperatuur, Kinematische viscositeit Viscositeit °C, punt 90% cst of mm2/s Saybolt, SUS bij 40° C bij 37,8° C 32,6 40,1 Zwavel gewicht Corrosie van de Cetaangetal in % koperen band 0,50 Nr.3 Het cetaangetal moet minimaal 45 zijn. Gebruik alleen vloeibare brandstoffen. Gebruik geen andere soorten brandstof, omdat hun kwaliteit niet herkend wordt of zelfs lager is, ook geen kerosine die, als gevolg van het lage cetaangetal, de motor kan beschadigen. Het kwaliteitsniveau van de brandstof varieert op basis van de buitentemperatuur. 13.2.4.Koelvloeistof (alleen voor machines met radiateur) 50/50 Mengsel van koelmiddel long‐life (SAE J 1034, SAE J 814 C) en gedestilleerd water. Vol. % Vriespunt in °C Antivries ‐37...
Pagina 106
ONDERHOUD MUKC300062001 om de 50 uur Controle van de brandstofleiding en van de klemband Reiniging van de luchtfilterelement om de 100 uur Reiniging van het brandstoffilter Controle spanning ventilatorriem Reiniging radiateur om de 200 uur Verversen motorolie Vervanging oliefilterelement Controle luchtinlaatleiding om de 300 Controle bedrijfsuren radiateurslang en of om de 6 klembanden maanden Om de 400 uur Vervanging brandstoffilterele ment om de 500 uur Verwijdering...
Pagina 107
MUKC300062001 ONDERHOUD om de 800 uur Controle klepspeling om de 1500 uur Controle druk verstuiver inspuitventiel brandstof om de 3000 uur Controle inspuitpomp om de twee jaar Verversing koelvloeistof radiateur (Koelvloeistof met lange levensduur) Vervanging radiateurslang en klembanden Vervanging brandstofleidinge n en klembanden Vervanging luchtinlaatleiding of: De met dit symbool aangegeven werkzaamheden moeten worden uitgevoerd na de eerste 50 bedrijfsuren. *1: In zeer stoffige werkomgevingen moet het luchtfilter vaker gereinigd worden. *2: Na 6 reinigingen. *3: Neem voor deze technische ingreep contact op met de plaatselijke erkende dealer.
ONDERHOUD MUKC300062001 13.3.1.Brandstof tanken De brandstof is ontvlambaar en kan gevaarlijk zijn. Hanteer met maximale voorzichtigheid. Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Meng geen diesel met benzine of alcohol. Een dergelijk mengsel kan explosies veroorzaken. • Let op om tijdens het tanken geen brandstof te morsen. Mocht dit gebeuren, reinig dan onmiddellijk in verband met het brandgevaar. • Vergeet niet om de motor af te zetten voordat er getankt wordt. • Houd de motor uit de buurt van vuur. • Zorg ervoor dat de motor wordt afgezet tijdens het dagelijkse en periodieke onderhoud, tijdens het tanken van brandstof en tijdens de reparatie en de reiniging. • Rook niet tijdens werkzaamheden in de buurt van de accu of tijdens het tanken.
MUKC300062001 ONDERHOUD • Gebruik tijdens het tanken altijd een filter, aangezien vuil en zand de inspuitpomp van de brandstof ernstig kunnen beschadigen. • Let op dat de brandstoftank niet geheel leeg raakt; in dat geval kan er lucht in het brandstofsysteem binnendringen en is het nodig om het systeem te ontluchten alvorens de motor opnieuw in te schakelen. Verwijs in dit geval naar de handleiding van de motor. 13.3.1.1. Tankprocedure machines dieselversies • Controleer of het brandstofpeil hoger is dan het in rood gemarkeerde minimale peil van de indicator op het bedieningspaneel.
