Hoofdcomponenten in de unit ............6 5.3. Hoofdcomponenten in de elektrische componentenkast ....7 Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem. 6. Keuze van de installatieplaats ........... 7 De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen 7.
Daikin. voordoen. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met de dealer waar u de unit hebt gekocht. Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken.
Pagina 7
WAARSCHUWING VOORZICHTIG Gebruik bij de installatiewerkzaamheden alleen de Installeer de afvoerleiding zoals beschreven in deze opgegeven accessoires en onderdelen. montagehandleiding om voor een goede afvoer te Wanneer u toch andere onderdelen zou gebruiken, zorgen, en isoleer de leiding om condensvorming te kan dit leiden tot waterlekken, elektrische schokken, voorkomen.
Watertemperatuur: 20~35°C Watervolume: ≥60 l/minuut Deze montagehandleiding heeft betrekking op VRV-inverters van de Daikin RWEYQ-T-reeks. Deze units zijn ontworpen voor binnen- montage en worden gebruikt om te koelen, als warmtepomp en voor toepassingen met warmteterugwinning. De RWEYQ-T-units kunnen worden gecombineerd met binnenunits van de Daikin VRV-reeks voor airconditioningdoeleinden.
3.5. Combinatie en opties Wanneer het isolatiemateriaal van de leidingset voor meerdere buitenunits moet voldoen aan strengere vuurbestendigheids- De binnenunits kunnen worden gemonteerd in het volgende specificaties. De volgende sets kunnen worden gebruikt: productassortiment. EKBHFQ1 EKBHFQ2 Gebruik altijd geschikte binnenunits die compatibel zijn met BHFQ22P1007 R410A.
Overzicht van de unit 5.2. Hoofdcomponenten in de unit Een leidingschema en aanzichttekening is verkrijgbaar voor elk model. Afhankelijk van het modeltype komen sommige componenten 5.1. Openen van de unit in de lijst met hoofdcomponenten niet voor in de unit. Open het voorpaneel als volgt om toegang te krijgen tot de unit: Hoofdcomponenten: zie afbeelding...
Keuze van de installatieplaats 5.3. Hoofdcomponenten in de elektrische componentenkast WAARSCHUWING Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren gaan nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. Gelieve de klant op te dragen om de ruimte rond de unit schoon en vrij te houden.
Afmetingen en serviceruimte AANDACHT De in deze handleiding beschreven apparatuur kan 7.1. Gebruik van de unit elektronische ruis veroorzaken afkomstig radiofrequentie-energie. apparatuur voldoet specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
7.2. Serviceruimte Voorzie de hierna vermelde ruimte bij de installatie. 1 Versterkingsplaten of doeken 2 Draagband AANDACHT Gebruik een draagband van maximaal 20 mm breed die [1] Installatie met één buitenunit het gewicht van de unit kan dragen. [2] Installatie met meerdere buitenunits [3] Bovenaanzicht 8.3.
9.3. Keuze van de leidingdiameter Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en de afbeelding (alleen als referentie). 1 Voorkant 2 Gat voor funderingsbout (gaten van Ø17 op 4 hoeken) 3 Gebruik geen fundering die de unit op de 4 hoekpunten ondersteunt.
Pagina 15
Gebruik nooit een dikkere aanzuiggasleiding en hogedruk-/ Leiding tussen koelmiddelaftaksets: D lagedrukgasleiding. Leiding tussen koelmiddelaftakset en BS-unit: F Leiding tussen BS-unit en koelmiddelaftakset: H De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de geldende wetgeving. De minimale wanddikte voor leidingen voor Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit R410A moet overeenstemmen met de waarden in de van de stroomafwaarts aangesloten binnenunits.
9.4. Keuze van koelmiddelaftaksets 9.5. Beperkingen op de systeemleiding (lengte) Koelmiddel-Refnets Beperkingen op de leidinglengte Voor een voorbeeld met leidingen, zie "9.3. Keuze van de leidingdiameter" op pagina Zorg ervoor dat u bij de installatie van de leidingen binnen de maximaal toegestane leidinglengte blijft.
