5.10 T
RANSPORT VAN DE MACHINE
Oprijplaten
De dumper is zeer wendbaar en stabiel, ook tijdens het rijden. Wij adviseren de
gebruiker echter met aandacht te handelen, ook tijdens handelingen die zeer een‐
voudig lijken.
Tijdens het laden of afladen van een vrachtwagen/oplegger moeten oprijplaten
worden gebruikt en moet u de volgende indicaties volgen:
‐
Controleer of de vrachtwagen/oplegger over het geschikte vermogen beschikt
om de dumper te vervoeren. Raadpleeg in deze handleiding het gewicht, aan‐
geduid in de technische gegevens of op de EG‐typeplaat (ref. paragraaf 1.1).
‐
Parkeer de vrachtwagen/oplegger op een vlak oppervlak.
‐
Kies zorgvuldig de oprijplaten om een maximale hoek van 15° te kunnen ver‐
zekeren t.o.v. het terrein. Als algemene regel geldt dat indien de oprijplaten en
de vrachtwagen/oplegger op een oppervlak zonder hellingvariatie rusten, dit
voorschrift wordt betracht als de verhouding tussen de lengte van de oprijpla‐
ten en de hoogte van het oppervlak van de vrachtwagen/oplegger groter of
gelijk is aan 3.7.
‐
Zorg voor oprijplaten met conform zijprofiel en met afmetingen zoals op de
tekening:
‐
Zorg voor oprijplaten met een geschikt vermogen. Raadpleeg het deel techni‐
sche gegevens van de handleiding voor het gewicht van de machine.
‐
Controleer of de oprijplaten en het laadvlak van de vrachtwagen/oplegger vrij
zijn van vuil of glibberig materiaal.
‐
De vrachtwagen/oplegger moet stilstaan met geblokkeerde wielen, getrokken
handrem, uitgeschakelde motor, zonder de contactsleutel in het contactslot en
met vlakke kiepbak.
MUKC25060316
C
OMPACTE DUMPER
Wiggen
Zijprofiel
KC250 ‐ K
UBOTA
450 mm
Rijvlak
rupswagen
57