ONDERHOUD MUKC300062001 Het binnendringen van stof en vuil kan leiden tot storingen van de inspuitpomp brandstof van het inspuitventiel. Spoel regelmatig de carter van het brandstoffilter. (1) O‐ring (2) Filterelement (3) Veer (4) Bakje filter (5) Schroefdraadring 13.4.VERVANGING VAN HET BRANDSTOFFILTERELEMENT 1 Verwijder de beschermende afdekking onder de oliecarter aan de voorzijde van de dumper. 2 Vervang om de 400 bedrijfsuren het brandstoffilterelement met een nieuwe. 3 Smeer de afdichting met een dun laagje diesel en scherp het filterelement dan op zijn positie stevig aan met de hand, 4 Ontlucht het systeem tenslotte. Het brandstoffilterelement moet regelmatig vervangen worden om te voorkomen dat de pompplunjer of de verstuiver van de inspuitpomp vroegtijdig verslijten als gevolg van het binnendringen van in de brandstof aanwezige onzuiverheden.
MUKC300062001 ONDERHOUD 1: Brandstoffilterelement 2: Ontluchtingsbout 3: O‐ring 4: Gewricht van de leiding 5: Deksel 13.5.VENTILATORRIEM Aanpassing van de spanning van de ventilatorriem Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Stop de motor en neem de contactsleutel weg alvorens de spanning van de ventilatorriem te controleren. • Zorg ervoor dat na het onderhoud of de controles de verwijderde afscherming worden teruggeplaatst. Correcte spanning van de ventilatorriem: Wanneer halverwege de riemschijven op de riem wordt gedrukt, moet deze tussen 7 en 9 mm doorbuigen. Verwijder de afscherming onder het bedieningspaneel en oefen op de riem, halverwege de riemschijven, met de duim een matige druk uit.
ONDERHOUD MUKC300062001 Vervang de ventilatorriem wanneer ze beschadigd is. Wanneer de riem is ontspannen of beschadigd, of is de ventilator beschadigd, kan dit leiden tot een oververhitting of een onvoldoende oplaadvermogen van de accu. Herstel of vervang. 13.5.1.Motorolie Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Zorg ervoor dat de motor wordt uitgeschakeld alvorens het oliepeil te controleren en alvorens het oliefilterelement te vervangen. • Raak de knaldemper en uitlaatpijp niet aan wanneer ze heet zijn: gevaar voor ernstige brandwonden: Zet de motor af en laat hem afkoelen alvorens controles, onderhoud of reiniging uit te voeren. • Contact met motorolie kan schadelijk zijn voor de huid. Draag handschoenen bij het werken met olie. Was met olie bevuilde huid onmiddellijk. Voor de controle van het motoroliepeil moet de machine op een vlakke ondergrond worden geplaatst. Op een machine die op een helling staat, kan de hoeveelheid olie niet nauwkeurig bepaald worden. Controle oliepeil 1 Controleer het peil van de motorolie voorafgaand aan de start of na 5 minuten na het afzetten van de motor. 2 Neem de oliepeilstok uit, reinig hem met een schone doek en plaats hem terug.
Pagina 113
MUKC300062001 ONDERHOUD Hoeveelheid motorolie: 9,5 liter. (1) Niveauaanduiding olie (2) Dop van de vulopening (Onderste uiteinde peilstok). (A) Het peil van de motorolie is binnen deze grenzen correct. Vuldop motorolie Olie verversen Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Zet de motor af voorafgaand aan het verversen van de motorolie. • Vang de motorolie op in een bak en verwijder de afgewerkte olie volgens de plaatselijke regelgeving. • De olie moet niet onmiddellijk na de werking van de motor worden afgetapt. Wacht tot de motor voldoende afkoelt. 1 Ververs de olie na de eerste 50 bedrijfsuren en vervolgens om de 200 bedrijfsuren. Compacte Dumper KC300...
ONDERHOUD MUKC300062001 2 Verwijder de afscherming onder de oliecarter. 3 Verwijder de aftapplug op de onderkant van de motor en laat al de afgewerkte olie wegstromen. 4 Het aftappen van de olie is eenvoudiger en vollediger wanneer het wordt uitgevoerd met een warme motor. 5 Vul bij met de nieuwe motorolie tot aan het bovenste niveau aangegeven op de oliepeilstok. Fig. 39 Onderste afscherming motor Fig. 40 Aftapplug motorolie 13.6.FILTER MOTOROLIE VERVANGEN Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Vervang het oliefilterelement alleen bij de afgezette motor. • Laat de motor voldoende afkoelen: de motorolie kan zeer heet zijn en brandwonden veroorzaken. 1 Verwijder de afscherming onder de oliecarter. 2 Neem het opgebruikte filterelement weg met behulp van een sleutel. 3 Smeer de afdichting voor het nieuwe element in met een beetje olie. 4 Schroef het filterelement vast met de hand. Wanneer de afdichting contact maakt ...
