1.54
Ultra
Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten
Installatie- en bedrijfshandleiding
Aansluitprintplaat
KathermBoard
Regelspanning
24 V-
spanning
T 1,0 A
T 315 mA
Tabel 10
Lostrekken van de folie*
* Bij speciale kleuren kan de onderplaat
met schuimfolie bedekt zijn die met
krimpfolie en stickers is bevestigd.
34
In de ventilatoren van de series 84 en 85 is geen stoormeldingscontact
aanwezig! Bij een ventilatorstoring of spanningsverlies bij de luchtverhitter
volgt geen melding via het KaControl-systeem!
Schakel het apparaat via de regelingang in en uit.
Schakel het apparaat niet via het stroomnet in en uit.
KaControl-systeem
Informatie over de regeling via het KaControl-systeem en over toegestane
leidinglengtes en -typen vindt u in de montage- en installatiehandleiding
KaControl voor luchtverhitters I438.
Voeding en zekering
Ventilator en KaControl-module circulatielucht worden samen gevoed via
een toevoerdraad met een spanning van 230 V/50 Hz. In de KaControl-
module circulatielucht komt op de aansluitprintplaat een bedrijfscontrole-
LED voor. Bovendien zijn op de aansluitprintplaat elk een apparaatzekering
T 5.0 A
Ø 5x20 mm aan primaire zijde voor de regelspanning en eventueel de
voeding van de condensaatpomp, evenals aan secundaire zijde voor de
24 V-spanning en op het KathermBoard een apparaatzekering Ø 5x20 mm
aanwezig. Waarden zie tabel 10. Maximale bouwzijdige zekering 16 A.
11. Ingebruikneming
11.1 Controles voor de ingebruikneming
Ter bescherming tegen beschadiging tijdens transport en montage is de
onderplaat van de Ultra met een transparante folie bedekt.
• Verwijder de folie na de ingebruikneming van de Ultra door deze bij een
hoek los te maken en dan eraf te trekken.
Voorafgaand aan de ingebruikneming van de Ultra moeten de
volgende controles worden uitgevoerd:
• Is de Ultra correct en veilig bevestigd?
• Is de massadraad bij alle apparaten correct aangesloten?
• Zijn de thermische contacten van de AC-ventilatoren juist aangesloten
(bij meerdere Ultra-apparaten thermische contacten in serie (niet van
toepassing op traploze vermogensmodule))?
• Zijn de stoormeldingscontacten van de EC-ventilatoren, indien aanwezig,
correct aangesloten (bij meerdere Ultra-apparaten stoormeldingscontacten
in serie)?
• Zijn alle leidingen overeenkomstig de schakelschema's juist aangesloten?
• Zijn jumper en DIP-schakelaars juist ingesteld?
• Neem ook de aanwijzingen voor de ingebruikneming van andere
installatieonderdelen en eventueel het KaControl-systeem in acht.