Samenvatting van Inhoud voor Kampmann Ultra Series
Pagina 1
Ultra ► Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Bewaar deze handleiding zorgvuldig voor toekomstig gebruik! Uitgave12/22NL SAP-nr.1389221...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Algemeen Informatie over deze handleiding Deze handleiding dient voor de veilige en efficiënte omgang met het apparaat. De handleiding is onderdeel van het apparaat en moet altijd in de directe nabijheid van het apparaat en voor het personeel toegankelijk worden bewaard. Het personeel moet deze handleiding voorafgaand aan alle werkzaamheden zorgvuldig hebben doorgelezen en begrepen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Veiligheid Dit hoofdstuk bevat een overzicht van alle belangrijke veiligheidsaspecten ter bescherming van personen en voor een veilig en storingsvrij bedrijf. Naast de veiligheidsinstructies in deze handleiding volgens moeten de voor de opstelplaats van het ap- paraat geldende veiligheidsvoorschriften, voorschriften voor veilig werken en voorschriften ter bescherming van het milieu worden opgevolgd.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Bedrijfs- en gebruiksgrenzen Bedrijfsgrenzen Watertemperatuur min./max. °C 5-90 Luchtaanzuigtemperatuur min./max. °C -20 - (+40) Luchtvochtigheid min./max. 15-75 Bedrijfsdruk min. bar/kPa Bedrijfsdruk max. bar/kPa siehe Typenschild Glycolpercentage min./max. 25-50 Tab. 1: Bedrijfsgrenzen Bedrijfsspanning Vermogensopname/stroomverbruik Op het typeplaatje Tab. 2: Bedrijfsspanning Ter bescherming van het apparaat wordt wat betreft de eigenschappen van het te gebruiken medium verwezen naar VDI-2035, Blad 1 &...
Pagina 9
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding AANWIJZING! Vorstgevaar op koude plaatsen! Bij gebruik in niet-verwarmde ruimtes bestaat bevriezingsgevaar van de warmtewisselaar. Zorg dat het apparaat in dat geval met een vorstbeveiligingssensor resp. thermostaat is uitgerust. AANWIJZING! Opmerkingen en gebruiksgrenzen voor de koeling Let bij het gebruik voor koeling met ontvochtiging van de lucht op bepaalde instellingen en bedrijfsmodi: Alleen apparaten van het type 963158/ 964158 werken met een luchthoeveelheid van max.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Gevaren door elektrische stroom GEVAAR! Levensgevaar door elektrische stroom! Bij aanraking van onder spanning staande delen bestaat direct levensgevaar door elektrocutie. Beschadi- ging van de isolatie of van afzonderlijke onderdelen kan levensgevaarlijk zijn. Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door elektromonteurs worden uitge- voerd.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Personeelseisen - kwalificaties Vakkennis Voor de montage van dit product is vakkennis van verwarming, koeling, ventilatie, installatie en elektrotechniek vereist. Deze kennis, die meestal in een beroepsopleiding voor de genoemde vakgebieden wordt verkregen, worden hier niet nader be- schreven.