9.6. Systeem met VRV DX-binnenunits Systeemsetup Aftakking met Refnet-verbinding Aftakking met Refnet-verbinding en Refnet-verdeler Aftakking met Refnet-verdeler Systeem met één buitenunit REFNET joint (A-G) REFNET joint (A·B) REFNET header REFNET header Unit Unit Unit Indoor units Heat recovery system BS units Indoor units Heat recovery system Cooling only...
Maximaal toegestane lengte na aftakking 9.7.2 Mogelijke installatiepatronen en -configuraties De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht Leidinglengte vanaf de eerste koelmiddelaftakset tot de binnenunit oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de ≤40 m. leidingen blijft staan.
10. Voorzorgsmaatregelen voor Gebruik geen anti-oxidanten bij het hardsolderen van de leiding- verbindingen. Residu's kunnen de leidingen blokkeren en de unit koelmiddelleidingen beschadigen: Gebruik geen vloeimiddel bij het hardsolderen van koper-op- In de koelmiddelcyclus mag alleen het gespecificeerde koel- ...
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van leidingen A Warmtepompsysteem (2 leidingen) B Systeem met warmteterugwinning (3 leidingen) De afmetingen voor het bewerken van het flaregedeelte vindt u 1 Gaszijdige leidingen (lokaal te voorzien) in de volgende tabel. 2 Accessoireleiding Bij het aansluiten van de wartelmoeren moet u koelmiddelolie 3 Vloeistofzijdige leiding (lokaal te voorzien) ...
1 Installeer verbindingen horizontaal 10.3.2 Gebruik van de afsluiter waarschuwingslabel (1) op de verbinding bovenaan. Afsluiter openen De verbinding mag niet meer dan 15° hellen (zie zicht A). Verwijder het klepdeksel. Installeer de verbinding niet verticaal (zie zicht B). Steek een zeskantsleutel in de afsluiter en draai de afsluiter 2 De totale lengte van de op de verbinding aangesloten leiding linksom.
10.4. Lektest en vacuümdrogen 10.4.3 Installatie van koelmiddelleiding, lektest, vacumeren na de elektrische installatie van een binnenunit of Alle werkzaamheden aan de koelmiddelleidingen moeten klaar zijn buitenunit alvorens de (buiten- of binnen-)units in te schakelen. Stel de instelling van de buitenunit [2-21]=1 in (zie "Stand koelmiddel De expansieventielen worden geïnitialiseerd bij het inschakelen van aftappen/vacumeren"...
Welke kleppen? Stand van de kleppen INFORMATIE Stand van de kleppen A, B, C, D en Luchtdichtheidstest uitvoeren en Het is mogelijk dat de druk in de koelmiddelleiding niet afsluiters vacuümdrogen (Klep A moet altijd stijgt na het openen van de afsluiter. Dit kan o.a. te wijten gesloten zijn.
13. Omgaan met de hardgesoldeerde Installeer halverwege de waterleiding een ontluchtklep om cavitatie te voorkomen. plaatwarmtewisselaar Controleer na het voltooien van de afvoerleiding of het water vlot loopt en de leiding niet verstopt is door vuil. Sluit de afvoeruitlaat niet aan op de wateruitlaat. VOORZICHTIG ...
13.2. Voor gebruik of begin van het proefdraaien 13.4. Waterkwaliteit Controleer of de leidingen goed zijn aangelegd alvorens de unit INFORMATIE te laten proefdraaien. Controleer in het bijzonder of het filter, de ontluchtingsklep, de automatische watertoevoerklep en de De waterkwaliteit moet conform EU richtlijn 98/83/EG zijn. expansietank correct zijn geïnstalleerd.
14. Werk aan de elektrische bedrading 13.5. Onderhoud plaatwarmtewisselaar De prestaties van de plaatwarmtewisselaar kunnen afnemen door kalkvorming. Wanneer het waterdebiet daalt, kan hij vorstschade 14.1. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de elektrische oplopen. Daarom is het vereist om op regelmatige tijdstippen bedrading geprogrammeerd onderhoud uit te voeren om zo kalkvorming te voorkomen.
