3.1.3 G
EBRUIK IN EXPLOSIEGEVAARLIJKE OMGEVING
PERICOLO
GEVAAR
HET is uitdrukkelijk VERBODEN de machine op plaatsen onder de grond te
gebruiken ook al is geen explosiegevaar aanwezig.
3.2
B
RANDPREVENTIE
ATTENZIONE
LET OP
Houd de motorruimte schoon, verwijder houtfragmen‐
ten, papier en andere ontvlambare producten en verwij‐
der zorgvuldig de gemorste brandstof, olie of ontvlam‐
bare vloeistoffen daar ze verantwoordelijk kunnen zijn
voor brandgevaar. Niet roken en geen vonken veroor‐
zaken in de tankzone of opslagzone van de brandstof.
De tank niet overmatig vullen. Controleer na het tanken
of de dop veilig en correct sluit. Controleer of tijdens het
tanken geen brandstof lekt. De dampen of lekken kun‐
nen ontvlammen.
Zorg ervoor dat de zone goed droog is alvorens de motor te starten. De uitlaat raakt
tijdens de werking oververhit en blijft warm ook nadat de motor is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat de uitlaat of delen van de motorkap nabij de uitlaat niet worden aan‐
geraakt als ze heet zijn. Laat de motor eerst afkoelen alvorens op de dumper te werken
om brandwonden te vermijden.
3.3
P
REVENTIE TEGEN UITLAATGASSEN
Indien in een gebouw moet worden gewerkt, moet men controleren of de ventilatie
voldoende is. Is men hier niet zeker van dan moet een verlenging worden gebruikt
om de uitlaatgassen af te voeren. De uitlaatgassen van de motor kunnen dodelijk
zijn.
MUKC25060316
C
OMPACTE DUMPER
KC250 ‐ K
UBOTA
27