ongeacht de drift. De optie Ga naar probeert in een
rechte lijn in de gewenste richting te navigeren.
Aankomstmod.: Hiermee stelt u het gedrag van de
elektrische motor in wanneer u het einde van een route
bereikt. Met de instelling Ankervergr. houdt de
elektrische motor de positie vast met de functie virtueel
anker, wanneer de boot het einde van de route bereikt.
Met de instelling Handmatig wordt de schroef
uitgeschakeld wanneer de boot het einde van de route
bereikt.
VOORZICHTIG
U bent verantwoordelijk voor de veilige besturing van
uw boot. Als u de instelling Handmatig gebruikt voor de
optie Aankomstmod., moet u klaar zijn om de besturing
van de boot over te nemen.
Auto inschakeling: Schakelt de elektrische motor in
wanneer u het systeem van stroom voorziet.
Propeller opb. zij: Hiermee stelt u in naar welke kant van
de elektrische motor de schroef wordt gedraaid
wanneer de elektrische motor wordt opgeborgen. Dit is
handig wanneer u andere voorwerpen in de buurt van
de opgeborgen schroef bewaart.
Snelk.knoppen: Hiermee activeert u de
snelkoppelingsknoppen op de afstandsbediening van
de trollingmotor voor deze specifieke kaartplotter. De
knoppen werken met slechts één kaartplotter tegelijk.
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de
instellingen van de elektrische motor naar de
fabrieksinstellingen.
Een snelkoppeling toewijzen aan de snelkoppelings-
knoppen van de afstandsbediening van de
trollingmotor
U kunt snel veelgebruikte schermen openen door een
snelkoppelingsknop toe te wijzen op de
afstandsbediening van de trollingmotor. U kunt een
snelkoppeling maken naar bijvoorbeeld de
sonarschermen en kaarten.
OPMERKING: Als er meer dan één kaartplotter op het
netwerk is aangesloten, kunt u sneltoetsen toewijzen aan
één kaartplotter.
1 Open een scherm.
2 Houd een snelkoppelingsknop ingedrukt.
TIP: De snelkoppeling wordt ook opgeslagen in de
categorie Favorieten met het nummer van de
snelkoppelingsknop.
Het kompas van de trollingmotor kalibreren
U moet het kompas in de trollingmotor kalibreren voordat
u gebruik kunt maken van de stuurautomaatfuncties.
1 Vaar met de boot naar een open stuk kalm water.
2 Selecteer vanaf de trollingmotorbalk
Kompaskalibr..
3 Volg de instructies op het scherm.
62
De boegcorrectie instellen
Het kan zijn dat de trollingmotor niet is uitgelijnd met de
middenlijn van uw boot, dit is afhankelijk van de
installatiehoek. Voor de beste resultaten stelt u dan de
boegcorrectie in.
1 Pas de hoek van de trollingmotor
uitgelijnd met de middenlijn van uw boot
2 Selecteer vanuit de trollingmotorbalk
Boegcorrectie.
Digital Selective Calling (DSC)
Netwerkkaartplotter en marifoonfunctionali-
teit
Als een NMEA 0183 marifoon of een NMEA 2000
marifoon is aangesloten op uw kaartplotter, zijn deze
functies ingeschakeld.
• De kaartplotter kan uw GPS-positie doorsturen naar uw
marifoon. De GPS-positie-informatie wordt tegelijk met
de DSC-oproepen verzonden als uw marifoon daartoe
ondersteuning biedt.
• De kaartplotter kan DSC (Digital Selective Calling)-
noodoproepen en positiegegevens ontvangen van de
marifoon.
• De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen
die positierapporten verzenden.
Als een Garmin NMEA 2000 marifoon is aangesloten op
uw kaartplotter, zijn deze functies ook ingeschakeld.
• Met de kaartplotter kunt u snel informatie over
persoonlijke standaardoproepen instellen en
verzenden naar uw Garmin marifoon.
• Wanneer u een noodoproep voor een man-over-boord
initieert vanaf uw marifoon, wordt op de kaartplotter het
scherm Man-over-boord weergegeven en wordt u
gevraagd naar de positie te navigeren waar de persoon
van boord is gevallen.
> Kalibreer >
• Wanneer u een noodoproep vanwege een man-over-
boord initieert vanaf uw kaartplotter, geeft de marifoon
de pagina Noodoproep weer om een noodoproep voor
een man-over-boord uit te voeren.
zodat deze is
.
> Kalibreer >
Digital Selective Calling (DSC)