14.2. Interne bedrading – Tabel met onderdelen WAARSCHUWING Raadpleeg de sticker met het bedradingsschema op de unit. De Gebruik de unit niet tot de koelmiddelleiding volledig gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis: afgewerkt is. (Als u de unit gebruikt voordat de A1P......
VOORZICHTIG Gebruik stroomdraadleiding voor voedingsdraden. Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmen- strook en klem deze vast zoals beschreven in "14.6.3 Voedingsbedrading en transmissiebedrading in de unit" op pagina De transmissiebedrading moet worden bevestigd zoals beschreven in "14.6.3 Voedingsbedrading en transmissiebedrading in de unit"...
Pagina 30
Systeem met één buitenunit Systeem met meerdere buitenunits A B C F1 F2 F1 F2 Q1 Q2 Q1 Q2 Q1 Q2 F2 Q1 Q2 A B C A B C F1 F2 F1 F2 Q1 Q2 C/H SELECTOR TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT F1 F2 F1 F2 F1 F2...
Pagina 31
AANDACHT Voorzorgsmaatregelen installeren voedingskabels: Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op de voedingsklemmenstrook (loshangende voedings- kabels kunnen abnormaal warm worden). Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte te werk zoals hieronder afgebeeld. Gebruik voor de bedrading de aangegeven stroom- ...
14.6.4 Vergrendelschakeling en uitgang pompwerking 14.6.6 Werkingstype koelen/verwarmen instellen instellen Instellen van koelen/verwarmen met behulp van de afstands- Gebruik geïsoleerde draden met de hierna beschreven dikte met een bediening aangesloten op de binnenunit. nominale spanning van 250 V of meer. De keuzeschakelaar KOELEN/VERWARMEN (DS1) op de printplaat van de buitenunit (A1P) moet in de fabrieksinstelling OFF blijven Voor...
Bedien de schakelaars en drukknoppen met een geïsoleerd stokje Functies van de drukknopschakelaars op de printplaat van de (zoals bijvoorbeeld een balpen) om te voorkomen dat u onderdelen buitenunit (A1P) onder stroom zou aanraken. Schakel de voeding van de buitenunit en alle binnenunits in. Wanneer de communicatie tussen binnenunits en buitenunit(s) tot stand is gebracht en normaal is, zien de leds er als volgt uit (H2P UIT) (standaardsituatie bij verzending in de fabriek).
Pagina 34
Stand 1 Stand 2 Stand 1 wordt gebruikt voor het instellen van basisinstellingen en het Stand 2 wordt gebruikt voor het instellen van lokale instellingen van controleren van de staat van de unit (pagina 34). de buitenunit en het systeem. Instellingen in stand 1 veranderen en activeren: Instellingen in stand 2 veranderen en activeren: ...
15.2.2 Gebruik van de DIP-schakelaars 16.2. Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel Met behulp van de DIP-schakelaars kunt u Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat geen gassen Wat in te stellen met DIP-schakelaar DS1 vrij in de atmosfeer. Keuzeschakelaar KOELEN/VERWARMEN (zie de handleiding van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen) Koelmiddeltype: R410A...
Bij gebruik van leidingen met een maat in mm, zie de volgende tabel AANDACHT voor de gewichtsfactor. Vervang R in de formule hierdoor. Als de voeding van sommige units wordt uitge- Leidingmaat in Leidingmaat in schakeld, kan de vulprocedure niet goed worden inch (Ø) (mm) Gewichtsfactor mm (Ø) (mm)
17. Opstarten en configureren 10 Afsluiter hogedruk-/lagedrukgasleiding 11 Afsluiter aanzuiggasleiding (in het geval van een systeem met warmteterugwinning) 12 Servicepoort afsluiter (in het geval van een systeem met INFORMATIE warmteterugwinning) 13 Naar binnenunit Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit 14 Naar binnenunit/BS-unit hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem 15 Lokale leiding...
13 Luchtinlaat/-uitlaat 17.2.1 Stand 1 en Controlestand Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet Stand 1 kan worden gebruikt voor het definiëren van sommige belemmerd is door papier, karton of iets anders. instelparameters. De Controlestand kan de actuele situatie van de 14 Hoeveelheid extra koelmiddel buitenunit/het systeem controleren.
