Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten
10. Elektrische aansluiting
10.1 Veiligheidsaanwijzingen
Voor de elektrisch aansluiting van dit product is vakkennis op het gebied
van elektrotechniek vereist. Deze kennis, die gewoonlijk tijdens een
beroepsopleiding op de genoemde beroepsterreinen wordt bijgebracht,
wordt hier niet afzonderlijk beschreven. Fouten bij de aansluiting kunnen
leiden tot beschadiging van het apparaat! De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade aan personen en materiaal die door onjuiste aansluiting en/of
ondeskundige omgang ontstaat! Neem de volgende veiligheidsaanwijzingen
in acht voordat u met de werkzaamheden aan de regeling en de Ultra
begint:
• Controleer regelmatig de elektrische uitrusting van de luchtverhitter.
Vervang losse verbindingen en defecte kabels onmiddellijk.
• Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onbevoegd
herinschakelen.
• Voer de elektrische aansluiting alleen volgens de bijgevoegde
schakelschema's uit.
• Voer de elektrische aansluiting alleen volgens de momenteel geldende
VDE- en EN-richtlijnen en volgens de technische aansluitvoorwaarden van
de regionale energiebedrijven uit.
• Het apparaat mag alleen op vastgelegde leidingen worden aangesloten.
• De exploitant van het apparaat is verantwoordelijk voor de
elektromagnetische compatibiliteit van de complete installatie in
overeenstemming met de ter plaatse geldende normen.
EC-ventilator
Elektrische lading (> 50 C) tussen de aansluitader en de massadraadaansluiting
na netuitschakeling bij meerdere parallel geschakelde ventilatoren.
• Zorg voor voldoende contactbeveiliging. Voor werkzaamheden aan de
elektrische aansluiting moeten de netaansluitingen en de PE worden
kortgesloten.
Ook bij uitgeschakeld apparaat staan de klemmen en aansluitingen onder
spanning. Controleer met een tweepolige spanningzoeker of het apparaat
spanningsvrij is.
• Open het apparaat pas 5 minuten nadat de spanning op alle polen is
uitgeschakeld.
De
massadraad
voert
tussenkringspanning en de motorcapaciteit) hoge lekstromen. Let daarom
ook onder test- en proefomstandigheden op een EN-conforme aarding
(EN 50 178, art. 5.2.11). Zonder aarding kunnen bij het motorhuis
gevaarlijke spanningen voorkomen.
Bij een storing staan de rotor en de waaier onder spanning. Rotor en waaier
hebben een basisisolatie.
• In ingebouwde toestand niet aanraken!
Installatie- en bedrijfshandleiding
(afhankelijk
van
de
Ultra
1.54
taktfrequentie,
de
19