Download Print deze pagina
Daikin RXM42A5V1B Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur
Daikin RXM42A5V1B Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Daikin RXM42A5V1B Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

R32 split series
Verberg thumbnails Zie ook voor RXM42A5V1B:

Advertenties

RXM20A5V1B
RXM25A5V1B9
RXM35A5V1B9
RXM42A5V1B
ARXM25A5V1B
ARXM35A5V1B9
RXM50A5V1B8
ARXM50A5V1B8
RXP50N5V1B8
Uitgebreide handleiding voor de installateur
R32 Split-reeks

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin RXM42A5V1B

  • Pagina 1 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks RXM20A5V1B RXM25A5V1B9 RXM35A5V1B9 RXM42A5V1B ARXM25A5V1B ARXM35A5V1B9 RXM50A5V1B8 ARXM50A5V1B8 RXP50N5V1B8...
  • Pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over de documentatie Over dit document ................................. 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ..................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Voor de installateur................................ 2.1.1 Algemeen ............................... 2.1.2 Plaats van installatie ............................2.1.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ..................... 2.1.4 Elektrisch................................
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 9 Elektrische installatie Over het aansluiten van de elektrische bedrading......................9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading............. 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading ..............9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten................. De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten ....................10 De installatie van de buitenunit voltooien 10.1 De installatie van de buitenunit voltooien........................
  • Pagina 4 WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin (inclusief alle documenten vermeld in"documentatieset") en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC- normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
  • Pagina 5 ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen GEVAAR Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
  • Pagina 6 Over de documentatie OPMERKING Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen. INFORMATIE Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie. Symbolen die op de unit worden gebruikt: Symbool Uitleg Lees de installatie- en gebruiksaanwijzing en het instructieblad voor de bedrading voordat u met de installatie begint.
  • Pagina 7 WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, en zeker geen kinderen, ermee kan spelen.
  • Pagina 8 Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen. Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product vereist worden; in dit logboek dienen dan minstens de volgende zaken bijgehouden: informatie over het onderhoud, de reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de stilstandperioden, enz.
  • Pagina 9 WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen ALLEEN door bevoegde personen worden uitgevoerd. WAARSCHUWING ▪...
  • Pagina 10 Algemene veiligheidsmaatregelen Vereisten voor de installatieruimte WAARSCHUWING Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m ).
  • Pagina 11 Algemene veiligheidsmaatregelen Ceiling-mounted Wall-mounted Floor-standing unit unit unit m (kg) m (kg) A m (kg) A ≤1.842 — ≤1.842 — ≤1.842 — 1.843 28.9 1.843 3.64 1.843 4.45 3.95 4.83 34.0 4.34 5.31 41.2 5.79 49.0 4.74 5.13 6.39 57.5 7.41 66.7 5.53...
  • Pagina 12 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Verlucht de ruimte onmiddellijk als er koelgas lekt. Mogelijke risico's: ▪ Een te hoge concentratie aan koelmiddel in een afgesloten ruimte kan een zuurstofgebrek veroorzaken. ▪ Giftige gassen kunnen vrijkomen wanneer het koelgas in contact komt met vuur. WAARSCHUWING Tap het koelmiddel ALTIJD af.
  • Pagina 13 Algemene veiligheidsmaatregelen Er is een sifonbuis Vul bij met rechtopstaande fles. (d.w.z. er zou iets zoals "Met vloeistofvulsifon" op de fles moeten staan) Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven staande fles. ▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm.
  • Pagina 14 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperen draden. ▪ De lokale bedrading moet voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact komen.
  • Pagina 15 Algemene veiligheidsmaatregelen Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter soms NIET. OPMERKING ALLEEN van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
  • Pagina 16 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Omgaan met de buitenunit (zie "4.1.2 De buitenunit hanteren" [  22]) VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen.
  • Pagina 17 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur VOORZICHTIG De leidingen en verbindingen van een split-systeem binnen een bewoonde ruimte moeten worden uitgevoerd met permanente verbindingen, behalve verbindingen die de leidingen rechtstreeks op de binnenunits aansluiten. VOORZICHTIG ▪ Niet ter plaatse braseren of lassen voor units die bij de verzending met R32- koelmiddel zijn gevuld.
