1
2
9
6
7
5
8
4
11
10
12
1 Inlaat voor voedingsbedrading en uitgang pompwerking
(hoogspanning)
2 Inlaat voor voedingsdoorvoerbedrading (systeem met
meerdere buitenunits)
3 Afsluiter hogedruk-/lagedrukgas (hogetemperatuurdeel)
4 Maak de voedingsbedrading en de uitgang van de
pompwerking (hoogspanning) vast met de klem
(accessoire).
5 Steek de klem (accessoire) in de opening van de
bevestigingsplaat voor de afsluiter.
6 Voedingsbedrading en uitgang pompwerking
(hoogspanning)
7 Ongeveer 50 mm
8 Voedingsdoorvoerbedrading
9 Maak de voedingsbedrading en de uitgang van de
pompwerking (hoogspanning) vast met de klem
(accessoire) om te voorkomen dat ze tegen de afsluiter
voor het persgas komen.
10 Snijd het gearceerde deel weg en voer de
voedingsdoorvoerkabel door de doorvoeropening.
11 Gearceerd deel
12 Steek de klem (accessoire) in de opening in de bodem van
de elektrische componentenkast.
13 Inlaat voor transmissiebedrading (laagspanning)
14 Maak een neerwaartse lus in de transmissiebedrading net
voor de plaats waar de bedrading zal worden bevestigd op
de bovenplaat van de elektrische componentenkast.
Hierdoor voorkomt u dat er condensaat van de bedrading
in de elektrische componentenkast druppelt.
15 Bevestig de transmissiebedrading met de klemmen
(accessoire).
16 Steek de transmissiebedrading (laagspanning) door de
kabelklem.
17 Maak de voedingsbedrading en de uitgang van de
pompwerking (hoogspanning) met de klem (accessoire)
vast aan de bodem van de elektrische componentenkast.
18 Rol de voedingsbedrading niet op.
AANDACHT
Houd de aardingskabels op minstens 50 mm van de
stroomdraden van de compressor. Anders kunnen
andere units die op dezelfde aarding zijn aangesloten
slecht werken.
Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de
aarding vóór de stroomvoerende draden worden
aangesloten. Bij het losmaken van de voedingskabel
moeten de stroomvoerende draden vóór de aarding
worden losgemaakt. De lengte van de geleiders
tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de
klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroom-
voerende geleiders strak zitten vóór de aardings-
geleider voor het geval dat de voedingskabel wordt
losgetrokken van de trekontlasting.
RWEYQ8+10T8Y1B
VRV-W IV-Systeem airconditioner
4P399208-3 – 2015.01
3
13
14
15
4
16
17
18
AANDACHT
Voorzorgsmaatregelen
voedingskabels:
Sluit geen kabels met een verschillende dikte aan op
de voedingsklemmenstrook (loshangende voedings-
kabels kunnen abnormaal warm worden).
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk zoals hieronder afgebeeld.
Gebruik voor de bedrading de aangegeven stroom-
draad en sluit hem stevig aan; maak dan vast om
externe
belasting
voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalmoment
van de klemschroeven.
Aanhaalmoment (N•m)
M5 (Voedingsklemmenstrook)
M5 (Aarding)
M3 (Klemmenstrook voor bedrading tussen
units)
AANDACHT
Aanbevelingen bij het aansluiten van de aarding
Leg de aardingsdraad zodanig dat hij door de uitsparing in
de schotelring loopt. (Een slechte aardingsaansluiting kan
resulteren in een slechtwerkende aarding.)
bij
het
installeren
op
de
klemmenstrook
2,0~3,0
3,2~3,9
0,8~0,97
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
van
te
27