MUKC300062001 ONDERHOUD motor even draaien en controleer of er sprake is van lekkages uit de afdichting. Vul zo nodig olie bij. Oliefilterelement Demonteren met bandsleutel. (Aanscherpen met de hand) Verwijder zorgvuldig alle olieresten op de machine. 13.6.1.Onderhoud luchtfilter motor Het luchtfilterelement is van het droge type en moet nooit met olie gesmeerd worden. 1 Onder normale bedrijfsomstandigheden moet de uitlaatklep eenmaal per week ...
Pagina 116
ONDERHOUD MUKC300062001 1: Haken deksel luchtfilter 2: Uitlaatklep 3: Deksel luchtfilter • Controleer of de haken van het deksel van het luchtfilter stevig gesloten zijn. Wanneer deze los blijven, kan stof en vuil worden aangezogen en worden de prestaties van de motor vermindert als gevolg van de aantasting van de cilinder en de afdichtingsring. • Het luchtfilterelement moet niet voortdurend onderworpen worden aan onderhoud, Dit zou het binnendringen van vuil in de motor en een vroegtijdige slijtage kunnen veroorzaken. Het peil van de koelvloeistof moet, indien nodig, voorafgaand aan de inbedrijfstelling van de motor hersteld worden. Controleer derhalve het peil van de koelvloeistof regelmatig, voorafgaand aan elke inwerkingstelling.
MUKC300062001 ONDERHOUD 13.7.KOELVLOEISTOF CONTROLEREN/TOEVOEGEN Voor het voorkomen van persoonlijk letsel: • Stop de motor niet plotseling; stop hem na ongeveer 5 minuten onbelaste werking. • Handel alleen na de volledige afkoeling van de motor en de radiateur (meer dan 30 minuten na de stopzetting). • Verwijder de dop van de radiateur niet wanneer de motor erg heet is. Schroef de dop van de radiateur vervolgens een klein beetje los om de druk af te laten en verwijder hem daarna volledig. In geval van oververhitting kan er stoom uit de radiateur of het expansievat ontsnappen en ernstige branden veroorzaken.
MUKC300062001 ONDERHOUD Wanneer de radiateurdop moet worden losgedraaid, volg dan de hierboven beschreven voorzorgsmaatregelen en draai hem daarna weer stevig dicht. Wanneer er sprake is van een lekkage van water moet de erkende dealer worden geraadpleegd. Gebruik voor het vullen van het expansiereservoir schoon kraanwater en antivriesmiddel. Zorg ervoor dat er geen slip van zilt water de radiateur binnendringt. Vul het expansiereservoir niet bij met antivriesmiddel voorbij de aanduiding “FULL” (vol). Zorg ervoor dat de radiateurdop veilig wordt dichtgeschroefd. Wanneer de dop niet stevig dicht is, kan er koelvloeistof ontsnappen en zal het peil snel dalen. 13.7.1.Koelvloeistof verversen 1 Handel voor het aftappen van de koelvloeistof altijd op beide aftapkraantjes en open tegelijkertijd ook de radiateurdop. Wanneer de radiateurdop gesloten blijft, kan niet al het water worden afgevoerd. 2 Verwijder ...
ONDERHOUD MUKC300062001 Wanneer de koelvloeistof een temperatuur dicht bij of voorbij het kookpunt bereikt, ook wel “OVERVERHITTING” genaamd, moeten bij het gaan branden van het waarschuwingslampje de volgende maatregelen getroffen worden: 1 stop de werking van de motor op een veilige plek en laat de motor onbelast stationair lopen; 2 stop de motor niet plotseling maar pas na 5 minuten stationaire werking; 3 wanneer de motor na ongeveer 5 minuten onbelaste werking uitvalt, moet de machine onmiddellijk verlaten worden en moet men uit de buurt ervan blijven. Open onder geen beding de motorkap of andere delen;...
