Download Print deze pagina

Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding pagina 8

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:

Advertenties

Een Reactor stuurautomaat-
afstandsbediening koppelen met een
kaartplotter........................................... 60
De functies van de knoppen van de
Reactor stuurautomaat-
afstandsbediening wijzigen.................. 60
De software voor de afstandsbediening
van de Reactor stuurautomaat
bijwerken.............................................. 60
Force® elektrische motor
bedienen............................................. 60
Verbinden met een trollingmotor.............. 61
Bedieningselementen voor de trollingmotor
aan schermen toevoegen........................ 61
Bedieningsbalk trollingmotor................ 61
Elektrische motorinstellingen................... 61
Een snelkoppeling toewijzen aan de
snelkoppelingsknoppen van de
afstandsbediening van de
trollingmotor..........................................62
Het kompas van de trollingmotor
kalibreren..............................................62
De boegcorrectie instellen.................... 62
Digital Selective Calling (DSC)..........62
Netwerkkaartplotter en
marifoonfunctionaliteit.............................. 62
DSC inschakelen..................................... 63
DSC-lijst................................................... 63
De DSC-lijst weergeven....................... 63
Een DSC-contactpersoon toevoegen... 63
Inkomende noodoproepen....................... 63
Naar een schip in nood navigeren........63
Noodoproepen (man-over-boord)
uitvoeren via een marifoon................... 63
Man-over boord- en noodoproepen
geïnitieerd vanaf de kaartplotter........... 63
Positie bijhouden......................................63
Een positierapport weergeven..............63
Naar een schip navigeren waarvan u de
positie bijhoudt..................................... 63
Een waypoint maken op de positie van
een schip waarvan u de positie
bijhoudt................................................. 63
Informatie in een positiemelding
bewerken.............................................. 64
Een oproep met een positiemelding
verwijderen........................................... 64
Sporen van schepen weergeven op de
kaart..................................................... 64
vi
Persoonlijke standaardoproepen............. 64
Een DSC-kanaal selecteren................. 64
Een persoonlijke standaardoproep
uitvoeren...............................................64
Een individuele routineoproep voor een
AIS-doel................................................64
Meters en grafieken........................... 64
De meters bekijken.................................. 64
De gegevens op een meter
aanpassen............................................ 64
De grenzen van de motormeter en de
brandstofmeter aanpassen...................65
De tankniveausensors configureren..... 65
Mercury® motormeters............................ 65
Het brandstofalarm instellen.................... 65
Grafieken weergeven............................... 65
Het grafiekbereik en de tijdschaal
instellen................................................ 66
De actieve trim aanpassen...................... 66
De gevoeligheid van de actieve trim
aanpassen............................................ 66
Grafieken weergeven............................... 66
Het grafiekbereik en de tijdschaal
instellen................................................ 66
Bootinformatie....................................66
Onderhoudsassistent............................... 66
Oliepeil-informatie.................................... 66
Aandrijflijn-informatie............................... 66
EVC-netwerkinformatie............................ 66
Informatie over Easy Connect..................67
inReach® berichten........................... 67
Een inReach toestel verbinden met de
kaartplotter............................................... 67
inReach berichten ontvangen.................. 67
Een inReach vooraf ingesteld bericht
verzenden................................................ 67
Een inReach bericht beantwoorden......... 67
Digitaal schakelen.............................. 67
Een digitale schakelpagina toevoegen en
bewerken................................................. 67
Dometic® Optimus® functies........... 68
De Optimus overlaybalk activeren........... 68
Overzicht van de Optimus overlaybalk.... 68
Optimus overlaysymbolen........................68
Optimus Noodloop modus....................... 68
Inhoudsopgave

Advertenties

loading