Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

RWEYQ8T9Y1B
RWEYQ10T9Y1B
RWEYQ12T9Y1B
RWEYQ14T9Y1B
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
Watergekoelde VRV IV-systeem
airconditioner

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Daikin RWEYQ8T9Y1B

  • Pagina 1 Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner RWEYQ8T9Y1B RWEYQ10T9Y1B RWEYQ12T9Y1B RWEYQ14T9Y1B...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Inhoud 1 Over de documentatie Over dit document................................Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ......................2 Algemene veiligheidsmaatregelen Voor de installateur ................................ 2.1.1 Algemeenheden ............................. 2.1.2 Plaats van installatie ............................2.1.3 Koelmiddel — in geval van R410A of R32 ...................... 2.1.4 Pekel................................
  • Pagina 3 14 Technische gegevens 14.1 Informatievereisten voor ecologisch ontwerp....................... 47 Voor de installateur 15 Over de doos 15.1 Over LOOP BY DAIKIN ..............................49 15.2 Overzicht: Over de doos ..............................49 15.3 De buitenunit uitpakken ..............................50 15.4 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen...................... 51 15.5...
  • Pagina 4 Inhoud 18.2.2 Vereisten voor de watercircuits ........................84 18.2.3 Omgaan met de hardgesoldeerde platenwarmtewisselaar................86 18.2.4 Over het waterdebiet ............................. 86 18.3 Koelmiddelleidingen aansluiten ............................. 88 18.3.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ..................88 18.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen............. 89 18.3.3 Koelmiddelleidingen leggen ...........................
  • Pagina 5 Inhoud 21.7 Gebruik van de unit................................. 138 22 Onderhoud en service 22.1 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud........................139 22.1.1 Elektrische gevaren voorkomen........................139 22.2 Onderhoud van de platenwarmtewisselaar........................140 22.2.1 Reinigen van de platenwarmtewisselaar ....................... 140 22.3 Over de servicestand ..............................141 22.3.1 Gebruik van de vacuümstand.........................
  • Pagina 6: Over De Documentatie

    ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen GEVAAR Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
  • Pagina 7 Over de documentatie GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken. WAARSCHUWING Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
  • Pagina 8: Algemene Veiligheidsmaatregelen

    Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). VOORZICHTIG Draag...
  • Pagina 9: Plaats Van Installatie

    Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan. VOORZICHTIG ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit. ▪ Zit, klim of sta NIET op de unit. OPMERKING Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
  • Pagina 10 Algemene veiligheidsmaatregelen OPMERKING Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm. OPMERKING Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast. WAARSCHUWING Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
  • Pagina 11: Pekel

    Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden. Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
  • Pagina 12: Water

    Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheids- en milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering. 2.1.5 Water Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing. OPMERKING Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU-richtlijn 98/83 EC.
  • Pagina 13 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen.
  • Pagina 14 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten. ▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten. OPMERKING Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
  • Pagina 15: Specifieke Veiligheidsinstructies Voor De Installateur

    Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. WAARSCHUWING Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking. VOORZICHTIG Toestel niet toegankelijk voor iedereen;...
  • Pagina 16 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING Gas of olie die nog overblijft in de afsluiter kan de dichtgedraaide leiding wegblazen. Als deze instructies NIET goed worden nageleefd, kan er schade aan voorwerpen of persoonlijk letsel ontstaan (afhankelijk van de omstandigheden kan dit ernstig zijn). WAARSCHUWING Verwijder de dichtgedraaide leiding NOOIT door hardsolderen.
  • Pagina 17: Voor De Gebruiker

    Voor de gebruiker RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner 4P452191-1B – 2020.10...
  • Pagina 18: Veiligheidsinstructies Voor De Gebruiker

    Veiligheidsinstructies voor de gebruiker 4 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Leef de volgende veiligheidsinstructies en -voorschriften te allen tijde na. In dit hoofdstuk Algemeen ....................................Instructies voor veilig gebruik ..............................4.1 Algemeen WAARSCHUWING Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
  • Pagina 19: Instructies Voor Veilig Gebruik

    Veiligheidsinstructies voor de gebruiker ▪ Units dragen het volgende symbool: Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
  • Pagina 20 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker VOORZICHTIG Langdurige blootstelling van uw lichaam aan de luchtstroom is ongezond. VOORZICHTIG Zorg voor een goede verluchting van de ruimte als samen met het systeem een apparaat met brander wordt gebruikt; dit om zuurstofgebrek te voorkomen. WAARSCHUWING Deze unit bevat elektrische en hete onderdelen.
  • Pagina 21 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een andere waarde of andere draden als een zekering is doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad kan een uitval van de unit of brand veroorzaken. WAARSCHUWING ▪...
  • Pagina 22: Over Het Systeem

    Over het systeem 5 Over het systeem De binnenunit van het VRV IV-warmteterugwinningssysteem kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Het type binnenunit dat kan worden gebruikt hangt af van de reeks van de buitenunits. OPMERKING Voor latere wijzigingen of uitbreidingen van uw systeem: Een volledig overzicht van toegelaten combinaties (voor latere systeemuitbreiding) vindt u in de technische data en moet worden geraadpleegd.
  • Pagina 23: Systeem Met Warmteterugwinning

    Over het systeem Systeem met warmteterugwinning a Unit b Koelmiddelleiding c Aftakkeuze-unit (BS*) d Multi-aftakkeuze-unit (BS*) e VRV DX-binnenunit f Lage temperatuur (LT) Hydrobox-unit g VRV-binnenunit alleen koelen u Hoge temperatuur (HT) Hydrobox-unit i EKEXV-kit j Luchtbehandelingsunit (AHU) k Gebruikersinterface l Draadloze gebruikersinterface m Aansluiting watersysteem Watersysteem...
  • Pagina 24: Gebruikersinterface

    Gebruikersinterface 6 Gebruikersinterface VOORZICHTIG ▪ Raak de interne delen van de controller NOOIT aan. ▪ Verwijder het voorpaneel NIET. Sommige onderdelen in het toestel aanraken is gevaarlijk en kan problemen met het toestel veroorzaken. Neem contact op met uw dealer voor controle en afstelling van de interne delen. Deze gebruiksaanwijzing geeft een niet-beperkend overzicht van de belangrijkste functies van het systeem.
  • Pagina 25: Voor Het Gebruik

    Voor het gebruik 7 Voor het gebruik WAARSCHUWING Deze unit bevat elektrische en hete onderdelen. WAARSCHUWING Controleer vóór het gebruik van de unit of zij correct werd geïnstalleerd door een installateur. OPMERKING Voer NOOIT zelf een inspectie van of servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een erkend servicetechnicus voor.
  • Pagina 26: Bediening

    Bediening 8 Bediening In dit hoofdstuk Werkingsgebied ..................................Gebruik van het systeem................................ 8.2.1 Over het gebruik van het systeem......................... 8.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking..............8.2.3 Over verwarmen ..............................8.2.4 Gebruik van het systeem (ZONDER keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening)....8.2.5 Gebruik van het systeem (MET keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening) .......
  • Pagina 27: Over Koelen, Verwarmen, Alleen Ventileren En Automatische Werking

    Bediening ▪ Schakel de hoofdvoeding 6 uur vóór de inwerkingstelling in om de unit te beschermen. 8.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking ▪ Omschakelen is onmogelijk als op het scherm van de gebruikersinterface "omschakeling onder gecentraliseerde besturing" staat (zie montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface).
  • Pagina 28: Gebruik Van Het Systeem (Zonder Keuzeschakelaar Koelen/Verwarmen Op De Afstandsbediening)