Stand 1 instelling (H1P is UIT) [2-8]= Te-streeftemperatuur tijdens koelen [1-0]= Instelling keuze koelen/verwarmen (alleen voor Standaardwaarde=5 warmtepompsysteem) De instelling selectie koelen/verwarmen wordt gebruikt Waarde wanneer optionele keuzeschakelaar koelen/ [2-8] streefwaarde (°C) verwarmen (KRC19-26A en BRP2A81) wordt gebruikt. Kies de juiste instelling, afhankelijk van het type van installatie van buitenunit (installatie met één buitenunit of met meerdere buitenunits).
Pagina 40
[2-21]= Stand koelmiddel aftappen/vacumeren [2-30]= Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de externe besturingsadapter (DTA104A61/62) Om een vrije doorgang te creëren om koelmiddel uit het systeem af te tappen of om reststoffen te verwijderen of Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom- het systeem te vacumeren moet een instelling worden verbruikbegrenzing voor stap1 als het systeem met uitgevoerd...
17.4. Energiesparen en optimale werking [2-51]= Instelling koelcomfort Dit VRV IV watergekoeld systeem is voorzien van een geavanceerde Standaardwaarde=1 energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag energie- verbruik of aan het comfortniveau. Verschillende parameters kunnen Waarde worden ingesteld, met als resultaat de optimale balans tussen [2-51] Koelcomfort energieverbruik en comfort voor een specifieke toepassing.
Deze instelling activeren voor verwarmen: stel lokale Gematigd instelling [2-9] in op de waarde die overeenstemt met de Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is vereisten van het voorontworpen systeem met een toegestaan ten opzichte van de gevraagde koelmiddel- Hi-sensible oplossing.
Pagina 43
Voorbeeld: Automatische stand bij koelen Voorbeeld: Automatische stand bij verwarmen 100% 100% 16°C 49°C 9°C 46°C 43°C 6°C 3°C 38°C 35°C A Reële belastingscurve 2°C B Initiële capaciteit automatische werkingsstand (vaste T A Standaard piekcapaciteit automatische stand C Initiële waarde van T in automatische werkingsstand B Belastingscurve D Vereiste waarde...
Ongeacht de geselecteerde regeling, blijven variaties op het gedrag INFORMATIE van het systeem mogelijk door beschermingsregelingen om de unit stabiel te laten draaien. De streefwaarde ligt echter vast en wordt Vergeet niet dat wanneer de unit voor het eerst wordt gebruikt om een optimaal evenwicht tussen energieverbruik en gebruikt, ze meer stroom kan verbruiken.
Controleer of het systeem in de standaardsituatie (stilstand) 18.2. Lijst van storingscodes staat. Stel stand 1 in (H1P= uit). Druk minstens 5 seconden op Wanneer er wel een storingscode op staat, voert u de in de tabel met BS4. De unit begint het proefdraaien. storingscodes beschreven stappen uit om de storing op te lossen.
1 Richting van de koelmiddelstroom die groter is dan het maximale concentratiepeil dient u het 2 Ruimte waarin zich een koelmiddellek heeft voorgedaan systeem te herzien. Raadpleeg uw leverancier van Daikin- (uitstromen van alle koelmiddel uit het systeem) producten. Let vooral op met plaatsen waar het koelmiddelgas kan blijven hangen, zoals een kelder enz., omdat koelmiddel zwaarder is dan...
20. Onderhoud en service Vacumeer het systeem met een vacuümpomp. Druk op BS1 om te stoppen met vacumeren. 20.1. Inleiding onderhoud 20.3.2 Methode voor aftappen van koelmiddel Het koelmiddel moet worden afgetapt met een aftapsysteem voor Om een optimale werking van de unit te verzekeren moeten op koelmiddel.
"onderhoudscycli" en "vervangingscycli" ......54 11.4. Storingscodes ................55 380-415 ±10% Spanningsbereik Bedradingsaansluitingen Wij danken u voor de aankoop van dit Daikin VRV IV-systeem. • voor voeding • voor aansluiting De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Alle andere talen 2 (F1/F2) op binnenunit zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien ze Uitrusting die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in niet wordt vermeden, kan leiden tot lichte of redelijk zware deze handleiding, maar die niet wordt geleverd door Daikin. letsels. Dit kan ook worden gebruikt als waarschuwing voor onveilige handelingen.