  • Pagina 18 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING ▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken. ▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer. ▪ Gebruik bij het vullen van koelmiddel ALTIJD beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
  • Pagina 19 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. WAARSCHUWING ▪ Gebruik GEEN lokaal aangekochte elektrische onderdelen binnenin het product. ▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp, etc. van het klemmenblok.
  • Pagina 20 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Alle elektrische onderdelen (thermistors inbegrepen) krijgen stroom van de elektrische voeding. Raak ze NIET aan met blote handen. GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert.
  • Pagina 21 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN WAARSCHUWING ▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te controleren. Schakel de respectievelijke stroomonderbreker uit. ▪ Als een veiligheidsvoorziening geactiveerd werd, moet u de unit uitschakelen en controleren waarom de veiligheidsvoorziening werd geactiveerd vooraleer deze te resetten.
  • Pagina 22 Over de doos 4 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
  • Pagina 23 Over de doos a Afvoeraansluiting b Accessoirezak Zorg ervoor dat de unit op een vlak oppervlak is geplaatst om beschadiging te voorkomen. OPMERKING ▪ Plaats de unit op een effen oppervlak. ▪ Controleer voor de installatie of de aluminium lamellen op de unit niet gebogen zijn.
  • Pagina 24 Over de unit 5 Over de unit WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar. 5.1 Identificatie OPMERKING Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen. 5.1.1 Identificatielabel: Buitenunit Locatie RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8...
  • Pagina 25 Installatie van de unit 6 Installatie van de unit WAARSCHUWING De installatie moet worden uitgevoerd door een installateur, en de keuze van de materialen en de installatie moet voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa is de norm EN378 van toepassing. In dit hoofdstuk Installatieplaats voorbereiden..............................
  • Pagina 26 Installatie van de unit OPMERKING Plaats GEEN voorwerpen die nat kunnen worden onder de binnenunit en/of buitenunit. Anders kunnen condensatie op de unit of de koelmiddelleidingen, vuil op het luchtfilter of een verstopte afvoer druppelend water veroorzaken, waardoor voorwerpen onder de unit kunnen vuil worden of schade oplopen. 6.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt INFORMATIE Lees ook de volgende vereisten:...
  • Pagina 27 Installatie van de unit a Stootplaat b Belangrijkste windrichting c Luchtuitlaat Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen: ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt. Opmerking: Als het geproduceerde geluid in reële omstandigheden wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van het geluid van de omgeving en de geluidsreflecties groter zijn dan het in de specificaties onder "Geluidspectrum"...
  • Pagina 28 Installatie van de unit ▪ Let op de benodigde ruimte bij de plaatsing van het windscherm. a Zeewind b Gebouw c Buitenunit d Windscherm De buitenunit is ontworpen voor alleen installatie buitenshuis en voor omgevingstemperaturen in de tabel hieronder (tenzij anders vermeld in de gebruiksaanwijzing van de aangesloten binnenunit).
  • Pagina 29 Installatie van de unit 6.2 Openen van de unit 6.2.1 Over het openen van de unit U moet op bepaalde momenten de unit openen. Voorbeeld: ▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen ▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten ▪...
  • Pagina 30 Installatie van de unit 6.3.2 Voorzorgen bij het monteren van de buitenunit INFORMATIE Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [  7] ▪ "6.1 Installatieplaats voorbereiden" [  25] 6.3.3 De installatiestructuur voorzien Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is.
  • Pagina 31 Installatie van de unit 6.3.4 De buitenunit installeren 4× M8/M10 6.3.5 Afvoer voorzien ▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet kan ophopen. ▪...
  • Pagina 32 Installatie van de unit a Afvoerpoort b Onderframe c Blindprop d Slang (lokaal te voorzien) Afvoeropeningen afsluiten en de afvoeraansluiting installeren OPMERKING Gebruik in koude streken GEEN afvoeraansluiting, afvoerslang en afvoerdeksels (1, 2) met de buitenunit. Neem de gepaste maatregelen zodat het afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen.
  • Pagina 33 Installatie van de unit RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P769827-4C – 2024.07...
  • Pagina 34 Installatie van de leidingen 7 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk Koelmiddelleiding voorbereiden ............................7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 7.1.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ........................7.1.3 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil......................Koelmiddelleiding aansluiten ..............................7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen....................7.2.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen ..............