AANWIJZING! Garantieclaims kunnen alleen binnen de toepasselijke termijnen worden ingediend. (Nadere informatie is te vinden in de Algemene Voorwaarden op de website van Kampmann) AANWIJZING! Voor het transport van het apparaat zijn 2 personen nodig. Draag tijdens het transport persoonlijke bescher- mende kleding.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Opslag Bewaar verpakte producten onder de volgende omstandigheden: Niet in de openlucht bewaren. Droog en stofvrij bewaren. Vorstvrij bewaren. Niet aan agressieve stoffen blootstellen. Tegen direct zonlicht beschermen. Mechanische schokken vermijden. AANWIJZING! Soms zijn op de verpakte producten opslaginstructies vermeld die verder gaan dan de hier genoemde eisen. In dat geval moeten die worden opgevolgd.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Opbouw en functie Overzicht Afb. 1: Ultra-overzicht Bodemdeksel Kunststof condensaatbak (alleen bij koelapparaat) Luchtgeleidingsplaat (alleen bij koelapparaat) Warmtewisselaar Cu/Al Sikkelvormige geluidsarme rotorventilator, volgens ErP 2015 Zelfdragende kunststof behuizing Condensaatpomp (verdekt), alleen bij koelapparaat 6-delige aanzuigkrans Korte beschrijving Ultra-luchtverhitters als plafondapparaten voor verwarming en/of koelen worden gebruikt voor de decentrale verwarming en ventilatie van hallen, tentoonstellings- en verkoopruimten.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Lijst met verbruiksmaterialen Afbeelding Artikel Eigenschappen Geschikt voor Art.nr. Maat 73 en 84 (niet ge- schikt voor montage in ver- 154000064050 laagde plafonds!) Voor directe montage bij het apparaataanzuigge- Maat 85 (niet geschikt voor Opzetfilter circulatielucht deelte bij circulatieluchtap- montage in verlaagde pla- 154000065050...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Montage en aansluiting Voorwaarden voor de opstelplaats: Monteer het apparaat alleen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Het draagvermogen van het plafond moet voldoende zijn om het gewicht van het apparaat te ondersteunen (Techni- sche gegevens [} 14]).
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Typeserie Spanning [V] Toerental [min Max. montagehoogte H Luchtworp W [m] 96_ _56 1000 96_ _58 Montage Voor de montage zijn 2 personen nodig. VOORZICHTIG! Letselgevaar door scherpe behuizingsplaten! De platen aan de binnenkant van de behuizing hebben gedeeltelijk scherpe randen. Draag veiligheidshandschoenen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.3.1 Ophangpunten Ultra AANWIJZING! Boorsjabloon uitknippen. De boorsjabloon van karton maakt deel uit van de verpakking en dient voor het aantekenen van de bevesti- gingspunten aan het plafond. Boorsjabloon eruit knippen voordat de verpakking wordt afgevoerd! Afb. 3: Ophangpunten Ultra...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.3.2 Montage massief plafond A: bouwzijdig B: Leveringsomvang x: Deze spleet behouden om bij eventuele inspectiewerk- zaamheden de aanzuigkrans te kunnen verwijderen! De spleet mag niet door achteraf uitgevoerde plafondwerk- zaamheden zoals bepleisteren worden verkleind omdat de aanzuigkrans dan niet meer gemonteerd of gedemon- teerd kan worden! Gebruik alle vier bevestigingspunten!
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.3.3 Montage verlaagd plafond A: plaatselijk B: Leveringsomvang x: Deze spleet behouden om bij eventuele inspectiewerk- zaamheden de aanzuigkrans te kunnen verwijderen! De spleet mag niet door achteraf uitgevoerde plafondwerk- zaamheden zoals bepleisteren worden verkleind omdat de aanzuigkrans dan niet meer gemonteerd of gedemon- teerd kan worden! Gebruik alle vier bevestigingspunten!
