Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag
van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit
stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt
gebruikt om een optimaal evenwicht tussen energieverbruik en
comfort te bereiken, afhankelijk van het type van de toepassing.
18. Proefdraaien
Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld moet
de installateur de correcte werking controleren. Hiervoor moet het
systeem proefdraaien volgens de hierna beschreven procedures.
18.1. Proefdraaien
18.1.1
Voorzorgsmaatregelen voor het proefdraaien
Bij het proefdraaien worden de buitenunit en de binnenunits
opgestart:
Controleer of de voorbereidingen van alle binnenunits voltooid
zijn (lokale leidingen, elektrische bedrading, ...). Zie de
montagehandleiding van de binnenunits voor meer informatie.
Controleer of de bronwaterpomp werkt. Controleer of alle lucht
uit het watercircuit is verwijderd en of het water met voldoende
debiet kan circuleren.
Controleer of de vergrendelschakeling is aangesloten. De unit
kan niet werken als de vergrendelschakeling niet is aangesloten.
VOORZICHTIG
Laat het systeem niet proefdraaien terwijl aan de
binnenunits wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen niet alleen de buitenunit, maar
ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
VOORZICHTIG
Zet de toestellen bij het testen nooit onder meer druk
dan de maximaal toelaatbare druk (zoals aangegeven
op het naamplaatje van de unit).
Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt.
Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het
koelgas in contact komt met vuur.
Raak ongewenste vloeistoflekken nooit rechtstreeks
aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door
bevriezing.
Proefdraaien is mogelijk bij een temperatuur van het
warmtebronwater van tussen 10°C en 45°C.
GEVAAR: Raak geen leidingen of interne onderdelen
aan.
Zie
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de veiligheid" op pagina 2.
GEVAAR: Elektrische schok
Zie
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking
tot de veiligheid" op pagina 2.
Voorzie een logboek en een machinekaart.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij de
apparatuur een logboek te voorzien met minstens: informatie
over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van
stand-by, ...
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
40
INFORMATIE
Vergeet niet dat wanneer de unit voor het eerst wordt
gebruikt, ze meer stroom kan verbruiken. Dit is te verklaren
door het feit dat de compressor een inlooptijd van 50 uur
heeft alvorens hij vlot draait en een stabiel stroomverbruik
bereikt. De reden is dat de spiraal van ijzer is en dat het
even duurt voordat de oppervlakken die contact maken,
glad zijn.
AANDACHT
Om de compressor te beschermen, moet u de voeding 6
uur voor gebruik inschakelen.
18.1.2
Proefdraaien
De hiernavolgende procedure beschrijft het proefdraaien van het
volledige systeem. De volgende punten worden gecontroleerd en
beoordeeld:
Controle van bedradingsfouten (controle van communicatie met
binnenunits).
Controle of de afsluiters openen.
Bepaling van de leidinglengte.
Controle van de hoeveelheid koelmiddel.
INFORMATIE
Het proefdraaien kan tot 30 minuten duren. Proefdraaien
gebeurt in de koelstand.
Naast het proefdraaien van het systeem, moet de werking van de
binnenunits ook afzonderlijk worden gecontroleerd.
Laat het systeem proefdraaien na de eerste installatie. Anders
wordt de storingscode U3 aangegeven op de gebruikersinterface
en is de normale werking niet mogelijk of kunt u een
afzonderlijke binnenunit niet laten proefdraaien.
Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit
afzonderlijk worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits
één voor één met een normale regeling op de gebruikers-
interface na het beëindigen van het proefdraaien. Zie de
montagehandleiding van de binnenunit voor meer informatie
over afzonderlijk proefdraaien.
INFORMATIE
Het kan 10 minuten duren om het koelmiddel in een
uniforme toestand te krijgen voordat de compressor
wordt gestart.
Bij het proefdraaien kan het stromen van het
koelmiddel of het geluid van een magneetklep goed
hoorbaar zijn en kan de displayweergave veranderen.
Dit zijn evenwel geen storingen.
Procedure
1
Sluit voor het proefdraaien alle voorpanelen (incl. de elektrische
componentenkast), zodat dit geen problemen veroorzaakt.
2
Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn ingesteld; zie
"15. Lokale instellingen uitvoeren" op pagina
3
Schakel de voeding naar de buitenunit en de aangesloten
binnenunits in.
AANDACHT
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik in om de
carterverwarming
van
compressor te beschermen.
4
Controleer of de pompmotor werkt.
5
Controleer of alle relevante afsluiters open zijn.
Warmtepompsysteem: Hogedruk-/lagedrukgas en vloeistof
Systeem met warmteterugwinning: aanzuiggas, hogedruk-/
lagedrukgas, vloeistof
28.
stroom
te
voorzien
en
RWEYQ8+10T8Y1B
VRV-W IV-Systeem airconditioner
4P399208-3 – 2015.01
de