[2-21]=
Stand koelmiddel aftappen/vacumeren
Om een vrije doorgang te creëren om koelmiddel uit het
systeem af te tappen of om reststoffen te verwijderen of
het systeem te vacumeren moet een instelling worden
uitgevoerd
waarbij
koelmiddelcircuit worden geopend zodat het koelmiddel
correct kan worden afgetapt of het systeem kan worden
gevacumeerd.
Standaardwaarde=1 (UIT).
Verander [2-21]=2 (AAN) om de functie te activeren.
H1P H2P H3P H4P H5P H6P H7P
AAN
UIT
Druk op BS3 om de stand koelmiddel aftappen/
vacumeren te verlaten. Het systeem blijft in de stand
koelmiddel aftappen/vacumeren staan zolang u niet op
BS3 drukt.
[2-26]=
Vergrendeling (open) feedback op gebruikersinterface
Deze instelling wordt gebruikt om te definiëren of u
feedback over de vergrendeling wil of niet. De feedback
wordt
gegeven
gebruikersinterface. Bovendien kan de vertraging voor
de
weergave
gebruikersinterface worden geselecteerd.
Standaardwaarde=0 (geen feedback, geen storings-
code op de gebruikersinterface).
Verander [2-26]=0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 afhankelijk van de
vereiste vertraging. Wanneer een vertraging is geselec-
teerd,
wordt
gebruikersinterface.
Waarde
[2-26]
0
1
2
3
4
5
6
7
INFORMATIE
Ook wanneer geen feedback is ingesteld
([2-26]=0), wordt de unit in gedwongen thermo
OFF geschakeld wanneer de vergrendeling
open is. Zie
uitgang pompwerking instellen" op pagina 28
voor meer informatie.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
36
de
vereiste
kleppen
door
een
storingscode
van
een
storingscode
de
storing
weergegeven
Vertraging (minuten) voor
weergave van storing op
gebruikersinterface
Geen feedback (standaard)
5
10
15
20
25
30
35
"14.6.4 Vergrendelschakeling en
[2-30]=
Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 1) via de
externe besturingsadapter (DTA104A61/62)
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom-
verbruikbegrenzing voor stap1 als het systeem met
in
het
stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een
extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel
voor de niveaus.
Standaardwaarde=2.
Verander [2-30]=1, 2 of 4, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
[2-31]=
Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap 2) via de
externe besturingsadapter (DTA104A61/62)
Deze instelling bepaalt het niveau van de stroom-
verbruikbegrenzing voor stap2 als het systeem met
stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een
extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel
op
de
voor de niveaus.
op
de
op
de
[2-32]=
Gedwongen, permanente
(geen externe besturingsadapter vereist voor stroom-
verbruikbegrenzing)
Deze instelling activeert en bepaalt het niveau van de
stroomverbruikbegrenzing die permanent wordt toege-
past als het systeem altijd met stroomverbruik-
begrenzing moet draaien. Zie de tabel voor de niveaus.
Standaardwaarde=1 (UIT).
Verander [2-32]=1, 2 of 4, afhankelijk van de vereiste
begrenzing.
[2-49]=
T
(alleen voor systeem met warmteterugwinning)
Standaardwaarde=5
Verander [2-49]=2~7, afhankelijk van de vereiste
methode bij het koelen.
Zie
pagina 37
impact van deze instellingen.
Waarde
Stroomverbruikbegrenzing
[2-30]
1
2
Niveau2: 70% (standaard)
4
Waarde
Stroomverbruikbegrenzing
[2-31]
1
2
Niveau2: 40% (standaard)
4
stroomverbruikbegrenzing
Waarde
[2-32]
Referentie begrenzing
1
Functie niet actief (standaard)
2
Volgens instelling [2-30]
4
Volgens instelling [2-31]
streeftemperatuur
tijdens
e
Waarde
[2-49]
T
2
3
4
5
6
7
"17.4. Energiesparen en optimale werking" op
voor meer informatie en advies over de
VRV-W IV-Systeem airconditioner
(bij benadering)
Niveau1: 60%
Niveau3: 80%
(bij benadering)
Niveau1: 30%
Niveau3: 50%
warmteterugwinning
streefwaarde (°C)
e
6
7
8
9 (standaard)
10
11
RWEYQ8+10T8Y1B
4P399208-3 – 2015.01