•
controleer of de bestuurdersstoel in de correcte positie vaststaat.
De bestuurdersstoel moet zodanig afgesteld worden dat u comfortabel en moeite‐
loos kunt werken. Alle besturingen moeten op veilige wijze kunnen gebruikt wor‐
den.
5.3.2 B
ESTURING
ATTENZIONE
LET OP
• Plaats de bestuurdersstoel in de stand "VOORUITRIJDEN", geïllustreerd in
paragraaf 1.4.
• Breng via de koppeling/gashendel het toerental van de motor naar het mini‐
mum (ref. paragraaf 4.1).
• Schakel de parkeerrem uit via de hiervoor bestemde drukknop (ref. paragraaf
4.3.1).
• Zorg ervoor dat alle veiligheidsvoorwaarden worden gecheckt en dat de contro‐
lelamp "geen toestemming voor het rijden" uit is (ref. paragraaf 4.3.1)
• Duw beide rijhendels (ref. paragraaf 4.2) op gelijke wijze naar voor, de dumper
zal recht vooruit rijden. Als de rijhendels worden gelost, stopt de dumper
onmiddellijk. Als beide rijhendels op gelijke wijze naar achter worden
getrokken, rijdt de dumper recht naar achter.
• Duw op het gaspedaal voor een grotere snelheid (ref. paragraaf 4.1).
PERICOLO
GEVAAR
Bij modderige en oneffen terreinen moet langzaam gereden worden.
PERICOLO
GEVAAR
Bij het gebruik van de driezijdige laadbak is het strikt verboden zich te
verplaatsen met de geopende zijschotten.
MUKC25060316
C
OMPACTE DUMPER
KC250 ‐ K
UBOTA
47