MUKC300062001 ONDERHOUD Brand‐ en letselgevaar! De temperatuur van de uitlaatgassen stijgt aanzienlijk tijdens de regeneratie en de vrijkomende gassen zijn veel heter dan die welke ontsnappen onder normale bedrijfsomstandigheden. Brand‐ en letselgevaar als mensen, dieren, planten of brandbare materialen zich in de directe omgeving van het uitlaatsysteem bevinden! ‐Houd het uitlaatsysteem en de omgeving vrij van brandbaar materiaal. ‐Als er gevaar voor het milieu bestaat, stop dan de regeneratie van het roetfilter.
ONDERHOUD MUKC300062001 a De automatische regeneratie van het roetfilter is ingeschakeld. 2 De koelvloeistof van de motor moet op bedrijfstemperatuur zijn. 3 Het toerental van de motor moet minimaal 1650 tpm zijn. Tijdens het regeneratieproces licht de gele of rode waarschuwingslampje op het display op, afhankelijk van de urgentie van de melding. Met de automatische start van de regeneratie van het roetfilter verschijnt de melding op het display en gaat ook het gele waarschuwingslampje ʺAlarm‐ en/of waarschuwingslampjes (p. 58)ʺ branden. Tijdens de regeneratie van het roetfilter stijgt de temperatuur van de uitlaatgassen aanzienlijk. Het is echter mogelijk om te blijven werken met de graafmachine.
MUKC300062001 ONDERHOUD Filter Vervange hydraulisc olie *: eerste verversing Voorafgaand aan elke ingreep op het hydraulische systeem, moet gecontroleerd worden of de restdruk volledig is afgelaten. • Stop de machine op een vlakke en stevige ondergrond, met de gesloten of geopende maar geblokkeerde laadbak. • Schakel de motor uit en neem de contactsleutel weg. • Open de vuldop van de tank van de hydraulische olie. • Ga op de bedieningsplek staan en controleer dat er geen personen in de nabijheid aanwezig zijn.
Pagina 124
ONDERHOUD MUKC300062001 Vul indien nodig olie bij via de vuldop. Fig. 43 Vuldop olie • Verversen Draai de vuldop één slag los en wacht tot de onder druk staande lucht uit de tank ontsnapt. Schroef dan de dop volledig los. Het openen van de dop en, meer in het algemeen, van onderdelen van het hydraulische systeem, kan leiden tot het binnendringen van (ook microscopisch) vuil in de tank, hetgeen de levensduur van de hydraulische onderdelen aanzienlijk kan beperken. Sluit het hydraulische systeem zo snel mogelijk weer af. Ga voor het volledig verversen van de hydraulische olie als volgt te werk: • Open de vuldop; • Schroef de aftapplug onder de tank los; • Laat de olie in de tank volledig wegstromen. Schroef de aftapplug weer dicht en vul de tank via de vuldop; vermijd om olie van verschillende fabrikanten te mengen. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 ONDERHOUD Fig. 44 Aftapplug olie 13.10.2.Filter hydraulische olie Vervangen Het filter van de hydraulische olie (A) bevindt zich op de bovenkant van de olietank, onder de motorkap. Om het filter te bereiken moet de motorkap geopend worden. Open de dop van de hydraulische olie, schroef de dop van het filter los en verwijder het filter, vervang tenslotte het filterelement D. Plaats het deksel terug en controleer op de dop is aangescherpt. Controleer het peil van de hydraulische olie en vul eventueel bij. Compacte Dumper KC300...
ONDERHOUD MUKC300062001 13.11.SMEERPUNTEN 13.11.1.Smeren draaikrans De draaikrans is voorzien van 3 smeernippels. Dit zijn één extern en twee interne smeernippels die via de onderkant van de dumper bereikt kunnen worden. Fig. 45 Smeernippel Fig. 46 Smeernippels 13.11.2.Smering cilinder (alleen voor machines met driezijdige laadbak) Op machines met een driezijdige laadbak moet de hefcilinder van de laadbak wekelijks gesmeerd worden met behulp van de daarop aangebrachte smeernippel. Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 ONDERHOUD 13.12.ELEKTRISCHE INSTALLATIE 13.12.1.Accu (indien aanwezig) Raak de polen van de accu niet aan met de sleutels of met ander materiaal, omdat dit een beschadiging van de accu of van het elektrische systeem kan veroorzaken of een elektrische schok. Bij het handelen op de accu moet de sleutel van de accuscheidingsschakelaar ...