Pagina 50
Wanneer zij bij het spelen de unit aanraken, kunnen Gebruik uitsluitend accessoires en reserveonderdelen zij verwond geraken. van Daikin die specifiek ontworpen zijn voor gebruik Raak de interne delen van de controller nooit aan. met de apparatuur en laat ze installeren door een Verwijder het voorpaneel niet.
2.2. Systeemlay-out AANDACHT Uw buitenunit van de VRV IV watergekoelde reeks kan één van de Steek nooit een voorwerp in de luchtinlaat of -uitlaat. volgende modellen zijn: Voorwerpen contact komen sneldraaiende ventilator kunnen gevaarlijk zijn. Druk nooit op de knop van de gebruikersinterface met ...
Gebruikersinterface 6.1.1 Voor systemen zonder omschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de Druk meermaals op de keuzeknop voor de werkingsstand op de belangrijkste functies van het systeem. gebruikersinterface en selecteer de gewenste werkingsstand. Koelen Gedetailleerde informatie over de vereiste stappen voor bepaalde Verwarmen functies vindt u in de specifieke montagehandleiding en gebruiks-...
6.1.3 Verklaring van verwarmen 6.2.2 Voor systemen met een omschakelaar koelen/ verwarmen op de afstandsbediening Het kan langer duren voor de ingestelde temperatuur wordt bereikt voor algemeen verwarmen dan voor koelen. De volgende stappen worden uitgevoerd om te voorkomen dat de verwarmingscapaciteit afneemt of dat koude lucht wordt uitgeblazen.
6.5. Voorzorgsmaatregelen bij groepsbesturing of AANDACHT besturing met twee gebruikersinterfaces Het draaibereik van de klep kan worden veranderd. Naast de individuele besturing (één gebruikersinterface bestuurt één Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. binnenunit), biedt dit systeem nog twee andere besturingssystemen. (Alleen voor dubbelstroom,...
Uw systeem is voorzien van een geavanceerde energiespaarfunctie. Warmtewisselaar aan de waterzijde reinigen U kunt voorrang geven aan een laag energieverbruik of aan het Wanneer een airconditioner lange tijd wordt gebruikt, zal er kalk comfortniveau. Verschillende parameters kunnen worden ingesteld, en mos ontstaan op de warmtewisselaar aan de waterzijde.
Symptomen die geen storingen van Symptoom 7: Op het display van de gebruikersinterface staat "U4" of "U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten de airconditioner zijn De gebruikersinterface wordt gestoord door interferentie van andere elektrische toestellen. Dit maakt communicatie tussen De volgende symptomen zijn geen storingen van de airconditioner: de units onmogelijk, en ze worden stilgelegd.
10. Problemen oplossen Controleer of er niet te veel mensen aanwezig zijn in de kamer tijdens het koelen. Controleer of de warmtebron in de kamer niet te groot is. Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer.
11.2.2 Aanbevolen inspectie- en onderhoudscycli 11.3. De volgende omstandigheden kunnen aanleiding geven tot kortere "onderhoudscycli" en De vermelde onderhouds- en vervangingscycli staan los van de "vervangingscycli" garantieperiode van de onderdelen. Tabel 1: Lijst "Inspectiecyclus" en "Onderhoudscyclus" De unit wordt gebruikt op een plaats waar: Hitte en vochtigheid buiten de normale waarden schommelen.
11.4. Storingscodes Storings- code Neem contact op met uw installateur wanneer een storingscode op Hoofdcode Inhoud het display van de gebruikersinterface van de binnenunit staat. Geef Storing faseomkering voeding hem de storingscode door, het unittype en het serienummer (deze laatste twee vindt u op het naamplaatje van de unit). INV voedingsspanning te laag Systeem nog niet proefgedraaid Hierna vindt u een lijst met algemene storingscodes als referentie.
Pagina 60
*4P399208-3 0000000V* 4P399208-3 2015.01...