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.3.4 Montage aanzuigkrans AANWIJZING! Aanbouwdelen na montage van de aanzuigkrans niet meer toegankelijk! Monteer de aanzuigkrans pas na alle aansluit- en montagewerkzaamheden! Motorklemmenkast, kleppen, motorbeschermkorf, condensaatpomp enzovoort zijn dan niet meer toegankelijk! In elk van de 6 afzonderlijke onderdelen één van de meegeleverde schroe- ven in de daarvoor bedoelde opening schroeven.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding AANWIJZING! Aanzuigkrans bij apparaatmontage onder massief plafond Bij montage van het apparaat onder een massief plafond en leidinginstallatie in zichtbaar gebied is de mon- tage van de aanzuigkrans op de beschreven manier niet mogelijk. Deze kan in dit geval bouwzijdig worden aangepast, bijv.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Hydraulische aansluiting Let bij de hydraulische aansluiting op het volgende: Veiligheidstechnische onderdelen (expansievaten, overdruk- en overloopkleppen) installeren en controleren. Voldoende ruimte voor luchtgeleiding (luchtaanzuiging en -uitstroming) laten. 6.4.1 Aansluiting op het leidingnet De aanvoer- en retouraansluitingen steken boven uit de behuizing. De aansluitmaat voor warmtewisselaar koper/aluminium 1"...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Condensaataansluiting 6.5.1 Montage van de condensaatafvoer (bij koelapparaten) Condensaatpomp SI 30 De zelfaanzuigende condensaatpomp is af fabriek aan de bovenzijde van het apparaat tot aan de slangaansluiting voor de bouwzijdige condensaatpersleiding aangesloten. Afb. 9: Condensaatpomp Max. opvoerhoogte [m] 8 m bij max.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.5.3 Ultra zonder gemonteerde KaControl-module circulatielucht Bij het bereiken van het maximale condensaatniveau het koelbedrijf automatisch beëindigen, om overloop van de conden- saatbak te voorkomen. Ultra koelen Ultra ventilatormotor Kabel met stekker Condensaatpomp Netvoeding Vlotterschakelaar condensaatpomp Alarmcontact Klemmendoos (extern)
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 6.5.4 Ultra met gemonteerde KaControl-module circulatielucht De voedingsspanning en het alarmcontact zijn af fabriek op de Ultra aangesloten. Bij alarmmelding wordt via het KaControl- systeem de klep gesloten en de ventilator in stand 1 geschakeld. Condensaatpomp Afb. 12: Ultra voor koelen 6.5.5 Ingebruikname en werkingscontrole...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Elektrische aansluiting AANWIJZING! Condensaatvorming in het koelapparaat! Bij bouwzijdige ventielaansturing moet het koelventiel bij uitschakeling van de ventilatoren worden geslo- ten. AANWIJZING! Schakel het apparaat via de stuuringang in en uit! Schakel het apparaat niet via het net uit, omdat na inschakeling van de netspanning gedurende max. 10 se- conden een storingsmelding wordt gegenereerd! Daarna is de elektronica van de EC-ventilator bedrijfsklaar en is een betrouwbare statusmelding mogelijk.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 7.2.1 Aansluiting (**00) Voedingsspanning en aansturing Alle maten hebben een voedingsspanning van 230 V/50/60 Hz nodig en kunnen via een stuuringang 0-10 VDC (Ri > 49 kohm) worden aangestuurd. Daarnaast kunnen de types en 96xx58 en 96xx56 via een geïntegreerde MODBUS RTU-inter- face worden bediend.
Pagina 32
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Let op de volgende punten in de onderstaande installatieschema's met elektromechanische regeling: Let op de gegevens over types en aanleg van leidingen met inachtneming van VDE 0100. Zonder *: NYM-J. Het noodzakelijke aantal aders incl. beschermingsleiding is op de leiding aangegeven. Diameters zijn niet aangegeven, omdat de leidinglengte in de berekening van de diameter wordt opgenomen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 7.2.3 Kabelinstallatie Ultra (**00), aansturing met toerentalregelaar type 30510 met industriethermostaat type 30058/30059 Verwarmen...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 7.2.4 Kabelaanleg Ultra (**00), aansturing met toerentalregelaar type 30510 met ruimtethermostaat type 30055 Verwarmen...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 7.2.5 Kabelaanleg Ultra (**00), aansturing met toerentalregelaar type 30510 met klokthermostaat type 30056 Verwarmen...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding KaControl (*C1) 7.3.1 Montage KaController Afb. 15: Montage in inbouwdoos Elektrische aansluiting Sluit de KaController volgens het aanlegschema aan op het dichtstbijzijnde KaControl-apparaat. De maximale buslengte tussen de KaController en de KaControl-bestu- ring is 30 m. Door de aansluiting van een KaController wordt het be- treffende KaControl-apparaat automatisch besturingsap- paraat in het regelcircuit.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 7.3.2 Aansluiting (*C1) Algemene opmerkingen Leg alle laagspanningskabels op de kortste manier aan. Zorg voor een ruimtelijke scheiding van laagspannings- en kracht- stroomkabels, bv. door metalen scheidingen op kabelrails. Verkeerd! Gebruik als laagspannings- en buskabels alleen afgeschermde ka- Stervormige aanleg van de buskabels.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Schakelbeschrijving Met de KaControl-module kan de ventilatormotor en ventielstelaandrijving via een 0 – 10 VDC-signaal of via de KaController worden aangestuurd. Via de geïntegreerde hoofdschakelaar kunnen de EC-ventilator en KaControl-module circulatielucht van de netspanning worden gescheiden. Alle aanvullende aanbouwdelen worden niet met de hoofdschakelaar van de netspan- ning gescheiden.
