Download Print deze pagina

Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding pagina 22

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:

Advertenties

Communicatie met draadloze
toestellen
Met de kaartplotters kunt u een draadloos netwerk
opzetten, waar draadloze toestellen een verbinding mee
kunnen maken.
Verbinding met draadloze toestellen biedt u de
mogelijkheid om Garmin apps, zoals ActiveCaptain, te
gebruiken.
Wi‑Fi netwerk
Het Wi‑Fi draadloos netwerk instellen
Met de kaartplotters kunt u een Wi‑Fi netwerk opzetten,
waarmee draadloze toestellen verbinding kunnen maken.
Als u de instellingen voor het draadloze netwerk voor het
eerst opent, wordt u gevraagd om het netwerk in te
stellen.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi
netwerk > Wi-Fi > Aan > OK.
2 Voer zo nodig een naam in voor dit draadloze netwerk.
3 Voer een wachtwoord in.
U hebt dit wachtwoord nodig om via een draadloos
toestel toegang te krijgen tot het draadloze netwerk.
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Een draadloos toestel verbinden met de kaartplotter
Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het
draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het
draadloze netwerk van de kaartplotter configureren
‑ Fi draadloos netwerk instellen, pagina
Wi
U kunt meerdere draadloze toestellen verbinden met de
kaartplotter om gegevens te delen.
1 Schakel op het draadloze toestel de Wi‑Fi technologie
in en scan naar draadloze netwerken.
2 Selecteer de naam van het draadloze netwerk van uw
‑ Fi draadloos netwerk instellen,
kaartplotter
(Het Wi
pagina
10).
3 Voer het wachtwoord van de kaartplotter in.
Het draadloze kanaal wijzigen
U kunt het draadloze kanaal wijzigen als u een toestel niet
kunt vinden, verbindingsproblemen hebt, of hinder hebt
van interferentie.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi
netwerk > Geavanceerd > Kanaal.
2 Voer een nieuw kanaal in.
U hoeft het draadloze kanaal van met dit netwerk
verbonden toestellen niet te wijzigen.
De Wi‑Fi host wijzigen
Als er meerdere kaartplotters met Wi‑Fi -technologie op
het Garmin maritieme netwerk zijn, kunt u wijzigen welke
kaartplotter de Wi‑Fi host is. Dit kan van pas komen als u
problemen hebt met Wi‑Fi communicatie. De optie om de
Wi‑Fi host te wijzigen biedt u de mogelijkheid om een
10
kaartplotter te selecteren die zich dichter bij uw mobiele
toestel bevindt.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Wi-Fi
netwerk > Geavanceerd > Wi-Fi host.
2 Volg de instructies op het scherm.
Draadloze afstandsbediening
Deze stappen zijn niet van toepassing op de GRID
externe invoertoestellen
kaartplotter koppelen vanaf de kaartplotter, pagina
De draadloze afstandsbediening koppelen met de
kaartplotter
Om de draadloze afstandsbediening met een kaartplotter
te kunnen gebruiken moet u de afstandsbediening en de
kaartplotter eerst koppelen.
U kunt een afstandsbediening koppelen met meerdere
plotters en vervolgens schakelen tussen de kaartplotters
door op de koppelingsknop te drukken.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Draadloze afstandsbedieningen >
GPSMAP® afstandsbediening.
2 Selecteer Nieuwe verbinding.
3 Volg de instructies op het scherm.
De schermverlichting van de afstandsbediening in- en
uitschakelen
Door de schermverlichting van de afstandsbediening uit te
schakelen gaat de batterij langer mee.
(Het
1 Selecteer op de kaartplotter Instellingen >
10).
Communicatie > Draadloze toestellen > Draadloze
afstandsbedieningen > GPSMAP®
afstandsbediening > Schermverl..
2 Volg de instructies op het scherm.
De afstandsbediening loskoppelen van alle
kaartplotters
1 Selecteer op de kaartplotter Instellingen >
Communicatie > Draadloze toestellen > Draadloze
afstandsbedieningen > GPSMAP®
afstandsbediening > Ontkoppel alle.
2 Volg de instructies op het scherm.
Draadloze windsensor
Een draadloze sensor verbinden met de kaartplotter
U kunt gegevens van een compatibele draadloze sensor
op de kaartplotter weergeven.
1 Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen.
2 Selecteer de windsensor.
3 Selecteer Schakel in.
De kaartplotter begint naar de draadloze sensor te
zoeken en maakt er verbinding mee.
Voeg de gegevens toe aan een gegevensveld of een
meter om gegevens van de sensor weer te geven.
(Het GRID toestel met de
Communicatie met draadloze toestellen
94).

Advertenties

loading