  • Pagina 35 Installatie van de leidingen Buitendiameter (Ø) Hardingsgraad Dikte (t) Ø 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) ≥0,8 mm 9,5 mm (3/8") 12,7 mm (1/2") Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist. 7.1.2 Isolatie van de koelmiddelleidingen ▪...
  • Pagina 36 Installatie van de leidingen 7.2.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn. Typische werkstroom De koelmiddelleiding aansluiten betekent: ▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten ▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten ▪...
  • Pagina 37 Installatie van de leidingen OPMERKING Houd rekening met de volgende voorzorgen met betrekking tot de koelmiddelleiding: ▪ Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan het aangewezen koelmiddel in de koelmiddelcyclus vermengd wordt (bijv. lucht). ▪ Gebruik uitsluitend R32 wanneer u koelmiddel moet bijvullen. ▪...
  • Pagina 38 Installatie van de leidingen ▪ Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te draaien. ▪ Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet barsten en lekken.
  • Pagina 39 Installatie van de leidingen Flaregereedschap voor Conventioneel flaregereedschap R32 (koppelingstype) Koppelingstype Vleugelmoertype (Ridgid-type) (Imperial-type) 0~0,5 mm 1,0~1,5 mm 1,5~2,0 mm 5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd. a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen. b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn. c Controleer of de flaremoer is aangebracht.
  • Pagina 40 Installatie van de leidingen b Momentsleutel ▪ Wanneer een lage bedrijfsdruk wordt verwacht (bijvoorbeeld bij koelen bij lage buitentemperaturen), moet u de flaremoer in de afsluiter op de gasleiding voldoende afdichten met siliconen om bevriezing te voorkomen. Siliconen afdichtmiddel; zorg ervoor dat alles goed afgedicht is. De afsluiter openen/sluiten 1 Verwijder het deksel van de afsluiter.
  • Pagina 41 Installatie van de leidingen 7.2.7 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten ▪ Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk. ▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen fysieke schade. 1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de vloeistofafsluiter van de buitenunit. a Vloeistofafsluiter b Gasafsluiter c Servicepoort...
  • Pagina 42 Installatie van de leidingen OPMERKING Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep die tot een meterdruk van −⁠ 1 00,7 kPa (−⁠ 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan evacueren. Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de pomp niet draait. OPMERKING Gebruik deze vacuümpomp enkel en alleen voor R32.
  • Pagina 43 Installatie van de leidingen a Lagedrukmanometer b Meterverdeelstuk c Hogedrukmanometer d Lagedrukklep (Lo) e Hogedrukklep (Hi) f Vulslangen g Vacuümpomp h Kleppendeksels i Servicepoort j Gasafsluiter k Vloeistofafsluiter 1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk −0,1  MPa (−1  bar) aangeeft.
  • Pagina 44 Koelmiddel vullen 8 Koelmiddel vullen In dit hoofdstuk Over koelmiddel bijvullen............................... Over het koelmiddel ................................Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel ....................... Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld ......................De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen....................... Extra koelmiddel bijvullen ..............................Verbindingen van koelmiddelleidingen controleren op lekkage na het vullen van koelmiddel...........
  • Pagina 45 Koelmiddel vullen OPMERKING Vacuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de buitenunit vooraleer deze opnieuw te vullen. Typische workflow – volledig opnieuw vullen met koelmiddel bestaat doorgaans uit de volgende stappen: 1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel bepalen. 2 Koelmiddel bijvullen. 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
  • Pagina 46 Koelmiddel vullen WAARSCHUWING Raak ongewenste vloeistoflekken NOOIT rechtstreeks aan. U zou ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing. 8.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ "2 Algemene veiligheidsmaatregelen" [  7] ▪ "7.1 Koelmiddelleiding voorbereiden" [  34]...
  • Pagina 47 Koelmiddel vullen Vereiste: Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd (lektest en vacuümdrogen) alvorens koelmiddel bij te vullen. 1 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort. 2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij. 3 Open de gasafsluiter. Indien het koelmiddel moet worden weggepompt (wanneer het systeem gedemonteerd of verplaatst moet worden), zie "16.2 Afpompen" [  66] voor meer informatie.
  • Pagina 48 Koelmiddel vullen 2 Breng het label aan op de binnenkant van de buitenunit bij de gas- en vloeistofafsluiters. RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P769827-4C – 2024.07...
