Samenvatting van Inhoud voor Kampmann Ultra 73 Series
Pagina 1
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Ultra 2-standen draaistroommotor 1-standen wisselstroommotor EC-wisselstroommotor Installatie- en bedrijfshandleiding Zorgvuldig bewaren voor toekomstig gebruik! Voor ingebruikneming goed lezen! Kampmann.de/installation_manuals I 309/07/17 NL SAP-Nr. 1019052...
Pagina 2
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Ultra serie 73-96 voor verwarmen Ultra serie 84-96 voor koelen Bodemplaat, na 6° draaiing afneembaar Warmtewisselaar Cu/Al Sikkelvormige geluidsarme axiale ventilator Geluidsarme radiale ventilator Omkasting, kunststof, RAL 9016 Aanzuigkrans, standaard Aansluitkast Condensaatbak Luchtgeleidingsbodem...
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Verklaring tekens: Inhoudsopgave Let op! Gevaar! Beoogd gebruik ................. Als u deze aanwijzing niet in 1.1 Bedrijfs- en toepassingsbeperkingen ........acht neemt, kan dat ernstig 1.2 Toepassingsbeperkingen voor de koelmodus ......lichamelijk letsel of zware 1.3 Condensaatpomp ..............
Pagina 4
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Inhoudsopgave Ingebruikneming ..............34 11.1 Controles voor de ingebruikneming ........34 11.2 Ingebruikneming ............... 35 11.3 Controles na de ingebruikneming ........35 Buitenbedrijfstelling (langdurig) ........... 36 Onderhoud · Reiniging ............36 13.1 Omkasting ................
Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 1. Beoogd gebruik Kampmann Ultra is in overeenstemming met de laatste technologische normen en erkende veiligheidsvoorschriften gebouwd. Toch kan bij gebruik gevaar voor personen of schade aan het apparaat of andere materiële zaken ontstaan als het apparaat niet vakkundig wordt gemonteerd en in gebruik wordt genomen of als het niet conform het beoogde gebruik wordt ingezet.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 1.2 Toepassingsbeperkingen voor de koelmodus Door de royale afmetingen van de basisconstructie en de lage basistoerentallen van de ventilator is de uitvoering Ultra voor koelen in principe ook geschikt voor gebruik ten behoeve van luchtontvochtiging. Desondanks dienen speciaal voor het koelen bepaalde werkwijzen resp.
Ultra-serie 85: max. toegestane opvoerhoogte bij 5 m slanglengte: 3 m; Ultra-serie 96: max. toegestane opvoerhoogte bij 5 m slanglengte: 2 m. De exacte toepassingsbeperkingen voor de betreffende werkwijzen dienen met behulp van het berekeningsprogramma op www.kampmann.nl/ultra/ calculation te worden bepaald. Indien permanent hogere hoeveelheden condensaat dan de max. toegestane moeten worden afgevoerd, zijn sterkere condensaatpompen op aanvraag leverbaar.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 2. Veiligheidsaanwijzingen Installatie en montage, alsmede onderhoudswerkzaamheden aan elektrische apparaten mogen alleen door elektrotechnisch geschoold personeel als bedoeld door het VDE worden verricht. De aansluiting dient conform de geldende VDE-bepalingen en de richtlijnen van de energiebedrijven te worden uitgevoerd. Als u de voorschriften en de bedieningshandleiding niet in acht neemt, kan dat leiden tot storingen in de werking van het product, gevolgschade en gevaar voor personen.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Volg altijd de volgende veiligheidsaanwijzingen op • Haal de spanning van alle installatieonderdelen waaraan wordt gewerkt. Beveilig de installatie tegen onbevoegd opnieuw inschakelen! • Wacht na het uitschakelen van het apparaat de stilstand van de ventilator af, voordat u aan de installatie- en onderhoudswerkzaamheden begint.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 4. Transport en opslag • Neem de veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht. • Let op! Scherpe randen mogelijk! Draag tijdens het transport handschoenen, veiligheidsschoenen en geschikte veiligheidskleding. • Draag het apparaat met zijn tweeën! Let op! Draag het apparaat niet aan de lamellen! Gebruik voor het transport geschikte transporthulpmiddelen om schade aan de gezondheid te voorkomen! •...