ONDERHOUD MUKC300062001 e Voeg indien nodig gedestilleerd water bij (het niveau van de vloeistof van de accu moet altijd tussen de tekens minimum en maximum op de accu staan). Zorg ervoor dat het niveau gecontroleerd wordt voordat de accu wordt opgeladen. f Sluit de doppen van de vloeistof van de accu weer. g Plaats de accuklemmen terug. 13.12.2.Zekeringen en relais De zekeringen en relais van de machine zijn geplaatst in de power box die zich linksachter onder de motorkap bevindt. Om te handelen op de zekeringen en relais moet het metalen deksel van de power box en de twee onderliggende plastic afschermingen verwijderd worden. 7.5A 100A Compacte Dumper KC300...
MUKC300062001 ONDERHOUD 13.13.ONDERHOUD VAN DE RUBBEREN RUPSBANDEN 13.13.1.Controle spanning rupsbanden Stop de machine op stevig en vlak terrein. Til de machine onder veilige omstandigheden op en plaats stevige blokken onder het chassis van het onderstel om het geheel te ondersteunen. Meet ter hoogte van de centrale rol van het onderstel afstand A van de bodem van de rol in de harde binnenkant van de rubber rupsband. De spanning van de rupsband is normaal wanneer de maat A ligt tussen 10 en 15 mm.
ONDERHOUD MUKC300062001 13.13.2.Handelingen voor het aanspannen van de rupsband Het vet in de hydraulische rupsband staat onder druk. Wanneer er grind of modder tussen het tandwiel en de schakels van de rupsband is ingeklemd, moet dit voorafgaand aan het aanspannen verwijderd worden. • Sluit, voor de aanspanning van de rupsband, een vetpistool aan op de smeernippel 2 en spuit vet in tot de spanning van de rupsband de aangegeven waarden bereikt (gebruik bij voorkeur een pneumatische pomp met een werkdruk van 100 bar). • Verwijder alle gemorste resten vet Het is abnormaal wanneer de rupsband na het inspuiten van vet in de smeernippel 2 nog niet goed is aangespannen. Ga in dat geval naar een servicecentrum. 13.13.3.Verwijdering van de rubberen rupsband 1 Stop de machine op stevig en vlak terrein. Hef de machine volgens de aanwijzingen van paragraaf “De machine heffen”...
MUKC300062001 ONDERHOUD Gebruik een hefboom (4) met een gepaste lengte om een tand van het centrale wiel buiten het spanwiel van de rupsband te plaatsen. Laat de rupsband (5) dan langzaam draaien, eventueel met behulp van de hefboom. Zet kracht (6) aan de zijkant om de rupsband te verschuiven en hem vanaf het spanwiel van de rupsband te heffen. 13.13.4.De rubberen rupsband installeren Controleer, voorafgaand aan de installatie van de rubberen rupsband, of de machine veilig geheven is en verder kan worden gegaan met de montage van de rupsband, zoals aangegeven in de vorige paragraaf. 1 Controleer of het vet uit de hydraulische cilinder is verwijderd. 2 Breng ...
ONDERHOUD MUKC300062001 5 Zorg ervoor dat de schakels van de rupsband correct aangrijpen op de tandriem en het spanwiel. 6 Pas de spanning van de rupsband aan (zie paragraaf “Handelingen voor het aanspannen van de rupsband”). 7 Breng de dumper terug naar de grond. 13.14.CONTROLE AANSCHERPING SCHROEVEN EN BOUTEN Een belangrijk onderdeel van het onderhoud van de dumper bestaat in de controle van bouten, moeren en onderdelen die mogelijk los kunnen raken. Besteed bijzondere aandacht aan de onderdelen van het chassis zoals de spanwielen ...