    Bediening INFORMATIE ▪ De verwarmingscapaciteit neemt af wanneer de buitentemperatuur daalt. Gebruik in dat geval een ander verwarmingstoestel in combinatie met de unit. (Wanneer u een toestel met een open vlam gebruikt, moet u de kamer constant verluchten). Plaats geen apparatuur met een open vlam op plaatsen die blootgesteld zijn aan de luchtstroom van de unit of onder de unit.
  • Pagina 29: Gebruik Van Het Ontvochtigingsprogramma

    Bediening Koelen Verwarmen Alleen ventileren 2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface. Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te werken. Stoppen 3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface. Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt. OPMERKING Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
  • Pagina 30: Gebruik Van Het Ontvochtigingsprogramma (Met Keuzeschakelaar Koelen/Verwarmen Op De Afstandsbediening)

    Bediening Stoppen 4 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface. Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt. OPMERKING Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is gestopt, maar wacht minstens 5 minuten. 8.3.3 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma (MET keuzeschakelaar koelen/verwarmen op de afstandsbediening) Starten 1 Selecteer koelen met behulp van de keuzeschakelaar koelen/verwarmen op...
  • Pagina 31: Master-Gebruikersinterface Instellen

    Bediening Units voor plafondmontage Units voor wandmontage In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het display. De luchtstroomrichting kan worden ingesteld op één van de volgende manieren: ▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
  • Pagina 32: Over Besturingssystemen

    Bediening 8.6 Over besturingssystemen Behalve individuele besturing (één gebruikersinterface bestuurt één binnenunit), biedt dit systeem nog twee andere besturingssystemen. Controleer het volgende als uw unit met één van die besturingssystemen is uitgerust: Type Beschrijving Groepsbesturing 1 gebruikersinterface bestuurt tot 16 binnenunits.
  • Pagina 33: Energie Besparen En Optimale Werking

    Energie besparen en optimale werking 9 Energie besparen en optimale werking Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een optimale werking van het systeem te zorgen. ▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de aanwezige personen wordt geblazen.
  • Pagina 34: Beschikbare Hoofdgebruiksmethoden

    Energie besparen en optimale werking 9.1 Beschikbare hoofdgebruiksmethoden Basis De koelmiddeltemperatuur wordt vastgelegd onafhankelijk van de situatie. Dit komt overeen met de bekende standaardwerking van vorige VRV-systemen. Automatisch De koelmiddeltemperatuur wordt ingesteld afhankelijk van de buitentemperatuur. De koelmiddeltemperatuur wordt zo aangepast aan de vereiste belasting (die ook overeenstemt met de buitentemperatuur).
  • Pagina 35: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service 10 Onderhoud en service OPMERKING Voer NOOIT zelf een inspectie van of servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een erkend servicetechnicus voor. WAARSCHUWING Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een andere waarde of andere draden als een zekering is doorgebrand.
  • Pagina 36: Onderhoud Voor Een Lange Periode Van Stilstand

    Onderhoud en service schoonmaken vindt u in de montagehandleiding/gebruiksaanwijzing van de specifieke binnenunits. Installeer de gereinigde luchtfilters terug in dezelfde positie. ▪ Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik van de unit in, dit om een vlotte werking te verzekeren. Zodra de voeding wordt ingeschakeld, verschijnt het displays van de gebruikersinterface.
  • Pagina 37: Dienst-Na-Verkoop En Garantie

    Onderhoud en service 10.4 Dienst-na-verkoop en garantie 10.4.1 Garantieperiode ▪ Bij dit product wordt een garantiekaart geleverd die de dealer bij de installatie heeft ingevuld. De klant moet de ingevulde kaart controleren en zorgvuldig bewaren. ▪ Als het product binnen de garantieperiode moet worden gerepareerd, neemt u contact op met uw dealer en houd u de garantiekaart klaar.
  • Pagina 38: Verkorte Onderhouds- En Vervangingscycli

    Onderhoud en service Onderdeel Inspectiecyclu Onderhoudscyclus (vervangingen en/of reparaties) Elektromotor 1 jaar 20.000 uur Printplaat 25.000 uur Warmtewisselaar 5 jaar Sensor (thermistor, enz.) 5 jaar Gebruikersinterface en 25.000 uur schakelaars Lekbak 8 jaar Expansieklep 20.000 uur Magneetklep 20.000 uur Voor de tabel wordt uitgegaan van de volgende gebruiksomstandigheden: ▪...
  • Pagina 39 Onderhoud en service Aanbevolen vervangingscyclus voor slijtageonderdelen Onderdeel Inspectiecycl Onderhoudscyclus (vervangingen en/of reparaties) Luchtfilter 1 jaar 5 jaar Filter met hoog rendement 1 jaar Zekering 10 jaar Carterverwarming 8 jaar Onderdelen onder druk Neem ingeval van corrosie contact op met uw plaatselijke verdeler.
  • Pagina 40: Opsporen En Verhelpen Van Storingen

    Opsporen en verhelpen van storingen 11 Opsporen en verhelpen van storingen Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer. WAARSCHUWING Stop de werking en schakel de voeding uit als er zich iets abnormaals voordoet (brandgeur, enz.).
  • Pagina 41: Storingscodes: Overzicht

    Opsporen en verhelpen van storingen Storing Maatregel Het systeem werkt, maar ▪ Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de koelt of verwarmt buitenunit of de binnenunit niet geblokkeerd is. onvoldoende. Verwijder eventuele obstakels en zorg voor voldoende ventilatie. ▪ Controleer of het luchtfilter niet verstopt is (zie "Onderhoud"...
  • Pagina 42: Symptomen Die Geen Storingen Van Het Systeem Zijn

    Opsporen en verhelpen van storingen Hierna vindt u een lijst met storingscodes als referentie. Afhankelijk van de ernst van de storingscode, kunt u op de AAN/UIT-knop drukken om de code te resetten. Vraag anders advies aan uw installateur. 11.2 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem: 11.2.1 Symptoom: Het systeem werkt niet ▪...
  • Pagina 43: Symptoom: De Luchtstroomrichting Stemt Niet Overeen Met De Instelling

    Opsporen en verhelpen van storingen 11.2.5 Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet overeen met de instelling De luchtstroomrichting stemt niet overeen met het display van de gebruikersinterface. De luchtstroomrichting zwenkt niet. Dit komt doordat de unit door de microcomputer wordt bestuurd. 11.2.6 Symptoom: Uit het toestel komt witte rook (binnenunit) ▪...
  • Pagina 44: Symptoom: De Airconditioners Maken Lawaai (Buitenunit)

    Opsporen en verhelpen van storingen 11.2.11 Symptoom: De airconditioners maken lawaai (buitenunit) De hoogte van het bedrijfsgeluid verandert. Dit geluid wordt veroorzaakt door de frequentiewijziging. 11.2.12 Symptoom: Er komt stof uit de unit Wanneer een unit na een lange periode van stilstand weer wordt gebruikt. Dit komt door stof in de unit.
  • Pagina 45: Verplaatsen

    Verplaatsen 12 Verplaatsen Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een zekere technische kennis. RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner 4P452191-1B –...
  • Pagina 46: Als Afval Verwijderen

    Als afval verwijderen 13 Als afval verwijderen Deze unit werkt met fluorkoolwaterstof (HFK). Neem contact op met uw dealer wanneer u deze unit verwijdert. OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
  • Pagina 47: Technische Gegevens