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 6. Montage • Knip het boorsjabloon op de kartonnen verpakking uit. • Voor een eenvoudigere montage installeert u evt. eerst de aansluitingen (zie aansluiting voor water, pag. 15). • Bevestig de Ultra met behulp van de bouwzijdige schroeven en pluggen overeenkomstig pag.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Montagevoorbeeld verlaagd plafond Montagevoorbeeld bij • Markeer met behulp van het boorsjabloon vier verlaagd plafond bevestigingspunten op het massieve plafond en boor de gaten. • Sla de schroefdraadpluggen in de boringen. Schroef de draadeinden van voldoende lengte Massief plafond met zeskantmoeren M8 en sluitringen volgens de...
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 6.2 Filtermontage • Monteer het filter, voor zover als accessoire voorhanden, na voltooiing van de elektrische installatie en de aansluiting voor water en eventueel na het aansluiten van de condensaatpomp. •...
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Ultra-Serie Installatie- en bedrijfshandleiding 84/85 1004 1177 1050 1085 1077 7. Wateraansluiting • Sluit de Ultra aan volgens de markeringen op het apparaat. • Leg de pijpleidingen zodanig dat er geen mechanische spanningen naar V 1“...
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 9. Montage condensaatafvoer (bij Ultra voor koelen) 9.1 Aanleggen van condensaatleidingen Neem bij het bouwzijdig aanleggen van condensaatleidingen het volgende in acht: • Condensaatverzamelleidingen moeten een passende binnendiameter hebben. • Ze moeten met afschot voor een onbelemmerde afvoer worden gelegd. Zie voor verdere aanwijzingen ten aanzien van onderhoud, opvoerhoogte etc.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding zwart Kabel met stekker grijs blauw bruin Condensaatpomp Klemmendoos (extern) Net: Spanning: 230 V/50 Hz Vermogensopname: 14 W Alarmcontact: Com en NC: onderbreking van de stroomkring zodra het alarmniveau in de vlottermodule wordt bereikt.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 9.3 Aansluitwerkzaamheden • De condensaatpomp is aan de bovenkant van het apparaat door middel van een rubberen onderlegger op de bodemplaat bevestigd en kan voor montage- en bekabelingswerkzaamheden eenvoudig worden weggenomen.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 10. Elektrische aansluiting 10.1 Veiligheidsaanwijzingen Voor de elektrisch aansluiting van dit product is vakkennis op het gebied van elektrotechniek vereist. Deze kennis, die gewoonlijk tijdens een beroepsopleiding op de genoemde beroepsterreinen wordt bijgebracht, wordt hier niet afzonderlijk beschreven.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding De ventilator begint bijv. na een stroomonderbreking weer automatisch te draaien als de regelspanning is aangesloten of een toerentalstreefwaarde is opgeslagen. • Blijf daarom uit de gevaarlijke zone van het apparaat. Bij de elektronicabehuizing van de ventilator treden hoge temperaturen op.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding KaControl-module circulatielucht type ...16C1 De thermische contacten schakelen de motor bij iedere ontoelaatbaar sterke opwarming via de KaControl-module uit. Daarnaast wordt het toerentalsignaal via het KaControl-systeem op 0 V gezet. In beide gevallen vindt geen vergrendelende uitschakeling plaats! Het apparaat is niet kortsluitingveilig! Bij een kortsluiting op de motorleiding wordt het apparaat onherstelbaar beschadigd! Ook als de motor stilstaat, is...
