CombiSump
2.5.4
2.5.5
2.6
2.7
2.8
CS/NL (1606) 5.4
Asafdichting
Ter plaatse van de asdoorvoer is de fundatieplaat voorzien van een asafdichting.
Standaard is dit een oliekeerring, maar stopbuspakking of een mechanische asafdichting
is ook mogelijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat kwalijke c.q. gevaarlijke dampen in de
atmosfeer terecht komen.
Lagering
Het gedeelte van de pompas boven de fundatieplaat (het 'droge' gedeelte) is uitgerust
met een dubbelrijig hoekcontact-kogellager, voor lagerstoelgroepen 1, 2 en 3. Pompen
van stoelgroep 4 zijn uitgerust met 2 hoekcontact-kogellagers. Het deel van de pompas
beneden de fundatieplaat (het 'natte' gedeelte) is voorzien van glijlagers. Hun aantal
hangt af van de lengte van de pompas. De glijlagers worden gesmeerd met de
verpompte vloeistof.
Inzetgebied
Globaal is het inzetgebied als volgt:,
Tabel 1: Inzetgebied.
Capaciteit
Opvoerhoogte
Systeemdruk
Temperatuur
De maximaal toelaatbare drukken en temperaturen zijn echter sterk afhankelijk van de
gebruikte materialen en componenten. Er kunnen ook verschillen ontstaan door de
bedrijfsomstandigheden. Meer gedetailleerde informatie hierover kunt u vinden in
paragraaf 10.6 "Maximum toelaatbare werkdruk".
Hergebruik
De pomp mag alleen voor andere toepassingen worden gebruikt na overleg met
SPXFLOW of met uw leverancier. Omdat niet altijd bekend is wat het laatstverpompte
medium is geweest, is het volgende van belang:
1 Spoel de pomp goed door.
2 Voer de spoelvloeistof veilig af (milieu!)
Zorg hierbij voor adequate veiligheidsmaatregelen (opvangbak) en gebruik
de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (rubber handschoenen, bril)!
Verschroten
Als besloten is een pomp te verschroten, moeten eerst dezelfde spoelprocedure als
beschreven bij Hergebruik worden doorlopen.
Maximumwaarde
3
1500 m
/h
160 m
16 bar
160 °C
Algemeen
15