    Volg de onderstaande stappen om de gegevens van het Energy Label – Lot 21 van de unit en combinaties van buitenunit/binnenunit te raadplegen. 1 Ga naar de volgende webpagina: https://energylabel.daikin.eu/ 2 Om verder te gaan, kies: ▪ "Continue to Europe" voor de internationale website.
  • Pagina 48: Voor De Installateur

    Voor de installateur RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner 4P452191-1B – 2020.10...
  • Pagina 49: Over De Doos

    15.6 Transportbeveiliging verwijderen ............................15.1 Over LOOP BY DAIKIN maakt deel uit van het bredere engagement van Daikin om onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Met willen we een circulaire economie voor koelmiddelen creëren. Een van de acties om dit te bereiken, is het hergebruik van teruggewonnen koudemiddel in VRV-units die in Europa worden geproduceerd en verkocht.
  • Pagina 50: De Buitenunit Uitpakken

    Over de doos a Verpakkingsmateriaal b Draagband c Opening d Beveiliging OPMERKING Gebruik een draagband van ≤20  mm breed die het gewicht van de unit goed kan dragen. ▪ Een vorkheftruck mag alleen worden gebruikt wanneer de unit op de pallet blijft zoals hiervoor afgebeeld.
  • Pagina 51: Om De Toebehoren Van De Buitenunit Uit Te Nemen

    Over de doos 4× 15.4 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen Controleer of alle accessoires in de unit zitten. 1× 1× 1× 1× 1× 1× 1× 1× 1× a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid b Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing c Label hoeveelheid extra koelmiddel d Informatiesticker installatie e Label gefluoreerde broeikasgassen...
  • Pagina 52: Accessoireleidingen: Diameters

    Over de doos 15.5 Accessoireleidingen: Diameters Accessoireleidingen (mm) Øa Øb Øc Ød Vloeistofleiding 12,7 12,7 12,7 ▪ Aansluiting langs voorkant 12,7 Øa Øb ▪ Aansluiting langs bovenkant Øc Ød Gasleiding 25,4 25,4 25,4 19,1 ▪ Aansluiting langs 22,2 voorkant 28,6 Øa Øb ▪...
  • Pagina 53 Over de doos 3 Draai de montagebout een beetje los. 4 Verwijder de transportbeveiliging zoals hieronder afgebeeld. 5 Draai de montagebout vast met een aanhaalmoment van 12,3 N•m. (12.3 N·m) RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner 4P452191-1B –...
  • Pagina 54: Over De Units En Opties

    Over de units en opties 16 Over de units en opties In dit hoofdstuk 16.1 Overzicht: Over de units en opties............................16.2 Identificatielabel: Buitenunit..............................16.3 Over de buitenunit ................................. 16.4 Systeemlay-out ..................................16.5 Units en opties combineren ..............................16.5.1 Over combinaties van units en opties ........................16.5.2 Mogelijke combinaties van binnenunits........................
  • Pagina 55: Over De Buitenunit

    Over de units en opties Code Verklaring Europese markt Aanduiding kleine modelwijziging 16.3 Over de buitenunit Deze montagehandleiding gaat over de watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner. De unit is volledig aangedreven door inverter en kan worden gebruikt om te koelen, als warmtepomp en voor toepassingen met warmteterugwinning.
  • Pagina 56 Over de units en opties Warmtepompsysteem a Unit b Koelmiddelleiding c VRV DX-binnenunit d Lage temperatuur (LT) Hydrobox-unit e Aftakkeuzebox (BP*) (vereist voor aansluiting van Residential Air (RA) of Sky Air (SA) directe-expansiebinnenunits (DX)) f Residential Air (RA) directe-expansiebinnenunits (DX) g Gebruikersinterface h Draadloze gebruikersinterface i Schakelaar op afstand om te schakelen tussen verwarmen en koelen...
  • Pagina 57: Units En Opties Combineren

    Over de units en opties Watersysteem a Unit b Aansluiting op koelmiddelsysteem c Waterleiding d Droogkoeler e Brijnlus f Gesloten koeltoren g Boiler 16.5 Units en opties combineren INFORMATIE Sommige opties zijn mogelijk niet verkrijgbaar in uw land. 16.5.1 Over combinaties van units en opties OPMERKING Raadpleeg de recentste technische data voor de watergekoelde VRV IV om zeker te zijn dat uw systeeminstallatie (buitenunit+binnenunit(s)) zal werken.
  • Pagina 58: Mogelijke Combinaties Van Buitenunits

    Over de units en opties ▪ Comfort-luchtgordijn (lucht/luchttoepassingen): CYVS-reeks (Biddle). 16.5.3 Mogelijke combinaties van buitenunits Mogelijke autonome units RWEYQ8 RWEYQ10 RWEYQ12 RWEYQ14 Mogelijke standaardcombinaties van units RWEYQ16~42 bestaat uit 2 of 3 RWEYQ8~14-units. RWEYQ16 = RWEYQ8 + 8 RWEYQ18 = RWEYQ8 + 10 RWEYQ20 = RWEYQ10 + 10 RWEYQ22 = RWEYQ10 + 12 RWEYQ24 = RWEYQ12 + 12...
  • Pagina 59 Over de units en opties In geval van warmtepompsysteem Beschrijving Modelnaam Refnet-verbinding KHRQ22M20T KHRQ22M29T9 KHRQ22M64T KHRQ22M75T In geval van systeem met warmteterugwinning Beschrijving Modelnaam Refnet-verdeler KHRQ23M29H KHRQ23M64H KHRQ23M75H Refnet-verbinding KHRQ23M20T KHRQ23M29T9 KHRQ23M64T KHRQ23M75T Leidingkit voor meerdere aansluitingen van buitenunits In geval van warmtepompsysteem Aantal buitenunits Modelnaam BHFQ22P1007...
  • Pagina 60 Over de units en opties Adapter voor externe besturing (DTA104A61/62) Voor specifieke werking met een externe input van een centrale besturing kan de externe besturingsadapter worden gebruikt. Instructies (groep of individueel) kunnen worden gegeven voor geluidsarme werking en werking met beperkt stroomverbruik.
  • Pagina 61: Installatie Van De Unit

    Installatie van de unit 17 Installatie van de unit In dit hoofdstuk 17.1 Installatieplaats voorbereiden..............................17.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt ..............17.1.2 Voorzorgsmaatregelen voor koelmiddellekken ....................17.2 Openen van de unit ................................17.2.1 Over het openen van de units ..........................17.2.2 De buitenunit openen ............................
  • Pagina 62 Installatie van de unit OPMERKING De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
  • Pagina 63: Voorzorgsmaatregelen Voor Koelmiddellekken

    Installatie van de unit 17.1.2 Voorzorgsmaatregelen voor koelmiddellekken Over voorzorgsmaatregelen voor koelmiddellekken De installateur en systeemdeskundige moeten de veiligheid garanderen in geval van lekken in overeenstemming met de lokale reglementeringen en normen. Bij gebrek aan lokale reglementeringen, kunnen de volgende normen gelden. Dit systeem werkt met R410A als koelmiddel.
  • Pagina 64: Openen Van De Unit

    Installatie van de unit 2 Bereken het volume van de ruimte (m³) waar de binnenunit is geïnstalleerd. Bereken in de volgende gevallen het volume van (D), (E) als één ruimte of als de kleinste ruimte: Als er geen kleinere opdelingen zijn van de ruimte: Als de ruimte opgedeeld is, maar een opening aanwezig is tussen de ruimten die voldoende groot is om een vrije luchtcirculatie toe te laten.
  • Pagina 65: De Buitenunit Openen