Pagina 22
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Klemmenkast • Draai de schroef in de console van de klemmenkast eruit en verwijder de klemmenkast uit de zone van de aanzuigkrans. • Draai vervolgens de schroeven in het deksel van de klemmenkast los en haal het deksel eraf.
Pagina 23
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding • Verwijder vervolgens de beide buitenste schroeven in het deksel van de module en neem deze weg. • Verwijder het KathermBoard (alleen in KaControl-module type ...C1) naar boven uit de rails. Als de ruimte krap is, draai de middelste schroef in de modulebehuizing los en verwijder deze.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 10.3.1 Draaistroommotor De draaistroommotor met externe rotor kan met een 2-standen draaistroomschakelaar (Y/Δ-schakeling) in 2 standen worden geschakeld. Met een 5-standen draaistoomregeling kan de motor in elk van beide schakelingen (Y of Δ) door spanningsreductie in 5 standen worden geschakeld.
Pagina 25
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Geschikte schakelaars draaistroom schakelaars, het schakelvermogen ervan en het Om de motoren te schakelen en het toerental te daaruit af te leiden maximale aantal Ultra apparaten regelen zijn er verschillende schakelaars uit het dat op één schakelaar kan worden aangesloten.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 10.3.2 AC-wisselstroommotor De ventilatormotoren (230 V/50 Hz wisselstroom) zijn uitgerust met een eenfasewikkeling met condensatorhulpfase. Het toerental kan met een 7-traps wisselstroomregeling via spanningsreductie (trafoprincipe), een traploze wisselstroomregeling, een traploze vermogensmodule of een KaControl-module circulatielucht worden veranderd.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Aansturing via 0-100 kΩ potentiometer Bij aansturing met een 0-100 kΩ potentiometer (lineair) moet de jumper Vrijgave bij het masterapparaat (de op de potentiometer aangesloten Ultra) op Toerentalsignaal potmeter gestoken zijn (zie afb. 1). Alle andere Ultra’s (slaveapparaten) moeten dan de jumperstand 0-5 V hebben (zie afb.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Leidinglengtes Maximaal toegestane leidinglengte 100 m telkens voor regelsignaal 0-10 V DC en stoormeldingscontact. Leidingen aanleggen Er moet worden gewaarborgd dat er een afstand van minimaal 20 cm tussen laagspannings- en sterkstroomleidingen bestaat. Afscherming van de aansluitleidingen is normaal gesproken niet nodig (ook niet van de motorleidingen).
Pagina 30
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding DIP-schakelaars Jumper vermogensmodule KathermBoard Via de ingebouwde hoofdschakelaar kunnen de ventilator en de KaControl- module circulatielucht van het stroomnet worden losgekoppeld. Alle aanvullende elektrische aanbouwdelen worden niet via de hoofdschakelaar van het stroomnet losgekoppeld! Regelsignaal 0-10 V DC Regelsignaal Functie...
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Voeding en zekering Ventilator en KaControl-module circulatielucht worden samen gevoed via een toevoerdraad met een spanning van 230 V/50 Hz. In de KaControl- module circulatielucht komt op de aansluitprintplaat een bedrijfscontrole- LED voor.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Kabelbescherming De zekering voor de netaansluiting moet al naargelang de gebruikte kabel, de bekabeling en de gebruiksomstandigheden en volgens de ter plaatse geldende normen worden uitgevoerd. Maximale bouwzijdige zekering 16 A. 10.3.3.1 Aansturing met 0-10 V DC type ...33/34 EMC-conforme installatie van de besturingsleidingen Let op voldoende afstand tussen voedings- en besturingsleidingen om...