Pagina 44
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding KaControl-module circulatielucht installeren. Schroeven losdraaien waarmee de module op de con- sole is bevestigd. Houderplaten verwijderen en de module los op de console leggen. Schroef in het korte been van de houderplaat losdraaien. Afb. 19: Schroeven losdraaien. Houderplaten omdraaien en met het lange been aan de console bevestigen.
Pagina 45
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Smartboard omhoog uit de rails trekken. Op nauwe plaatsen als volgt te werk gaan: Middelste schroef uit de modulebehuizing losdraaien en verwijderen. Houderplaat met rail naar links draaien. SmartBoard naar voren verwijderen. Elektrische aansluiting maken en SmartBoard installeren. Het smartboard inclusief de modulebehuizing worden in omgekeerde volgorde van de demontage weer gemon- teerd.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Controles vóór eerste inbedrijfstelling Bij de eerste inbedrijfstelling moet ervoor worden gezorgd dat aan alle noodzakelijke eisen is voldaan, zodat het apparaat veilig en volgens het beoogde gebruik kan werken. Bouwkundige controles Controleer of het apparaat stevig staat resp. goed is bevestigd. Controleer of het apparaat waterpas staat/hangt.
Pagina 50
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Condensaataansluiting Controleer of de condensaatbak geen bouwafval bevat. Controleer de condensaatafvoer en verwerking van de alarmmelding bij de condensaatpomp. Controleer of het koelventiel bij een alarmmelding uitschakelt. Controleer of het apparaat correct en zonder lekkage op de bouwzijdige condensaataansluiting is aangesloten. Controleer of de afvoerleidingen gereinigd en met voldoende afschot zijn aangelegd.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Bediening Bediening elektromechanische regeling Toerentalregelaar type 30510 Met de toerentalregelaar kan de ventilator worden ingeschakeld en kan vooraf een toerental worden gekozen. De aansturing van een thermo-elektrische afslui- ter is niet mogelijk. Afb. 23: Toerentalregelaar type 30510 Elektronische toerentalregelaar, type 30515 Met geïntegreerde digitale schakelklok, beschermingsgraad IP 40 230 V, EC, met dag-, nacht-, weekprogramma, traploze ventilatorregeling 0...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Klokthermostaat 230 V, type 30256 Elektronische klokthermostaat voor 2- en 4-pijpstoepassingen als opbouw- wandmontage op inbouwdoos met optisch bescheiden design Bediening met 4 sensortasters Schakelklok met automatische overschakeling zomer-/wintertijd Aansluitingsmogelijkheid van een externe ruimtesensor Stuuringang omschakeling verwarmen/koelen in 2-pijps toepassingen Digitale ingang naar keuze instelbaar op omschakeling Comfort/ECO of ON/ Parallelbedrijf van maximaal 2 apparaten mogelijk Afb. 26: Klokthermostaat type 30256...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 9.2.1 Functietoetsen, weergave-elementen Alle menu’s kunnen met de navigator worden geselecteerd en ingesteld. De LED-achtergrondverlichting wordt 5 seconden na de laatste bediening van de KaController automatisch uitgeschakeld. Met een parameterinstelling kan de LED-achtergrondverlichting permanent worden gedeactiveerd. Afb. 27: KaController met functietoetsen, type 3210002 Scherm met LED-achtergrondverlichting ON/OFF-toets (afhankelijk van instelling)
Pagina 54