    Installatie van de unit 17.2.2 De buitenunit openen GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN 11× Wanneer het voorpaneel A open is, is de elektrische componentenkast toegankelijk. Zie "17.2.3  Elektrische componentenkast van de buitenunit openen" [  65]. Voor servicewerkzaamheden is toegang tot de drukknoppen op de hoofdprintplaat vereist.
  • Pagina 66: De Buitenunit Monteren

    Installatie van de unit 17.3 De buitenunit monteren 17.3.1 De installatiestructuur voorzien Zorg ervoor dat de unit waterpas staat op een voldoende stevige ondergrond om trillingen en lawaai te voorkomen. 800 mm 600 mm ▪ Maak de unit vast met behulp van de vier M12-funderingsbouten. De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot ze nog 20 mm boven het oppervlak van de fundering uitsteken.
  • Pagina 67: Installatie Van De Leidingen

    Installatie van de leidingen 18 Installatie van de leidingen In dit hoofdstuk 18.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden........................... 18.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 18.1.2 De koelleidingen isoleren............................18.1.3 Leidingmaat selecteren............................18.1.4 Koelmiddelaftaksets selecteren..........................18.1.5 Over de leidinglengte ............................. 18.1.6 Enkelvoudige buitenunits en standaard combinaties met meerdere buitenunits..........18.1.7 Meerdere buitenunits: Mogelijke lay-outs......................
  • Pagina 68: De Koelmiddelleidingen Voorbereiden

    Installatie van de leidingen 18.1 De koelmiddelleidingen voorbereiden 18.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen OPMERKING Voor R410A-koelmiddel moeten strikte voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem schoon, droog en afgedicht te houden. ▪ Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal (zoals minerale olie of vocht) in het systeem terechtkomt.
  • Pagina 69: De Koelleidingen Isoleren

    Installatie van de leidingen 18.1.2 De koelleidingen isoleren ▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal: met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052  W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C) bestand tegen minstens 120°C ▪ Isolatiedikte Omgevingstemperatuur Vochtigheid Minimumdikte ≤30°C 75% tot 80% RV 15 mm >30°C ≥80% RV 20 mm...
  • Pagina 70 Installatie van de leidingen 1,2 VRV DX-binnenunit 3 Aftakkeuze-unit (BS*) 4 VRV-binnenunit alleen koelen A~E Leiding a,b Binnenaftakkit x,y Kit voor aansluiting van meerdere buitenunits A, B, C: Leiding tussen buitenunit en (eerste) koelmiddelaftakset Kies uit de volgende tabel volgens het type van de totale capaciteit van de stroomafwaarts aangesloten buitenunits.
  • Pagina 71 Installatie van de leidingen In geval van warmtepompsysteem Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) binnenunit Gasleiding Vloeistofleiding <150 15,9 150≤x<200 19,1 200≤x<290 22,2 290≤x<420 28,6 12,7 420≤x<640 15,9 640≤x<920 34,9 19,1 ≥920 41,3 In geval van systeem met warmteterugwinning Capaciteitsindex Leidingmaat (buitendiameter) (mm) binnenunit Vloeistofleiding Aanzuiggasleidin Hogedruk-/...
  • Pagina 72: Koelmiddelaftaksets Selecteren

    Installatie van de leidingen Vergroot HP-klasse Buitendiameter vloeistofleiding (mm) 9,5 → 12,7 12+14 12,7 → 15,9 18~22 15,9 → 19,1 26~34 19,1 → 22,2 36~42 F: Leiding tussen koelmiddelaftakkit en aftakkeuzebox (BP-box) Warmtepompsysteem in geval van één buitenunit De leidingdiameter voor rechtstreekse aansluiting op de aftakkeuzebox (BP*) moet gebaseerd zijn op de totale capaciteit van de aangesloten binnenunits (alleen wanneer RA DX-binnenunits zijn aangesloten).
  • Pagina 73 Installatie van de leidingen Type capaciteit buitenunit 2 leidingen 3 leidingen (HP) 8+10 KHRQ22M29T9 KHRQ23M29T9 12~22 KHRQ22M64T KHRQ23M64T 24~42 KHRQ22M75T KHRQ23M75T ▪ Kies voor andere refnet-verbindingen dan de eerste aftakking (bijvoorbeeld refnet-verbinding b) het juiste model aftakkit op basis van de totale capaciteitsindex van alle binnenunits die na de eerste koelmiddelaftakking zijn aangesloten.
  • Pagina 74: Over De Leidinglengte

    Installatie van de leidingen 18.1.5 Over de leidinglengte Zorg ervoor dat de lengte van de leidingen de maximaal toegestane leidinglengte niet overschrijdt. Dit geldt ook voor het hoogteverschil en de leidinglengte na de aftakking. In de hiernavolgende hoofdstukken worden 6 gevallen beschreven ter illustratie van de vereisten inzake de leidinglengte.
  • Pagina 75 Installatie van de leidingen Term Definitie Afstand Hoogteverschil tussen EKEXV‑kits en 5 m AHU-units (a) Als de systeemcapaciteit een installatie met meerdere buitenunits is, meet dan opnieuw "de eerste aftakking van de buitenunit gezien vanuit de binnenunit". (b) Het toegestane hoogteverschil bedraagt 50 m wanneer de buitenunit hoger dan de binnenunit staat, en 40 m wanneer de buitenunit lager dan de binnenunit staat.
  • Pagina 76: Enkelvoudige Buitenunits En Standaard Combinaties Met Meerdere Buitenunits

    Installatie van de leidingen 18.1.6 Enkelvoudige buitenunits en standaard combinaties met meerdere buitenunits In geval van warmtepompsysteem Aansluiting met VRV DX-binnenunits en luchtbehandelingsunits a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c EKEXV-kit d Luchtbehandelingsunit (AHU) Leiding Maximumlengte (reëel/ equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de laatste 165 m/190 m leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2+6, 1+3, 1+2+5)
  • Pagina 77 Installatie van de leidingen Aansluiting met VRV DX-binnenunits en Hydrobox-units a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c Lage temperatuur (LT) Hydrobox-unit Leiding Maximumlengte (reëel/ equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de laatste 120 m/140 m leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2+6, 1+3, 1+2+5) Langste leiding na de eerste aftakking (3, 2+6, 2+5) 40 m/—...
  • Pagina 78: Opmerking: Minimaal Toegestane Lengte Tussen Buitenunit En Eerste

    Installatie van de leidingen Aansluiting met alleen VRV DX- en RA DX-binnenunits a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c RA DX-binnenunit d Aftakkeuzebox (BP*) (1) Deze aansluiting is alleen toegelaten bij een installatie met één buitenunit. Leiding Maximumlengte (reëel/ equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de laatste 100 m/120 m leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3+4, 1+3+5+6, 1+3+5+7)
  • Pagina 79 Installatie van de leidingen In geval van systeem met warmteterugwinning Aansluiting met VRV DX-binnenunits en luchtbehandelingsunits a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c Aftakkeuze-unit (BS*) d Multi-aftakkeuze-unit (BS*) e EKEXV-kit f Luchtbehandelingsunit (AHU) Leiding Maximumlengte (reëel/ equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de laatste 165 m/190 m leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3, 1+5)
  • Pagina 80 Installatie van de leidingen Aansluiting met VRV DX-binnenunits en Hydrobox-units a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c Multi-aftakkeuze-unit (BS*) d Lage temperatuur (LT) Hydrobox-unit e Hoge temperatuur (HT) Hydrobox-unit Leiding Maximumlengte (reëel/ equivalent) Langste leiding van de buitenunit of de laatste 120 m/140 m leidingaftakking voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3, 1+5)
  • Pagina 81 Installatie van de leidingen Aansluiting met alleen VRV DX-binnenunits a Buitenunit b VRV DX-binnenunit c Multi-aftakkeuze-unit (BS*) d Enkele aftakkeuze-unit (BS*) Langste 165 m/190 m leiding van buitenunit of de laatste leidingaftak king voor meerdere buitenunits (1+2, 1+3, 1+5) Langste 40 m/— leiding na de eerste aftakking (2, 3, 5)
  • Pagina 82: Meerdere Buitenunits: Mogelijke Lay-Outs

