1.54
Ultra
Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten
Installatie- en bedrijfshandleiding
Ultra met motoraansluitbox
Aansluitzijde ventilator
bijv. type 96xx33/97xx33
Net:
Stoormeldingscontact
Regelsignaal
230 V/50 Hz
0-10 V DC
*) Besturingsleiding max. 100 m. Vanaf 20 m
afscherming eenzijdig op de signaalbron
aansluiten (PE).
Klemtoewijzing regeling luchtverhitter
met EC-ventilator
Regelsignaal
Toerental van
de Ultra
0 V
OFF
2,0 - 10 V
n
-100%
(2V)
Tabel 8
32
Kabelbescherming
De zekering voor de netaansluiting moet al naargelang de gebruikte kabel,
de bekabeling en de gebruiksomstandigheden en volgens de ter plaatse
geldende normen worden uitgevoerd. Maximale bouwzijdige zekering 16 A.
10.3.3.1 Aansturing met 0-10 V DC type ...33/34
EMC-conforme installatie van de besturingsleidingen
Let op voldoende afstand tussen voedings- en besturingsleidingen om
lekstromen te voorkomen. De lengte van de besturingsleidingen mag max.
100 m zijn. Vanaf 20 m moeten de leidingen zijn afgeschermd! Bij gebruik
van een afgeschermde leiding moet de afscherming eenzijdig, d.w.z. alleen
bij de signaalbron, met de massadraad worden verbonden (zo kort en
inductiearm als mogelijk!).
Alle series hebben een voeding van 230 V/50/60 Hz nodig en kunnen via
een regelingang 0-10 V DC (Ri > 49 kOhm) worden aangestuurd. De series
96 en 97 kunnen ook via een ingebouwde MODBUS RTU-interface worden
gebruikt. De afscherming van de busleiding kan zo nodig bij klem SH worden
doorgekoppeld.
In de motoraansluitbox is een relais met een potentiaalvrij wisselcontact
van 24 tot 250 V/2 A aanwezig. Hiermee wordt uitsluitend voor de series
96 en 97 een foutmelding van de ventilator of spanningsverlies gemeld. Bij
storingsvrij bedrijf wordt het relais bekrachtigd (contact C – NO gesloten).
Bij een storing wordt het relais ontkracht (contact C – NO geopend).
In de ventilatoren van de series 84 en 85 is geen stoormeldingscontact
aanwezig, zodat geen van de beide storingen, ventilator of spanningsverlies,
wordt gemeld!
Schakel het apparaat via de regelingang in en uit.
Schakel het apparaat niet via het stroomnet in en uit.
Het regelsignaal 0-10 V wordt voor wat betreft het toerental overeenkomstig
tabel 8 geïnterpreteerd (zie tabel 8). Het toerental voor het regelsignaal 2 V
voor het betreffende type kunt u terugvinden in de technische catalogus.
Via de potentiometer in de aansluitbox kan het toerental tot ca. 50% van
het maximale toerental worden beperkt.
Voor de typen met het eindcijfer 34 is af fabriek het toerental vooraf op 70%
ingesteld.
Voor de series 96 en 97 bestaat er de mogelijkheid om de ventilator via een
extern potentiaalvrij maakcontact voor laagspanning vrij te geven. Hiertoe
moet de af fabriek geplaatste brug bij de klemmen D1 en Ub worden
verwijderd.
Voeding en zekering
De stoormeldingsketen is met een apparaatzekering Ø5x20 mm, T0,1A
beveiligd. Maximale bouwzijdige zekering 16 A.