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Afb. 30: Displayweergave Weergave ingestelde ruimtetemperatuur Actuele tijd Tijdschakelprogramma actief Dag van de week Alarm Geselecteerde functie is geblokkeerd Bedrijfsmodus ‘Externe ventilatie’ is geblokkeerd Filtermelding Ecomodus Voorafinstelling actief Voorinstelling ventilatoraansturing Auto-0-1-2-3-4-5 Bedrijfsmodus ventileren Bedrijfsmodus koelen Bedrijfsfunctie verwarmen Bedrijfsmodus automatische omschakeling verwarmen/koelen...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Onderhoud 10.1 Tegen opnieuw inschakelen beveiligen GEVAAR! Levensgevaar door onbevoegd of ongecontroleerd opnieuw inschakelen! Als het apparaat door onbevoegden of ongecontroleerd opnieuw wordt ingeschakeld, kan ernstig tot dode- lijk letsel ontstaan. Controleer voor het opnieuw inschakelen of alle veiligheidsvoorzieningen zijn gemonteerd en goed wer- ken en dat er geen gevaren voor personen bestaan.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Interval Onderhoudswerkzaamheden Personeel Controleer de warmtewisselaar op vuil, bescha- digingen, corrosie en lekkages. Als de warmte- driemaandelijks Gebruiker wisselaar vuil is, zuig het stof er dan voorzichtig uit. Controleer de condensaatbak, de vlotterschake- laar en de afvoeraansluiting op vuil, beschadi- driemaandelijks Gebruiker gingen en lekkages.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding GEVAAR! Letselgevaar door verbranding Op de elektronicabehuizing van de EC-ventilator komen hoge temperaturen voor. Directe aanraking vermij- den! AANWIJZING! Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen! Voor de EC-ventilator mogen geen agressieve, lakoplossende reinigingsmiddelen worden gebruikt. Er mag geen water in de motor en de elektronica binnendringen (bijv.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Steekmoer van de condensaatbak afschroeven. Let op! Als eerder het alarm werd geactiveerd, kan tot 1 liter water in de con- densaatbak aanwezig zijn! Dit moet vóór de demontage van de condensaatbak via de gietstomp worden verwijderd. Afb. 33: Steekmoer van condensaatbak af- schroeven Condensaatbak laten zakken en verwijderen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Nadat het deksel eraf is getrokken, kan de vlotterschakelaar worden geopend en gereinigd. Afb. 37: Deksel verwijderen 10.3.6 Filter vervangen VOORZICHTIG! Letselgevaar door scherpe behuizingsplaten! De platen aan de binnenkant van de behuizing hebben gedeeltelijk scherpe randen. Draag veiligheidshandschoenen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Storingen In het volgende hoofdstuk worden mogelijke oorzaken voor storingen en de werkzaamheden voor het verhelpen ervan be- schreven. Als storingen vaker voorkomen, moeten de onderhoudsintervallen overeenkomstig de werkelijke belasting worden verkort. Bij storingen die niet met de onderstaande maatregelen kunnen worden verholpen, moet men contact opnemen met de fabri- kant.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding LED-code Relais in de ventilator* Oorzaak Afkoelfase Powermodule Storing motorstart Netspanning te laag Netspanning te hoog Storing piekstroom Temperatuuralarm MODBUS communicatiefout Tab. 10: Status via knippercode * Relais in de ventilator bij af fabriek geprogrammeerde functie (storingsmelding niet omgekeerd) 0 Relais afgevallen 1 Relais aangetrokken 11.1 Storingstabel...