    Installatie van de leidingen 18.1.7 Meerdere buitenunits: Mogelijke lay-outs ▪ De leidingen tussen de buitenunits moeten waterpas of licht oplopend worden aangelegd om te voorkomen dat olie in de leidingen blijft staan. Patroon 1 Patroon 2 a Naar binnenunit b Leiding tussen buitenunits X Niet toegelaten (olie blijft achter in de leiding) O Toegelaten ▪...
  • Pagina 83: De Waterleidingen Voorbereiden

    Installatie van de leidingen OPMERKING Bij een systeem met meerdere buitenunits gelden voor de installatie beperkingen op de volgorde van de aansluitingen van de koelmiddelleiding tussen buitenunits. Installeer volgens de volgende beperkingen. De capaciteit van buitenunits A, B, en C moet voldoen aan de volgende beperkingen: A≥B≥C.
  • Pagina 84: Vereisten Voor De Watercircuits

    Installatie van de leidingen (c) Bij een hoge watertemperatuur (40°C of meer), ontstaat vaak corrosie, en als metalen zonder beschermende coating rechtstreeks in contact komen met water, wordt het aanbevolen om maatregelen te nemen tegen corrosie zoals een corrosieremmer of een ontluchtingsbehandeling. (d) Het rondje in de kolom geeft de tendens tot corrosie of kalkvorming aan.
  • Pagina 85 Installatie van de leidingen a Ontluchting (lokaal te voorzien) b Wateruitlaat c Waterinlaat d Afsluiter (lokaal te voorzien) e Wateraansluiting f Waterleiding (lokaal te voorzien) g Isolatie (lokaal te voorzien) h Warmtewisselaar i Filter (accessoire) j Aftapkraan (lokaal te voorzien) k Afvoeraansluiting l Isolatiedeksel ▪...
  • Pagina 86: Omgaan Met De Hardgesoldeerde Platenwarmtewisselaar

    Installatie van de leidingen 18.2.3 Omgaan met de hardgesoldeerde platenwarmtewisselaar INFORMATIE Deze unit is uitgerust met een hardgesoldeerde platenwarmtewisselaar. Omdat de structuur ervan anders is dan bij een conventionele warmtewisselaar, MOET u er op een andere manier mee omgaan. ▪ Installeer een waterfilter op de waterinlaat om te voorkomen dat er vreemde materialen, zoals stof, zand, e.d., in de platenwarmtewisselaar terechtkomen.
  • Pagina 87 Installatie van de leidingen a Constant debiet b Debietregelklep (lokaal te voorzien) c Inverterpomp (lokaal te voorzien) Een systeem kan worden geconfigureerd als een systeem met een constant debiet (a), als een systeem met variabel debiet met klep (b) of een systeem met variabel debiet met een pomp (c).
  • Pagina 88: Ontwerpcriteria

    Installatie van de leidingen D Maximum debiet (zie beschrijving hieronder) E Hydronisch debiet Volg de onderstaande ontwerpcriteria voor de selectie van de regelklep voor het systeem. Het maximum vereiste debiet van het klepsysteem A is een eigenschap van de geleverde klep en het 50% debiet B staat in rechtstreeks verband met het maximum debiet van het systeem.
  • Pagina 89: Voorzorgsmaatregelen Bij Het Aansluiten Van Koelmiddelleidingen

    Installatie van de leidingen ▪ Koelmiddelleiding routeren en op de buitenunit aansluiten ▪ Buitenunit beschermen tegen vervuiling ▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunits (zie de montagehandleiding van de binnenunits) ▪ Leidingset voor aansluiting van meerdere buitenunits aansluiten ▪ Koelmiddelaftakset aansluiten ▪...
  • Pagina 90: Koelmiddelleiding Op Buitenunit Aansluiten

    Installatie van de leidingen Bij aansluiting aan de bovenkant Bij aansluiting aan de voorkant Verwijder en verander de positie van de leidingserviceplaat (a) zoals hieronder afgebeeld. 18.3.4 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten INFORMATIE Alle lokale leidingen tussen units zijn lokaal te voorzien, behalve de accessoireleidingen.
  • Pagina 91: Installatie Van De Leidingset Voor Meerdere Aansluitingen

    Installatie van de leidingen De aansluitingen op de aftakkits zijn voor rekening van de installateur (lokale leiding). 18.3.5 Installatie van de leidingset voor meerdere aansluitingen OPMERKING Een verkeerde installatie kan een slechte werking van de buitenunit veroorzaken. ▪ Installeer de verbindingen horizontaal met het waarschuwingslabel (a) op de verbinding bovenaan.
  • Pagina 92: Bescherming Tegen Verontreiniging

    Installatie van de leidingen c Refnet-verbinding horizontaal gemonteerd 18.3.7 Bescherming tegen verontreiniging Bescherm de leiding zoals beschreven in de volgende tabel om te vermijden dat vuil, vloeistof of stof in de leiding terecht zou komen. Toestel Installatieperiode Beschermingsmethode Buitenunit >1 maand De leiding dichtknijpen <1 maand De leiding dichtknijpen of...
  • Pagina 93: Gebruik Van De Afsluiter En Servicepoort

    Installatie van de leidingen ▪ Gebruik GEEN vloeimiddel wanneer u koelmiddelleidingen koper op koper soldeert. Gebruik fosfor-kopersoldeervulstof (BCuP), zodat er geen vloeimiddel nodig is. Vloeimiddel heeft een zeer schadelijke invloed op koelmiddelleidingsystemen. Als u bijvoorbeeld vloeimiddel op chloorbasis gebruikt, dan gaan leidingen corroderen.
  • Pagina 94: Afsluiter Sluiten

    Installatie van de leidingen 3 Stop met draaien zodra de afsluiter niet meer verder draait. 4 Installeer het deksel van de afsluiter. Gevolg: De afsluiter is nu open. Om een Ø19,1~Ø25,4 mm afsluiter volledig te openen, draai de zeskantsleutel tot een aanhaalmoment tussen 27 en 33 N•m is bereikt. Een verkeerd aanhaalmoment kan lekkage van het koelmiddel en breuk van het afsluiterdeksel veroorzaken.
  • Pagina 95: Aanhaalmomenten

