[2-51]=
Instelling koelcomfort
Standaardwaarde=1
Waarde
[2-51]
0
1
2
3
Verander [2-51]=0, 1, 2 of 3, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2-8].
Zie
"17.4. Energiesparen en optimale werking" op
pagina 37
voor meer informatie en advies over de
impact van deze instellingen.
[2-52]=
Instelling verwarmcomfort
Standaardwaarde=1
Waarde
[2-52]
0
1
2
3
Verander [2-52]=0, 1, 2 of 3, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met
instelling [2-9].
Zie
"17.4. Energiesparen en optimale werking" op
pagina 37
voor meer informatie en advies over de
impact van deze instellingen.
[2-58]=
Instelling type zoutoplossing
Verander deze instelling om het werkingsbereik aan de
zoutoplossingzijde van de unit te vergroten.
Normaal werkingsbereik aan zoutoplossingzijde
(standaard):
Dit werkingsbereik is voor gebruik met water als
warmtebronmedium.
Uitgebreid werkingsbereik aan zoutoplossingzijde:
Dit werkingsbereik is voor gebruik met een
zoutoplossing als warmtebronmedium.
AANDACHT
Door deze instelling in te stellen op het
uitgebreide werkingstype, moet u glycol
(40%) in het warmtebronmedium gebruiken
om te voorkomen dat het circuit met de
zoutoplossing
werkingsbereik). Gebruik in dat geval geen
water!
Waarde
[2-58]
0
3
RWEYQ8+10T8Y1B
VRV-W IV-Systeem airconditioner
4P399208-3 – 2015.01
Koelcomfort
Eco
Gematigd (standaard)
Snel
Krachtig
Verwarmcomfort
Eco
Gematigd (standaard)
Snel
Krachtig
of
de
unit
opvriest
(zie
Instelling type zoutoplossing
Geen zoutoplossing: water
(standaard)
Uitgebreid bereik niet mogelijk
Gebruik zoutoplossing: glycol (40%)
Uitgebreid bereik mogelijk
17.4. Energiesparen en optimale werking
Dit VRV IV watergekoeld systeem is voorzien van een geavanceerde
energiespaarfunctie. U kunt voorrang geven aan een laag energie-
verbruik of aan het comfortniveau. Verschillende parameters kunnen
worden ingesteld, met als resultaat de optimale balans tussen
energieverbruik en comfort voor een specifieke toepassing.
Zie hierna voor een beschrijving van de mogelijke patronen. Wijzig
de parameters volgens de behoeften van uw gebouw en voor de
optimale balans tussen energieverbruik en comfort.
17.4.1
Er zijn twee hoofdgebruiksmethoden:
Automatisch
De koelmiddeltemperatuur wordt standaard ingesteld op een
bepaalde beginwaarde (gedefinieerd door lokale instelling). De
koelmiddeltemperatuur wordt aangepast, afhankelijk van de
belasting van de binnenunits. De unit reageert overeenkomstig
bij een grote/kleine belasting.
Afhankelijk van de werkingsstand (koelen, verwarmen of
warmteterugwinning), kan het standaard beginpunt van de
koelmiddeltemperatuur worden ingesteld door een lokale
instelling. Hierna vindt u een beschrijving.
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de koelstand staat, dan
moet bij een lage buitentemperatuur (bijv. 25°C) minder worden
gekoeld dan bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 35°C).
Volgens dit systeem begint het systeem automatisch de
koelmiddeltemperatuur te verhogen, de geleverde capaciteit te
verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen op basis
van feedback over de belasting van de binnenunit.
Om de beginwaarde bij het koelen te definiëren, verander
lokale instelling [2-8]=5 (standaard; komt overeen met
T
=9°C) naar de vereiste waarde.
e
Wanneer uw systeem bijvoorbeeld in de verwarmstand staat,
dan moet bij een hoge buitentemperatuur (bijv. 15°C) minder
worden verwarmd dan bij een lage buitentemperatuur (bijv.
–5°C). Volgens dit systeem begint het systeem automatisch de
koelmiddeltemperatuur te verlagen, de geleverde capaciteit te
verlagen en de efficiëntie van het systeem te verhogen.
Om de beginwaarde voor het koelen bij warmteterugwinning
te definiëren, verander lokale instelling [2-9]=3 (standaard;
komt overeen met T
=43°C) naar de vereiste waarde.
c
Wanneer het systeem voor systeem voor warmteterugwinning
wordt gebruikt, kan de begintemperatuur van het koelmiddel in
de stand warmteterugwinning voor koelen op een andere manier
worden geselecteerd dan bij het koelen.
Om de beginwaarde voor het koelen bij warmteterugwinning
te definiëren, verander lokale instelling [2-49]=5 (standaard;
komt overeen met T
=50°C) naar de vereiste waarde.
c
Hi-sensible/economic (koelen/verwarmen)
De
koelmiddeltemperatuur
verwarmen) ingesteld dan bij normale werking. De nadruk voor
de Hi-sensible stand ligt op het comfortgevoel van de klant.
De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de
beschikbare capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik.
Gelieve contact op te nemen met uw dealer voor meer
informatie over Hi-sensible toepassingen.
Deze instelling activeren voor koelen: stel lokale instelling
[2-8] in op de waarde die overeenstemt met de vereisten van
het voorontworpen systeem met een Hi-sensible oplossing.
Waarde
[2-8]
3
4
5
6
7
wordt
hoger/lager
T
streefwaarde (°C)
e
7
8
9
10
11
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
(koelen/
37