14. Bedrijfsstoringen
14.1 Alle luchtverhitters
Storing
Waaier draait niet rond
Luchtstroom wordt in de
verwarmingsmodus niet
warm
Ventilatoren voeren geen
of te weinig lucht aan
Bij de Ultra voor koelen:
sterke condensaatvorming
buiten de condensaatbak
14.2 AC-wisselstroommotor met motoraansluitdoos type ...16/36
Storing
De ventilator draait niet bij
ingeschakelde motor en de
bedrijfsklaarlamp is aan
De ventilator draait niet bij
ingeschakelde motor en de
bedrijfsklaarlamp is uit
Mogelijke oorzaak
Onbalans van de draaiende delen
Te geringe verwarmingsmiddelstroom
Lucht in de warmtewisselaar
De luchtstroom is onderbroken resp. belemmerd
door bijv. een vuil filter of een verontreinigde
warmtewisselaar
Verkeerde draairichting
• Ventilator functioneert niet
• Luchtvochtigheid ruimte is te hoog
Mogelijke oorzaak
Temperatuurstreefwaarde te laag
Extern schakelcontact is uitgeschakeld
Netvoeding ontbreekt
Regelspanning ontbreekt
Kabelverbinding onderbroken
Thermisch contact van de ventilator is geactiveerd
(gevaar van oververhitting)
Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten
Installatie- en bedrijfshandleiding
Probleemoplossing
Reinig het apparaat. Vervang het apparaat als de
onbalans na het reinigen blijft. Let erop dat bij het
reinigen geen balanceerklemmen worden verwijderd.
Controleer de verwarmingsmiddelstroom
(verwarmingsstreng, ketel) en verhelp de storing
Ontlucht de warmtewisselaar
Zorg dat de lucht wordt doorgelaten, vervang het
filter en/of reinig de warmtewisselaar
Controleer de draairichting
• Sluit het koelwaterventiel
• Ga de toepassingsbeperkingen na
Probleemoplossing
Verhoog de streefwaarde
Controleer het extern schakelcontact, evt.
overbruggen
Controleer de zekering in de verdeelkast
Controleer de regelzekering in het schakeltoestel
Controleer de kabelverbindingen
Controleer de motortemperatuur en laat de
motor zo nodig afkoelen Zoek de oorzaak voor
de oververhitting (bijv. motor geblokkeerd,
aanzuigtemperatuur te hoog, filter vuil); schakel het
apparaat uit en opnieuw in
Ultra
1.54
41