    Installatie van de leidingen ▪ Draai het servicepoortdeksel na gebruik van de servicepoort goed vast. Zie de tabel hieronder voor het aanhaalmoment. ▪ Controleer na het vastdraaien van het servicepoortdeksel op koelmiddellekken. Aanhaalmomenten Afmeting Aanhaalmoment N•m (rechtsom draaien om te sluiten) afsluiter (mm) Schacht Klephuis...
  • Pagina 96 Installatie van de leidingen D Klep D (1) Alleen voor warmteterugwinningssysteem. OPMERKING Sluit de vacuümpomp niet aan op de aanzuiggasafsluiter als de unit zal worden gebruikt als warmtepompsysteem. Anders verhoogt het risico op defecten van de unit. 3 Verwijder gas en olie uit de dichtgedraaide leiding met behulp van een aftapsysteem voor koelmiddel.
  • Pagina 97: De Koelmiddelleiding Controleren

    Installatie van de leidingen 7 Wacht tot alle olie uit de leiding is gedruppeld alvorens verder te gaan met de aansluiting van de lokale leiding wanneer niet alle olie kon worden afgetapt. 18.4 De koelmiddelleiding controleren 18.4.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen Zijn de werkzaamheden aan Werk de leidingen af.
  • Pagina 98: Koelmiddelleiding Controleren: Algemene Richtlijnen

    Installatie van de leidingen ▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken. ▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel van vacumeren. Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd.
  • Pagina 99: Lektest Uitvoeren

    Installatie van de leidingen A Klep A B Klep B C Klep C D Klep D (1) Alleen voor warmteterugwinningssysteem. OPMERKING Sluit de vacuümpomp niet aan op de aanzuiggasafsluiter als de unit zal worden gebruikt als warmtepompsysteem. Anders verhoogt het risico op defecten van de unit.
  • Pagina 100: Vacuümdrogen

    Installatie van de leidingen OPMERKING Gebruik ALTIJD een aanbevolen bubbeltestoplossing, die u bij uw verdeler kunt kopen. Gebruik NOOIT zeepwater: ▪ Zeepwater kan namelijk barsten in componenten veroorzaken, zoals in de doppen van flaremoeren of afsluiters. ▪ Zeepwater kan zout bevatten en zout absorbeert vocht dat zal bevriezen als de leidingen koud worden.
  • Pagina 101: Koelmiddel Bijvullen

    Installatie van de leidingen ▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit worden voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de onderstaande afbeelding.
  • Pagina 102: Over Koelmiddel Bijvullen

    Installatie van de leidingen OPMERKING Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay van de A1P-printplaat van de buitenunit normaal is voordat u de vulprocedure begint (zie "20.2.4  Stand 1 of 2 activeren" [  124]). Als een storingscode wordt weergegeven, zie "23.1 Problemen op basis van storingscodes oplossen" [  142].
  • Pagina 103: Koelmiddel Vullen

    Installatie van de leidingen R Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel [in kg en afgerond tot 1 cijfer na de komma] Totale lengte [m] van vloeistofleiding maat Øa 1...6 A Parameter A C Parameter C Parameter A. Als de aansluitverhouding van de totale capaciteit van binnenunits (CR)>100%, vul 0,5 kg extra koelmiddel per buitenunit bij.
  • Pagina 104 Installatie van de leidingen De extra hoeveelheid koelmiddel is Voer stap 3~4 uit. kleiner dan 10 kg De extra hoeveelheid koelmiddel is Voer stap 3~6 uit. groter dan 10 kg 3 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort van de vloeistofafsluiter (open klep B) om vooraf te vullen zonder draaiende compressor.
  • Pagina 105: Zorg Dat Alle Voorzorgsmaatregelen In

    Installatie van de leidingen INFORMATIE Als de totale bijgevulde hoeveelheid koelmiddel in stap 4 is bereikt (alleen door vooraf te vullen), schrijf dan de bijgevulde hoeveelheid koelmiddel op het bij de unit geleverde label van de bijgevulde hoeveelheid koelmiddel en kleef het op de achterkant van het voorpaneel.
  • Pagina 106: Controles Na Bijvullen Van Koelmiddel

    Installatie van de leidingen 10 Sluit klep A en druk op BS3 om het handmatig bijvullen van koelmiddel te stoppen zodra de resterende hoeveelheid koelmiddel is bijgevuld. INFORMATIE Het handmatig bijvullen van koelmiddel stopt automatisch na 30 minuten. Als het vullen na 30 minuten nog niet voltooid is, voert u de procedure voor bijvullen van koelmiddel opnieuw uit.
  • Pagina 107: De Waterleidingen Aansluiten

    Installatie van de leidingen OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO equivalent. Formula om de hoeveelheid in CO -equivalent te berekenen: GWP-waarde koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000 Neem de GWP-waarde van het label voor bijvullen van koelmiddel.
  • Pagina 108: Het Watercircuit Vullen

    Installatie van de leidingen 18.6.4 Het watercircuit vullen 1 Sluit de watertoevoerslang aan op de vulklep (zelf te voorzien). 2 Open de vulkraan. 3 Laat ALLEEN de pomp draaien en controleer of het watercirculatiesysteem geen lucht bevat omdat anders de platenwarmtewisselaar zal bevriezen. 4 Controleer waterdebiet hoog...
  • Pagina 109: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie 19 Elektrische installatie In dit hoofdstuk 19.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................ 109 19.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van elektrische bedrading ..............109 19.1.2 Lokale bedrading: Overzicht ..........................111 19.1.3 Over elektrische bedrading............................ 111 19.1.4 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit...................
  • Pagina 110 Elektrische installatie WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen.
  • Pagina 111: Lokale Bedrading: Overzicht

    Elektrische installatie 19.1.2 Lokale bedrading: Overzicht In geval van warmtepompsysteem a Lokale voeding (met aardlekbeveiliging) b Hoofdschakelaar c Aardingsaansluiting d Buitenunit e Binnenunit f Gebruikersinterface g Voedingsbedrading binnenunit (ommantelde kabel) (230 V) h Transmissiebedrading (ommantelde kabel) (16 V) i Voedingsbedrading buitenunit (ommantelde kabel) Voeding 3N~ 50 Hz Voeding 1~ 50 Hz Aardingsbedrading...
  • Pagina 112 Elektrische installatie OPMERKING ▪ Zorg ervoor dat de voedingskabel en de transmissiekabel van elkaar gescheiden blijven. De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen kruisen, maar ze mogen niet parallel lopen. ▪ De transmissiebedrading en de voedingsbedrading mogen niet in contact komen met de interne leidingen (behalve de inverter PCB-koelleiding) om te voorkomen dat de bedrading beschadigd wordt door hete leidingen.
  • Pagina 113: Over Het Voldoen Aan De Normen Inzake Elektriciteit

    Elektrische installatie In geval van systeem met warmteterugwinning a Buitenunit b Binnenunit c Hoofdleiding d Aftakkingsleiding 1 e Aftakkingsleiding 2 f Aftakkingsleiding 3 g Een aftakking mag niet verder worden afgetakt h Centrale gebruikersinterface (enz.) A Transmissiebedrading buiten/binnen B Transmissiebedrading master/slave Gebruik voor de bedrading hierboven altijd vinyldraden van 0,75 ...
  • Pagina 114: Vereisten Voor Beveiligingen

    Elektrische installatie 19.1.5 Vereisten voor beveiligingen De voeding moet worden beveiligd met behulp van de vereiste beveiligingen, met name een hoofdschakelaar, een trage zekering op elke fase en een aardlekbeveiliging volgens de geldende wetgeving. Voor standaardcombinaties De keuze en maat van de bedrading moet gebeuren conform de geldende wetgeving op basis van de informatie in de onderstaande tabel.
  • Pagina 115: Transmissiebedrading Routeren En Bevestigen

