13.2. Voor gebruik of begin van het proefdraaien
Controleer of de leidingen goed zijn aangelegd alvorens de unit
te laten proefdraaien. Controleer in het bijzonder of het filter, de
ontluchtingsklep, de automatische watertoevoerklep en de
expansietank correct zijn geïnstalleerd.
Laat eerst alleen de pomp draaien nadat het watercircuit
volledig is gevuld, en controleer dan of het watercirculatie-
systeem geen lucht bevat en het waterdebiet hoog genoeg is.
De plaatwarmtewisselaar kan bevriezen als er lucht in het
systeem zit of het debiet te laag is. Meet eventueel waterdruk-
verlies voor en na de buitenunit en controleer of het waterdebiet
hoog genoeg is. Leg in het geval van problemen de pomp
onmiddellijk stil en los het probleem op.
Inspecteer het filter op de inlaatleiding van de buitenunit. Reinig
het indien nodig.
13.3. Dagelijkse service en onderhoud
Beheer van de waterkwaliteit
De plaatwarmtewisselaar kan niet worden ontmanteld en
gereinigd, en er kunnen geen onderdelen van worden
vervangen. Let op de waterkwaliteit van het water voor de plaat-
warmtewisselaar om corrosie en kalkvorming te voorkomen.
Het water voor de plaatwarmtewisselaar moet minstens voldoen
aan de waarden in de tabel hieronder.
Eventuele anticorrosie- of antikalkproducten e.d. mogen roestvrij
staal en koper niet corroderen.
Beheer van het debiet van gekoeld water
Als het debiet van het gekoeld water niet hoog genoeg is, zal de
plaatwarmtewisselaar vorstschade oplopen. Controleer op
verstoppingen in het filter, lucht in het systeem, dalingen van het
debiet door een defect van de circulatiepomp door het verschil in
temperatuur en druk te meten aan de in- en uitlaatpoorten van
de plaatwarmtewisselaar. Als het temperatuur- of drukverschil
groter dan het toegelaten bereik is, dan betekent dit dat het
waterdebiet gedaald is. Leg de unit stil en los het probleem op
alvorens de unit weer in te schakelen.
Maatregelen wanneer de vorstbeveiliging is geactiveerd
Los het probleem op alvorens de unit weer in te schakelen
wanneer de vorstbeveiliging werd geactiveerd tijdens de
werking. Als de vorstbeveiliging één keer werd geactiveerd, is
een deel bevroren. Als u de unit weer opstart zonder de oorzaak
te verhelpen, kan het ijs niet worden gesmolten en zal de
plaatwarmtewisselaar geblokkeerd zijn, met schade aan de
plaatwarmtewisselaar tot gevolg. Hierdoor kan het koelmiddel
gaan lekken of kan er water in het koelmiddelcircuit
terechtkomen.
RWEYQ8+10T8Y1B
VRV-W IV-Systeem airconditioner
4P399208-3 – 2015.01
13.4. Waterkwaliteit
INFORMATIE
De waterkwaliteit moet conform EU richtlijn 98/83/EG zijn.
Richtlijn voor de norm voor de waterkwaliteit voor gekoeld
water, warm water en suppletiewater
Koelwatersysteem
Circulatiesysteem
Circulatie-
Suppletie-
(a)
Item
water
water
Standaarditems
pH (25°C)
6,5~8,2
6,0~8,0
Elektrisch
geleidings-
vermogen
<80
<30
(mS/m)
(25°C)
Chloride-
ionen
<200
<50
–
(mg cl
/l)
Sulfaationen
<200
<50
2–
(mg SO
/l)
4
Zuurverbruik
(pH 4,8)
<100
<50
(mg CaCO
/l)
3
Totale
hardheid
<200
<70
(mg CaCO
/l)
3
Kalkhardheid
<50
<50
(mg CaCO
/l)
3
Silica in
ionische
<50
<30
toestand
(mg SiO
/l)
2
Referentie-items
IJzer
<1,0
<0,3
(mg Fe/l)
Koper
<0,3
<0,1
(mg Cu/l)
Sulfaation
—
—
2–
(mg S
/l)
Ammoniumion
<1,0
<0,1
+
(mg NH
/l)
4
Restchloor
<0,3
<0,3
(mg Cl/l)
Vrij koolstof-
dioxide
<4,0
<4,0
(mg CO
/l)
2
Stabiliteits-
6,0~7,0
—
index
(a) Deze items geven typische oorzaken van corrosie en kalkvorming aan.
(b) In een condensorwatercircuit met een gesloten koeltoren moet het circulatiewater
van het gesloten circuit en het suppletiewater voldoen aan de normen voor het
warmwatersysteem, en het doorloopwater en suppletiewater moet voldoen aan
de normen voor het circulatiekoelwatersysteem.
(c) Bij een hoge watertemperatuur (40°C of meer), ontstaat vaak corrosie en als
metalen zonder beschermende coating rechtstreeks in contact komen met water,
wordt het aanbevolen om maatregelen te nemen tegen corrosie zoals een
corrosieremmer of een ontluchtingsbehandeling.
(d) Het rondje in de kolom geeft de tendens tot corrosie of kalkvorming aan.
(1)
Suppletiewater moet schoon leidingwater, industrieel water of schoon
grondwater zijn. Gebruik geen gezuiverd of onthard water.
(2)
"Once-through" water kan corrosie veroorzaken. Gebruik geen
"once-through" water.
(1)(2)
(b)
Warmwater-
(c)
systeem
Tendens
Circulatie
water
(20°C ~
Suppletie-
60°C)
water
Corrosie
7,0~8,0
7,0~8,0
○
<30
<30
○
<50
<50
○
<50
<50
○
<50
<50
<70
<70
<50
<50
<30
<30
<1,0
<0,3
○
<1,0
<0,1
○
—
—
○
<0,3
<0,1
○
<0,25
<0,3
○
<0,4
<4,0
○
—
—
○
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
(d)
Kalk
○
○
○
○
○
○
○
○
21