MUKC300062001 ONDERHOUD 53 ± 6 73 ± 8 92 ± 10 135 ± 15 184 ± 20 13.15.OPSLAG VAN DE MACHINE 1 Controleer de machine. Repareer versleten of beschadigde onderdelen. Installeer, indien nodig, nieuwe onderdelen. 2 Reinig de filterelementen van het luchtfilter. 3 Smeer alle smeerpunten. 4 Was de machine. 5 Verwijder de accu en sla deze op, na het volledig opladen, op een droge plaats. 6 Lak de delen die eventueel roest vertonen. 7 Sla de machine op, op een droge en beschermde plaats. Bij opslag in de buitenlucht moet de machine, wanneer de is afgekoeld, afgedekt worden met een zeil ter bescherming tegen de regen.
Pagina 134
ONDERHOUD MUKC300062001 Start de motor alleen in een goed geventileerde omgeving. 1 Sluit de pluggen van de motor en radiateur en vul de koelvloeistof bij. Controleer alle niveaus van de vloeistoffen. 2 Start de motor en laat hem enkele minuten met gemiddeld toerental draaien alvorens de werkzaamheden te starten. 3 Laat alle hydraulische onderdelen meerdere malen functioneren. 4 Controleer het gehele systeem aandachtig alvorens de machine vol belast te gebruiken. Compacte Dumper KC300...
REGISTER VAN DE INSPECTIES EN MUKC300062001 14.REGISTER VAN DE INSPECTIES EN REPARATIES Serienummer van de machine: _______________ In de volgende tabel worden geregistreerd: • het periodieke onderhoud (de werkelijke bedrijfstijd, de datum, de naam en de handtekening van de persoon die het onderhoud heeft uitgevoerd) • de resultaten van de inspecties en tests (de werkelijke bedrijfstijd, de datum, de naam en de handtekening van de persoon die de inspecties heeft uitgevoerd) • de belangrijke wijzigingen en de reparaties • eventuele certificaten Datum Handtekening Opmerkingen ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐...
Pagina 137
MUKC300062001 REGISTER VAN DE INSPECTIES EN REPARATIES Datum Handtekening Opmerkingen ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ Statutaire zetel en hoofdkantoor KUBOTA EUROPE S.A.S] 19‐25, Rue Jules Vercruysse BP 50088 ‐ Z.I. 95101 Argenteuil Cedex Frankrijk Tél. : +33(0)1 34 26 34 34 Fax : +33(01 34 26 34 21 www.kubota.fr KUBOTA U.K LIMITED] Dormer Road Thame Oxfordshire OX9 3UN Tel. : +44(0)184 421 4500 Fax : +44(0)184 421 6685 www.kubota.co.uk KUBOTA BAUMASCHINEN GMBH Steinhauser Straße 100 66482 Zweibrüchen Tel. : +49(0)6332 48 70 Fax : +49(0)6332 48 71 01 www.kubota‐baumaschinen.de Compacte Dumper KC300...
Pagina 138
REGISTER VAN DE INSPECTIES EN MUKC300062001 Compacte Dumper KC300...
Pagina 139
MUKC300062001 Handbediende deur op de machine..............Pag. 10 Voorbeeld van de EG‐conformiteitsverklaring ..........Pag. 14 Positie CE‐typeplaatje ..................Pag. 15 Voorbeeld CE‐typeplaatje..................Pag. 15 Positie serienummer van de dieselmotor ............Pag. 15 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 18 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 19 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 19 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 22 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 23 Technische gegevens versie Bouwsector ............Pag. 23 Terminologie Versie Bouwsector..............Pag. 25 Terminologie Driezijdige Versie ...............Pag. 26 Noodhendel uitschakeling motor..............Pag. 51 Vooruitrijden .......................Pag. 53 Achteruitrijden ....................Pag. 53 Bestuurdersstoel....................Pag. 55 Gashendel......................Pag. 56 Stand 1 ........................Pag. 58 Stand 2 ........................Pag. 59 Stand 3 ........................Pag. 59 Stand 4 ........................Pag. 59 Stand 4 ........................Pag. 59 Stand 5 ........................Pag. 59 Stand 5 ........................Pag. 59 Stand 7 ........................Pag. 60...