    Elektrische installatie Voorbeeld Combinatie van de RWEYQ30T9 met behulp van de RWEYQ8T9, RWEYQ10T9, en RWEYQ12T9. ▪ Minimum circuitampère van de RWEYQ8T9=15.5 A ▪ Minimum circuitampère van de RWEYQ10T9=16.4 A ▪ Minimum circuitampère van de RWEYQ12T9=19.4 A Hieruit volgt dat de minimum circuitampère van de RWEYQ30T9=15,5+16,4+19,4=51,3 A Vermenigvuldig het bovenstaande resultaat met 1,1: (51,3 A×1,1)=56,43 A ⇒...
  • Pagina 116: De Bedrading Tussen De Buitenunits In Hetzelfde Leidingsysteem Moet Worden

    Elektrische installatie In geval van warmtepompsysteem F1 F2 F1 F2 Q1 Q2 Q1 Q2 Q1 Q2 F2 Q1 Q2 TO IN/D UNIT TO OUT/D UNIT TO MULTI UNIT F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 a Printplaat buitenunit (A1P) b Unit A (master-buitenunit) c Unit B (slave-buitenunit)
  • Pagina 117: Transmissiebedrading Voltooien

    Elektrische installatie 19.4 Transmissiebedrading voltooien Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie ervan in de unit, samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld. a Vloeistofleiding b Gasleiding c Afwerkingstape d Hogedruk-/lagedrukgasleiding e Transmissiebedrading (F1/F2) f Isolatie 19.5 Voeding routeren en bevestigen OPMERKING Houd de aardingskabels op minstens 25 ...
  • Pagina 118: Voeding Aansluiten

    Elektrische installatie 19.6 Voeding aansluiten OPMERKING Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van de transmissiebedrading. Anders kan het hele systeem onklaar raken. VOORZICHTIG ▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. ▪...
  • Pagina 119: Optionele Bedrading Aansluiten

    Elektrische installatie L1 L2 L2 N 19.7 Optionele bedrading aansluiten Gebruik voor de optionele bedrading geïsoleerde kabels voor een nominale spanning van 250 V of hoger en een minimale doorsnede van 1,25 mm² voor for éénaderige kabels en 0,75 mm² voor meeraderige kabels. Variabel debiet Het outputsignaal van het variabel debiet is een regelsignaal met lage spanning dat een output van 2~10 V DC genereert, afhankelijk van het vereiste waterdebiet door...
  • Pagina 120: Multifunctionele Outputs

    Elektrische installatie Sluit de stromingsschakelaar aan op: X2M klem 5 en 6. Installeer in het geval van een systeem met meerdere buitenunits één of meerdere stromingsschakelaars, afhankelijk van de installatie van het watersysteem zodat het waterdebiet onder alle omstandigheden gegarandeerd blijft. OPMERKING Als de stromingsschakelaar in een systeem met variabel debiet wordt geïnstalleerd, dient u rekening te houden met de traagheid van de waterstroming.
  • Pagina 121: Isolatieweerstand Van De Compressor Controleren

    Elektrische installatie 19.8 Isolatieweerstand van de compressor controleren OPMERKING Als zich na de installatie koelmiddel verzamelt in de compressor, kan de isolatieweerstand over de polen afnemen, maar de machine blijft werken zo lang deze weerstand minstens 1 MΩ bedraagt. ▪ Meet de isolatie met een 500 V megger. ▪...
  • Pagina 122: Configuratie

    Configuratie 20 Configuratie In dit hoofdstuk 20.1 Overzicht: Configuratie................................122 20.2 Lokale instellingen uitvoeren ..............................122 20.2.1 Over lokale instellingen............................122 20.2.2 Componenten voor lokale instellingen........................123 20.2.3 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen ..................124 20.2.4 Stand 1 of 2 activeren ............................124 20.2.5 Gebruik van stand 1 ...............................
  • Pagina 123: Componenten Voor Lokale Instellingen

    Configuratie ▪ "20.2.2 Componenten voor lokale instellingen" [  123] ▪ "20.2.3 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen" [  124] PC-configurator Voor een VRV IV-warmteterugwinningssysteem kunnen verschillende lokale instellingen ook bij de inbedrijfstelling worden ingesteld met behulp van een pc- interface (optie EKPCCAB* vereist). De installateur kan de configuratie (niet ter plaatse) op pc voorbereiden en deze nadien naar het systeem uploaden.
  • Pagina 124: Toegang Tot De Componenten Voor Lokale Instellingen

    Configuratie 20.2.3 Toegang tot de componenten voor lokale instellingen De drukknoppen op de printplaat en de 7-segmentendisplay(s) zijn toegankelijk zonder de volledige elektronische componentenkast te openen. Voor toegang tot de drukknoppen kunt u het voorste inspectiedeksel op het voorpaneel verwijderen (zie afbeelding). U kunt nu het inspectiedeksel van het voorpaneel van de elektronische componentenkast openen (zie afbeelding).
  • Pagina 125: Gebruik Van Stand 1

    Configuratie Stap Weergeven Bij het inschakelen: knippert zoals afgebeeld. De eerste controles van de voeding worden uitgevoerd (1~2 min). Geen problemen: brandt zoals afgebeeld (8~10 min). Klaar voor gebruik: blanco display zoals afgebeeld. Aanduidingen 7-segmentendisplay: Knippert In het geval van een storing wordt de storingscode weergegeven op de gebruikersinterface van de binnenunit en het 7-segmentendisplay van de buitenunit.
  • Pagina 126: Gebruik Van Stand 2

    Configuratie Afsluiten en terugkeren naar de Druk op BS1. beginstand Voorbeeld: Inhoud van parameter [1‑10] controleren (aantal op het systeem aangesloten binnenunits controleren). [A‑B]=C in dit geval gedefinieerd als: A=1; B=10; C=waarde die willen te weten komen/controleren: 1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de standaardsituatie is (normale werking).
  • Pagina 127: Stand 1: Controle Instellingen

    Configuratie Voorbeeld: Inhoud van parameter [2‑12] controleren. [A‑B]=C in dit geval gedefinieerd als: A=2; B=12; C=waarde die willen te weten komen/veranderen 1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de normale werking is (standaardsituatie bij verzending in de fabriek). 2 Druk meer dan 5 seconden op BS1.
  • Pagina 128: Stand 2: Lokale Instellingen

    Configuratie De werking met stroomverbruikbegrenzing kan worden ingesteld in stand 2. De werking met stroomverbruikbegrenzing van het buitenunitsysteem kan op twee manieren worden ingesteld. ▪ Bij de eerste manier wordt het stroomverbruik begrensd door middel van een lokale instelling. De unit werkt dan altijd met de geselecteerde begrenzing van het stroomverbruik.
  • Pagina 129 Configuratie [2‑9] -streeftemperatuur tijdens verwarmen zonder regeling variabele koelmiddeltemperatuur (VRT). [2‑9] -streefwaarde (°C) 41°C 42°C 43°C 44°C 45°C 6 (standaard) 46°C 49°C [2‑12] Stroomverbruikbegrenzing inschakelen externe besturingsadapter (DTA104A61/62). Verander deze instelling wanneer het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Deze instelling werkt alleen wanneer de optionele externe besturingsadapter (DTA104A61/62) is geïnstalleerd.
  • Pagina 130 Configuratie [2‑21] Beschrijving 0 (standaard) Gedeactiveerd. Geactiveerd. Druk op BS3 om de stand koelmiddel aftappen/ vacumeren te verlaten. Het systeem blijft in de stand koelmiddel aftappen/vacumeren staan zolang u niet op BS3 drukt. [2‑23] Regeling met variabele koelmiddeltemperatuur (VRT) [2‑23] VRT-regeling 0 (standaard) Actief zowel koelen als verwarmen...
  • Pagina 131 Configuratie Deze instelling bepaalt het niveau van de stroomverbruikbegrenzing voor stap 1 als het systeem met stroomverbruikbegrenzing moet draaien wanneer een extern signaal naar de unit wordt gestuurd. Zie de tabel voor de niveaus. [2‑30] Stroomverbruikbegrenzing (bij benadering) 3 (standaard) [2‑31] Niveau stroomverbruikbegrenzing (stap ...
  • Pagina 132 Configuratie OPMERKING Door deze instelling in te stellen op het uitgebreide werkingstype, moet u glycol als warmtebronmedium gebruiken om te voorkomen dat het circuit met brijn of de unit opvriest (zie werkingsbereik). Gebruik in dat geval geen water! [2‑50] Beschrijving 0 (standaard) Geen brijn: water.
  • Pagina 133: Pc-Configurator Aansluiten Op De Buitenunit