  • Pagina 49 Elektrische installatie 9 Elektrische installatie In dit hoofdstuk Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................ 9.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading ............. 9.1.2 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading................9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten ..................De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten ......................
  • Pagina 50 Elektrische installatie WAARSCHUWING ▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken. ▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
  • Pagina 51 Elektrische installatie Methode 2: Met ronde krimpklem (aanbevolen) 1 Strip de isolatie van de draden en draai het uiteinde van elke draad een beetje. 2 Voorzie een ronde krimpklem op het uiteinde van de draad. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt werktuig.
  • Pagina 52 Elektrische installatie 9.1.3 Specificaties van standaard bedradingscomponenten Voeding Spanning 220~240 V Frequentie 50 Hz Fase Nominale stroom RXM20: 9,2 A ARXM25: 10,1 A RXM25: 10,5 A ARXM35 / RXM35: 11,8 A RXM42: 11,6 A ARXM50 / RXM50: 12,69 A RXP50: 11,81 A Onderdelen Voedingskabel MOET voldoen aan de nationale bedradingsvoorschriften 3-aderige kabel Draaddikte gebaseerd op de stroom, maar...
  • Pagina 53 Elektrische installatie 4 Sluit de kabel tussen de units en de elektrische voeding als volgt aan: 50 Hz 220-240 V a Kabel tussen units b Voedingskabel c Stroomonderbreker (lokaal voorziene zekering met nominale waarden volgens het typeplaatje) d Reststroomapparaat e Voeding f Aarding 3×...
  • Pagina 54 De installatie van de buitenunit voltooien 10 De installatie van de buitenunit voltooien 10.1 De installatie van de buitenunit voltooien GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Zorg ervoor dat het systeem correct is geaard. ▪ Schakel de voeding UIT alvorens aan servicewerkzaamheden te beginnen. ▪...
  • Pagina 55 Configuratie 11 Configuratie 11.1 Faciliteitsinstelling Gebruik deze functie voor koelen bij lage buitentemperatuur. Deze functie is ontworpen voor faciliteiten zoals apparatuur of computerruimten. Gebruik deze functie NOOIT in een woning of een kantoor met mensen. 11.1.1 De stand voor voorzieningen instellen Wanneer adresjumper J7 op de printplaat wordt doorgeknipt, breidt het werkingsbereik uit tot –15°C.
  • Pagina 56 Configuratie Deze stand geldt alleen voor ARXM, RXM- en RXP-buitenunits in combinatie met FTXM-, ATXM-, FVXM- en FTXP-binnenunits. Voor RXM42 en RXP is deze functie standaard af fabriek ingeschakeld. Om deze functie in te schakelen voor RXM klasse 20, 25, 35, 50 en ARXM-units, zie "11.2.2 Energiebesparende stand-byfunctie inschakelen" [  56].
  • Pagina 57 12 Inbedrijfstelling OPMERKING Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapporteringssjabloon tijdens inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
  • Pagina 58 Inbedrijfstelling 3 Schakel de unit in. De binnenunit moet juist gemonteerd zijn. De buitenunit moet juist gemonteerd zijn. Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid. De voedingsspanning stemt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit.
  • Pagina 59 Inbedrijfstelling 2 Stel de temperatuur op normaal niveau in wanneer het proefdraaien beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C. 3 Controleer of alle functies en onderdelen correct werken. 4 Het systeem stopt 3 minuten na het uitschakelen van de unit. INFORMATIE ▪...
  • Pagina 60 Overhandiging aan de gebruiker 13 Overhandiging aan de gebruiker Als het testen voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
  • Pagina 61 Behalve onderhoudsinstructies in dit hoofdstuk, staat er ook een controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie op het Daikin Business Portal (aanmelden vereist). De controlelijst algemeen onderhoud/algemene inspectie is een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en sjabloon voor rapportering bij het onderhoud.
  • Pagina 62 Onderhoud en service Symbool Verklaring Meet de spanning aan de aansluitklemmen van de condensatoren van de hoofdkring of elektrische onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. 14.1 Overzicht: onderhoud en service Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ Voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud ▪...