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Verwarmings- resp. koelinstallatie inschakelen, Geen verwarmings- resp. koelmedium. circulatiepomp inschakelen, apparaat/installatie ontluchten. Kleppen werken niet. Defecte kleppen vervangen. Pompcapaciteit controleren, hydraulica controle- Watervolumestroom te laag. ren. Met de regelaar ingestelde temperatuur te laag Temperatuurinstelling met de regelaar aanpas- resp.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding 11.3 Storingstabel, regeling KaControl, type ..58C1/ 56C1 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Uitschakelen, spanningsvrij maken en mechani- Mechanische blokkering. sche blokkering verwijderen. EC-ventilator draait niet bij ingeschakelde span- Stuurspanningsbeveiliging op aansluitprintplaat, ning op de module en stuursignaal > 4 VDC 24 V-spanningsbeveiliging op aansluitprintplaat Zekeringen vervangen.
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Parameterlijsten KaControl 12.1 Parameterlijst Ultra Parameter Functie Standaard Min. Max. Eenheid Ultra P000 Softwareversie P001 Basis-instelwaarde voor invoer instelwaarde ± 3K °C P002 In- en uitschakelhysteresis kleppen K/10 Neutrale zone in het 4-pijpssysteem (alleen bij automati- P003 K/10 sche bediening)
Pagina 65
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Parameter Functie Standaard Min. Max. Eenheid Ultra P032 Spoelfunctie: maximale stilstandtijd van de ventilator P033 Spoelfunctie: Duur van de spoelfunctie P034 Spoelfunctie: Activering in de bedrijfsmodi Tijd waarin de ventilator na een bedrijfsmoduswijzing in P035 stand 1 loopt P036 Soort instelling instelwaarde...
Pagina 66
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Parameter Functie Standaard Min. Max. Eenheid Ultra P069 Netwerkadres P070 Afhankelijkheid van de Hydronic-algoritmen (op Slaves) P071 Serieel adres Slave 1 P072 Serieel adres Slave 2 P073 Serieel adres Slave 3 P074 Serieel adres Slave 4 P075 Serieel adres Slave 5 P076...
Pagina 67
Ultra Montage-, installatie- en gebruikershandleiding Parameter Functie Standaard Min. Max. Eenheid Ultra P113 gereserveerd P114 gereserveerd P115 gereserveerd P116 gereserveerd P117 Blokkeren functietoetsen op KaController P118 Inschakelvertragingstijd P119 Uitschakelvertragingstijd P120 gereserveerd P121 gereserveerd P122 Relatieve ventilatorstandverhoging via contact P123 Maximale klep-open-tijd Minimale P + I uitgangsvariatie voor ventielbeweging (0 P124 tot 10)
EU-Konformitätserklärung EU Declaration of Conformity Déclaration de Conformité CE Deklaracja zgodności CE EU prohlášení o konformite KAMPMANN Wir (Name des Anbieters, Anschrift): GMBH & Co. KG Friedrich-Ebert-Str. 128-130 We (Supplier’s Name, Address): 49811 Lingen (Ems) Nous (Nom du Fournisseur, Adresse): My (Nazwa Dostawcy, adres): My (Jméno dodavatele, adresa):...
Gemäß den Bestimmungen der Richtlinien: Following the provisions of Directive: Conformément aux dispositions de Directive: Zgodnie z postanowieniami Dyrektywy: Odpovídající ustanovení směrnic: 2014/30/EU EMV-Richtlinie 2014/35/EU Niederspannungsrichtlinie Frank Bolkenius Lingen (Ems), den 29.04.2022 ______________________________ Ort und Datum der Ausstellung Name und Unterschrift des Befugten Place and Date of Issue Name and Signature of authorized person Lieu et date d’établissement...
Pagina 76
Land Kontakt Land Contact Kampmann GmbH & Co. KG Vertegenwoordiging Nederland Friedrich-Ebert-Str. 128 - 130 Nassauplein 30 49811 Lingen (Ems) 2585 EC Den Haag T +49 591/ 7108-660 T +31 70/ 3114174 Duitsland Nederland F +49 591/ 7108-173 F +31 70/ 3114175 E export@kampmann.de...