Bediening: ovenfuncties zonder magnetron
Eenvoudige bediening
^ Schakel de oven in.
^ Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^ Kies met de functieschakelaar de ge-
wenste ovenfunctie.
De voorgeprogrammeerde temperatuur
verschijnt:
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
^ Wijzig de temperatuur met de draai-
knop (indien nodig).
Na korte tijd verschijnen de werkelijke
temperatuur en het controlelampje voor
de temperatuur 3.
3
U kunt het stijgen van de temperatuur
op het display volgen.
Als de ingestelde temperatuur voor het
eerst wordt bereikt, klinkt er een akoes-
tisch signaal als deze functie is inge-
schakeld (zie het hoofdstuk "Instel-
lingen – P 2").
56
i60
°C
6
V
42
°C
Na de bereiding:
^ Zet de functieschakelaar op ß.
^ Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitge-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.