    Configuratie [2‑81] Instelling koelcomfort Snel Krachtig [2‑82] Instelling verwarmcomfort. Deze instelling wordt gebruikt in combinatie met instelling [2‑9]. [2‑82] Instelling verwarmcomfort 1 (standaard) Gematigd Snel Krachtig 20.2.9 PC-configurator aansluiten op de buitenunit X27A a Pc b Kabel (EKPCCAB*) c Hoofdprintplaat buitenunit RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner...
  • Pagina 134: Inbedrijfstelling

    21 Inbedrijfstelling OPMERKING Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). De algemene checklist inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
  • Pagina 135: Checklist Voor De Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling VOORZICHTIG Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat. Verwijder de ventilatorafscherming NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken. INFORMATIE Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit.
  • Pagina 136: Over Proefdraaien

    Inbedrijfstelling Leidingdiameter en leidingisolatie Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze zoals voorgeschreven. Afsluiters Zorg dat de afsluiters aan zowel de vloeistof- als de gaszijde open zijn. Beschadigde onderdelen Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde onderdelen of platgedrukte leidingen.
  • Pagina 137: Proefdraaien

    Inbedrijfstelling ▪ Bepaling van de leidinglengte. De controles van de leidinglengte en van de toestand van het koelmiddel worden niet uitgevoerd wanneer het systeem Hydrobox-units bevat. ▪ Problemen met binnenunits kunnen niet voor elke unit afzonderlijk worden gecontroleerd. Controleer de binnenunits één voor één met een normale regeling op de gebruikersinterface na het beëindigen van het proefdraaien.
  • Pagina 138: Correctie Na Abnormaal Beëindigen Van Het Proefdraaien

    Inbedrijfstelling Let op: Tijdens het proefdraaien kan de unit niet worden stilgelegd met de gebruikersinterface. Druk op BS3 om af te breken. De unit stopt ±30 seconden later. 5 Controleer het resultaat van het proefdraaien op het 7-segmentendisplay van de buitenunit. Beëindiging Beschrijving Normaal beëindigd...
  • Pagina 139: Onderhoud En Service

    Onderhoud en service 22 Onderhoud en service OPMERKING Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus. Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen. OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO equivalent.
  • Pagina 140: Onderhoud Van De Platenwarmtewisselaar

    Onderhoud en service 22.2 Onderhoud van de platenwarmtewisselaar De prestaties van de platenwarmtewisselaar kunnen afnemen door kalkvorming. Wanneer het waterdebiet daalt, kan hij vorstschade oplopen. Daarom is het vereist om op regelmatige tijdstippen geprogrammeerd onderhoud uit te voeren om zo kalkvorming te voorkomen.
  • Pagina 141: Over De Servicestand

    Onderhoud en service 22.3 Over de servicestand Koelmiddel aftappen/vacumeren is mogelijk met behulp van instelling [2‑21]. Zie "20.2 Lokale instellingen uitvoeren" [  122] voor meer informatie over het instellen van stand 2. Controleer bij het gebruik van de stand voor vacumeren/aftappen voor u begint heel grondig wat moet worden gevacumeerd/afgetapt.
  • Pagina 142: Opsporen En Verhelpen Van Storingen

    Opsporen en verhelpen van storingen 23 Opsporen en verhelpen van storingen In dit hoofdstuk 23.1 Problemen op basis van storingscodes oplossen ........................142 23.1 Problemen op basis van storingscodes oplossen Wanneer er wel een storingscode op staat, voert u de in de tabel met storingscodes beschreven stappen uit om de storing op te lossen.
  • Pagina 143: Als Afval Verwijderen

    Als afval verwijderen 24 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
  • Pagina 144: Technische Gegevens

    Technische gegevens 25 Technische gegevens Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist). In dit hoofdstuk 25.1...
  • Pagina 145: Schema Van De Leidingen: Buitenunit

    Technische gegevens 25.2 Schema van de leidingen: Buitenunit SENPH SENPL 4D108945A Vulpoort Afsluiter (met servicepoort ∅7,9 mm flare-aansluiting) Koelwaterinlaat Koelwateruitlaat Vulpoort / Servicepoort Filter Terugslagklep Drukveiligheidsklep Elektromagnetische klep Capillaire buis Elektronische expansieklep 4-wegsklep Propellerventilator Poort (voor sensor) Lage-/hogedruksensor RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner 4P452191-1B –...
  • Pagina 146: Bedradingsschema: Buitenunit

    Technische gegevens Hogedrukschakelaar Olieafscheider Accumulator Compressor Warmtewisselaar met dubbele buis Vloeistofreservoir Thermistor 25.3 Bedradingsschema: Buitenunit Het bedradingsschema is bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel. Te doorlopen zaken vooraleer de unit te starten Engels Vertaling Notes to go through before starting the Te doorlopen zaken vooraleer de unit te unit starten...
  • Pagina 147 Technische gegevens Positie in schakelkast Engels Vertaling Position in switch box Positie in schakelkast Legende Hoofdprintplaat Printplaat ruisfilter Inverter-printplaat Printplaat SUB Adapterprintplaat Printkaart keuzeschakelaar koelen/verwarmen BS* (A1P) Drukknoppen (stand, instelling, terugkeren) C* (A3P) Condensator DS* (A1P) DIP-schakelaar E1HC Carterverwarming F1S (A2P) Spanningsbeveiliging F1U (A4P) Zekering (T, 3,15 A, 250 V)
  • Pagina 148 Technische gegevens Luchtregelschakelaar Schakelaar koelen/verwarmen Vergrendelschakelaar SEG* (A1P) 7-segmentendisplay Lekstroomdetectiesensor V1R (A3P) IGBT-voedingsmodule V2R (A3P) Diodemodule X66A Connector (schakelaar op afstand koelen/verwarmen) Printplaatconnector Klemmenstrook X*M (A*P) Klemmenstrook op printplaat Connector Elektronische expansieklep Elektromagnetische klep Ruisfilter (ferrietkern) Ruisfilter Optioneel Lokaal te voorzien RWEYQ8~14T9Y1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner...
  • Pagina 149: Verklarende Woordenlijst

    Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. Ter plaatse te voorzien NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden. RWEYQ8~14T9Y1B...
  • Pagina 152 4P452191-1B 2020.10 Verantwortung für Energie und Umwelt...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rweyq10t9y1bRweyq12t9y1bRweyq14t9y1b

Inhoudsopgave