VOORZICHTIG
Gebruik
een
voedingsdraden.
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmen-
strook en klem deze vast zoals beschreven in
"14.6.3 Voedingsbedrading en transmissiebedrading
in de unit" op pagina
De transmissiebedrading moet worden bevestigd
zoals beschreven in
transmissiebedrading in de unit" op pagina
Bevestig de bedrading met de bijbehorende klemmen
zodat ze de leidingen niet raakt.
Zorg ervoor dat de bedrading en het deksel van de
kast met elektrische componenten niet boven de
structuur uitsteken, en sluit het deksel goed.
14.6. Routering en aansluiting van voedingsbedrading
en transmissiebedrading
De bedrading van de voeding en van de transmissie moeten
afzonderlijk worden gehouden. Deze bedradingen moeten altijd op
minstens 50 mm van elkaar worden gehouden om eventuele
elektrische storingen te voorkomen.
14.6.1
Algemeen aanzicht
1 Voedingsbedrading en bedrading voor pompwerking
(hoogspanning)
2 Aansluitbedrading (laagspanning)
3 Uiteen houden (behoud minimumafstand)
14.6.2
Routering van transmissiebedrading en aansluiting in
het systeem
Houd de transmissiebedrading buiten de unit samen met de lokale
leidingen.
Regels voor routering transmissiebedrading
Neem de volgende limieten in acht. Als de kabels tussen de
units langer zijn, kan dit een storing in de transmissie
veroorzaken:
-
Maximale draadlengte: 1000 m
-
Totale draadlengte: 2000 m
-
Maximum lengte inter-unit-bedrading tussen buitenunits:
30 m
-
Transmissiebedrading naar schakelaar koelen/verwarmen:
500 m
-
Maximum aantal aftakkingen: 16
Bij bedrading tussen units zijn er tot 16 aftakkingen mogelijk.
Een aftakking mag niet verder worden afgetakt (zie afbeelding
hierna).
RWEYQ8+10T8Y1B
VRV-W IV-Systeem airconditioner
4P399208-3 – 2015.01
stroomdraadleiding
voor
26.
"14.6.3 Voedingsbedrading en
26.
2
1
3
1
de
B
A
1 Buitenunit
2 Binnenunit
3 Hoofdleiding
4 Aftakkingsleiding 1
5 Aftakkingsleiding 2
6 Aftakkingsleiding 3
7 Een aftakking mag niet verder worden afgetakt
8 Centrale gebruikersinterface (enz.)
A Transmissiebedrading tussen buitenunit en binnenunit(s)
B Transmissiebedrading tussen buitenunits
Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van de
transmissiebedrading. Anders kan het hele systeem onklaar
raken.
Sluit nooit 400 V aan op de klemmenstrook van de transmissie-
bedrading. Anders raakt het hele systeem onklaar:
-
De bedrading van de binnenunits moet worden aangesloten
op de klemmen F1/F2 (In-Out) op de printplaat in de
buitenunit.
-
Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in
de unit, samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp
van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld.
1 Vloeistofleiding
2 Gasleiding
3 Isolatie
4 Transmissiebedrading (F1/F2)
5 Afwerkingstape
Gebruik voor de bedrading hierboven altijd vinyldraden van
0,75-1,25 mm
kabels zijn alleen toegelaten voor de gebruikersinterface van de
schakelaar koelen/verwarmen.)
AANDACHT
Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissie-
kabel van elkaar gescheiden blijven. De transmissie-
bedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen,
maar ze mogen niet parallel lopen.
De transmissiebedrading en de voedingsbedrading
mogen niet in contact komen met de interne leidingen
om te voorkomen dat de bedrading beschadigd wordt
door hete leidingen.
Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden
zodanig dat het deksel of andere onderdelen niet
loskomen.
1
1
8
2
2
2
2
1
3
2
5
4
2
met een mantel of kabels (2-aderig). (3-aderige
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4
2
5
7
6
7
2
3
25