  • Pagina 63 Onderhoud en service 14.4 Over de compressor Houd bij servicewerkzaamheden aan de compressor de volgende punten in gedachten: GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE ▪ Gebruik deze compressor alleen in een geaard systeem. ▪ Schakel de voeding uit voordat u servicewerkzaamheden aan de compressor uitvoert.
  • Pagina 64 Opsporen en verhelpen van storingen 15 Opsporen en verhelpen van storingen 15.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen wanneer er zich problemen voordoen. Het bevat informatie over het oplossen van problemen op basis van symptomen. Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.
  • Pagina 65 Opsporen en verhelpen van storingen Mogelijke oorzaken Oplossing Gaslek Controleer op gaslekken. 15.3.3 Symptoom: Waterlekken Mogelijke oorzaken Oplossing Onvolledige thermische isolatie (gas- en Controleer of de leidingen en de vloeistofleidingen, delen van de afvoerslang thermisch volledig afvoerverlengslang binnenshuis). geïsoleerd zijn. Slecht aangesloten afvoer.
  • Pagina 66 Als afval verwijderen 16 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
  • Pagina 67 Als afval verwijderen 4 Controleer op het verdeelstuk of het vacuüm is bereikt. 5 Draai na 2 à 3 minuten de gasafsluiter dicht en stop gedwongen koelen. a Gasafsluiter b Sluitrichting c Zeskantsleutel d Kleppendeksel e Vloeistofafsluiter 16.3 Een gedwongen koeling starten en stoppen Er zijn 2 methodes voor gedwongen koelen: ▪...
  • Pagina 68 Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 17.1 Bedradingsschema Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich op de binnenkant van de buitenunit (onderkant van de bovenste plaat).
  • Pagina 69 Technische gegevens Symbool Betekenis BZ, H*O Zoemer Condensator AC*, CN*, E*, HA*, HE*, HL*, HN*, HR*, Aansluiting, stekker MR*_A, MR*_B, S*, U, V, W, X*A, K*R_*, NE D*, V*D Diode Diodebrug DIP-switch Verwarming FU*, F*U, (raadpleeg de printplaat in Zekering uw unit voor de kenmerken ervan) Stekker (aarding frame) Kabelboom...
  • Pagina 70 Technische gegevens Symbool Betekenis Overbelastingsbeveiliging Thermische schakelaar Lekstroominrichting Weerstand Thermistor Ontvanger Eindschakelaar Vlotterschakelaar S*NG Lekdetector koelmiddel S*NPH Druksensor (hoog) S*NPL Druksensor (laag) S*PH, HPS* Drukschakelaar (hoog) S*PL Drukschakelaar (laag) Thermostaat S*RH Vochtigheidssensor S*W, SW* Aan/uit-schakelaar SA*, F1S Spanningsafleider SR*, WLU Signaalontvanger Keuzeschakelaar SHEET METAL...
  • Pagina 71 Technische gegevens ▪ Hogedrukschakelaar: categorie IV, ▪ Compressor: categorie II; ▪ Overige apparatuur: art. 4§3. RXM42, RXM50, ARXM50, RXP50 Legende leidingschema Vloeistofafsluiter Gasafsluiter Refnet Demper Demper met filter Elektronische expansieklep Filter Propellerventilator Hogedrukschakelaar (automatische reset) Thermistor Capillaire buis 4-wegsklep RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P769827-4C –...
  • Pagina 72 Technische gegevens Legende leidingschema Accumulator Compressor Warmtewisselaar Verdeler Koelmiddelstroom: Koelen Koelmiddelstroom: Verwarmen Lokale leiding vloeistof 6,4 CuT Klasse 42: Lokale leiding gas 9,5 CuT Klasse 50: Lokale leiding gas 12,7 CuT RXM-A(9)(8), ARXM-A(9)(8), RXP-N8 Uitgebreide handleiding voor de installateur R32 Split-reeks 4P769827-4C –...
  • Pagina 73 Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.
  • Pagina 76 DAIKIN ISITMA VE SOĞUTMA SİSTEMLERİ SAN.TİC. A.Ş. Gülsuyu Mahallesi, Fevzi Çakmak Caddesi, Burçak Sokak, No:20, 34848 Maltepe İSTANBUL / TÜRKİYE Tel: 0216 453 27 00 Faks: 0216 671 06 00 Çağrı Merkezi: 444 999 0 Web: www.daikin.com.tr 4P769827-4C 2024.07...