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 10.3.3.2 KaControl-module circulatielucht type ...33C1/34C1 KaControl-module De KaControl-module circulatielucht biedt de mogelijkheid om de ventilatormotor en de ventielstelaandrijving via een 0-10 V DC-signaal of via het KaControl-systeem te regelen. De soort aansturing wordt ingesteld via 6 DIP-schakelaars op het KathermBoard volgens het geldende aansluitschema en de gekozen installatieconfiguratie.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding In de ventilatoren van de series 84 en 85 is geen stoormeldingscontact aanwezig! Bij een ventilatorstoring of spanningsverlies bij de luchtverhitter volgt geen melding via het KaControl-systeem! Schakel het apparaat via de regelingang in en uit. Schakel het apparaat niet via het stroomnet in en uit.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 11.2 Ingebruikneming Ga nadat bovengenoemde controles correct zijn uitgevoerd, als volgt te werk: • Open de ventielen van de verwarmingsstreng. • Vul buisleidingen en warmtewisselaars vakkundig als ze na de montage zijn geleegd.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Draaien alle ventilatoren vrij of zijn er aanloopgeluiden hoorbaar? Zodra u aanloopgeluiden hoort, moet u de oorzaak achterhalen. Mogelijke oorzaken zijn: • een onder spanning ingebouwd apparaat • bouwzijdige verontreiniging (bijv. papierresten etc.) tussen ventilator en warmtewisselaar 12.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 13.2 Warmtewisselaar Stoffige en vettige afzettingen op de lamellen van de warmtewisselaar hinderen de luchtstroming en de warmteoverdracht. Alleen een schone warmtewisselaar levert het volledige warmtevermogen. Om deze reden moet de warmtewisselaar van de Ultra regelmatig op verontreinigingen worden gecontroleerd en zo nodig worden gereinigd.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding • Om vochtophoping in de motor te voorkomen, moet u de ventilator voor het reinigingsproces minstens 1 uur met 80 tot 100% van het maximale toerental laten draaien! • Na het reinigingsproces moet u de ventilator minstens 2 uur met 80 tot 100% van het maximale toerental laten draaien om deze te laten drogen! Meer informatie vindt u in de bedrijfshandleiding van de betreffende...
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 13.5 Onderhoud van de Ultra voor koelen Een vlotterschakelaar bewaakt het waterpeil en schakelt de condensaatpomp bij overschrijding van het maximale condensaatniveau in. Als er sprake is van een storing in de condensaatafvoer, wordt een alarmcontact geactiveerd. Wij raden aan om bij het bereiken van het maximale condensaatniveau het koelen automatisch te beëindigen om overlopen van de condensaatbak te voorkomen.
Pagina 40
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding Voor onderhoud moet de bodemplaat worden Let op! Als tevoren het alarm (zie boven) is geactiveerd, losgeschroefd. kan tot 1 liter water in de condensaatbak staan! Let op! Bij het demonteren kan resterende condensaat Dit moet voorafgaand aan de demontage van de uittreden! Draai eerst de plaat eraf.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 14. Bedrijfsstoringen 14.1 Alle luchtverhitters Storing Mogelijke oorzaak Probleemoplossing Reinig het apparaat. Vervang het apparaat als de Waaier draait niet rond Onbalans van de draaiende delen onbalans na het reinigen blijft. Let erop dat bij het reinigen geen balanceerklemmen worden verwijderd.
1.54 Ultra Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 14.3 AC-wisselstroommotor met vermogensmodule type ...16V Storing Mogelijke oorzaak Probleemoplossing Hoofdzekering op aansluitprintplaat en/of zekering Controleer de zekeringen op vermogensprintplaat defect De ventilator draait niet bij Controleer de motor- of moduletemperatuur ingeschakelde spanning op de en laat evt.
Ultra 1.54 Comfortabel klimaat in exclusieve ruimten Installatie- en bedrijfshandleiding 14.5 EC-wisselstroommotor met motoraansluitbox type ...33/34 Storing Mogelijke oorzaak Probleemoplossing Schakel het apparaat uit, maak het spanningsvrij en Mechanische blokkering verwijder de mechanische blokkering Brug bij vrijgaveingang (indien aanwezig) Plaats de brug De ventilator draait niet bij ontbreekt ingeschakelde spanning en...