Download Print deze pagina

Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding pagina 101

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:

Advertenties

5 Als het wieltje zonder problemen draait, controleer dan
de kabelverbindingen.
6 Als de melding zich blijft voordoen, neem dan contact
op met Volvo Penta Product Support.
Een knop toevoegen
U kunt knoppen toevoegen aan het systeem. Het systeem
kan maximaal vier knoppen hebben, welke zijn
genummerd van 1 tot 4.
1 Selecteer Instellingen > Mijn boot > e-KEY-beheer >
e-KEY toevoegen.
2 Houd de nieuwe knop voor het paneel wanneer
daarom wordt gevraagd.
Het systeem slaat de ID van de knop op.
De snelheidsfactor instellen
Voordat u de snelheidsfactor kunt instellen, moet u de
weergegeven snelheid van de boot vergelijken met een
externe gegevensbron voor snelheid, zoals een GPS of
een ander vaartuig.
U kunt de snelheidsfactor uitsluitend instellen als de boot
onderweg is.
1 Selecteer Instellingen > Mijn boot >
Snelheidsfactor.
2 Voer het verschil tussen de weergegeven snelheid en
de externe gegevens in.
3 Controleer of dezelfde waarde wordt weergeven door
de twee snelheidsbronnen.
Brandstoftankinstellingen
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Brandstoftank en
selecteer een aandrijflijn.
Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding van uw
Volvo Penta.
Volume: Hiermee stelt u de brandstofcapaciteit van deze
brandstoftank op uw vaartuig in.
Lege tank: Hiermee kunt u het niveau van de lege
brandstoftank kalibreren.
Meervoudig: Hiermee kunt u verschillende
brandstofniveaus kalibreren tussen leeg en vol.
Kalibratie volle tank: Hiermee kunt u het niveau van de
volle brandstoftank kalibreren.
Seven Marine motorconfiguratie-instellingen
Selecteer Instellingen > Mijn boot > Installatie Seven
Marine.
DPS-knop: Hiermee kunt u de DPS-modi voor de
joystickknop instellen.
Trim op nul stellen: Hiermee kunt u de trim-hoek op nul
instellen wanneer alle motoren volledig omlaag zijn
getrimd.
Tank voorinstelling: Hiermee stelt u de tanknaam,
vloeistoftype, sensorstijl en tankcapaciteit in en
kalibreert u de sensor
configureren, pagina
Lucht verwijderen: Hiermee kunt het stuursysteem
ontluchten met behulp van de stuurpompen.
Toestelconfiguratie
(De tankniveausensors
65).
Stuursensor: Kalibreert het motorstuursysteem met
behulp van fysieke eindstops. Een fysieke eindstop is
het punt waarop een stuurwiel stopt met draaien in een
bepaalde richting.
Joystick stuwkracht: Hiermee kunt u instellen hoe hard
de thrusters werken. Voor grotere boten moet mogelijk
Maximum worden geselecteerd om de boot in
beweging te brengen, terwijl de instelling Maximum
voor joystick thrust te veel stuwkracht kan geven voor
kleinere boten.
Lock to Lock: Hiermee kunt u het aantal
stuurwielomwentelingen van maximale roeruitslag naar
maximale roeruitslag instellen.
Stuurfrictie: Hiermee stelt u de frictie van het stuurwiel
in. De frictie wordt automatisch aangepast aan de hand
van de motorsnelheid.
Motorafstand: Hiermee kunt u de afstand tussen de
aandrijflijnen instellen om de haalbare stuurhoeken te
beperken voor bepaalde motorafstanden.
Rotatie raderwerk: Hiermee kunt u het type
versnellingsbak van de buitenboordmotor instellen om
vooruit en achteruit te definiëren.
Versnellingsratio: Hiermee kunt u de verhouding
instellen tussen de draaisnelheden van de laatste en
eerste versnellingen.
Cruise-modus: Hiermee kunt u de cruise control-modus
schakelen tussen RPM en Snelheid.
Instellingen voor overige schepen
Als uw compatibele kaartplotter is verbonden met een
AIS-toestel of marifoon, kunt u instellen hoe andere
vaartuigen op de kaartplotter worden weergegeven.
Selecteer Instellingen > Overige schepen.
AIS: Schakelt ontvangst van AIS-signalen in en uit.
DSC: Schakelt DSC (Digital Selective Calling) in en uit.
Aanvar.alarm: Hiermee stelt u het aanvaringsalarm in
(Een veilige zone voor aanvaringsgevaar instellen,
pagina
16).
AIS-EPIRB-testuitzending: Hiermee schakelt u
testsignalen in van EPRIB's (Emergency Position
Indicating Radio Beacons).
AIS-MOB-testuitzending: Hiermee schakelt u
testsignalen in van MOB-toestellen (Man-over-boord).
AIS-SART-test: Hiermee schakelt u testuitzendingen in
van SART-zenders (Search and Rescue
Transponders).
Instellingen die worden gesynchroniseerd
op het Garmin Marine Network
Garmin ECHOMAP
en GPSMAP
synchroniseren bepaalde instellingen zodra ze zijn
verbonden met het Garmin Marine Network.
De volgende instellingen zijn ook op het toestel
gesynchroniseerd, indien van toepassing.
Alarminstellingen (synchroniseert ook alarmbevestiging):
®
kaartplotters
89

Advertenties

loading