om de vernieuwingsfrequentie te verhogen. In
sommige situaties draait de radar automatisch op de
normale snelheid om detectie te verbeteren,
bijvoorbeeld als een groter bereik is gekozen of
wanneer MotionScope of Dubbel bereik wordt gebruikt.
Presentatie: Hiermee stelt u het kleurenschema, de
geplande snelheid en de navigatieweergave in.
Installatie: Hier kunt u de radar configureren voor
installatie, bijvoorbeeld door de voorkant van de boot
en de parkeerstand van de anetenne in te stellen.
Radarstoring op het radarscherm verminderen
U kunt de hoeveelheid storing door interferentie van een
andere nabije radarbron beperken door de optie
Onderdrukking radarstoring in te schakelen.
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt,
of de optie Onderdrukking radarstoring die voor één
radarmodus wordt geconfigureerd, wel of niet voor de
andere radarmodi of de radaroverlay geldt.
Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay
Menu > Radar instellen > Rdrst.onderdr..
Radarweergave-instellingen
Selecteer op een radarscherm Menu > Radar instellen >
Presentatie.
OPMERKING: Deze instellingen zijn niet van toepassing
op de radaroverlay.
Achtergrondklr.: Hiermee stelt u het kleurenschema voor
de achtergrond in.
Kleur voorgr.: Hiermee stelt u het kleurenschema voor
de radarresultaten in.
Helderheid: Hiermee stelt u de helderheid in van
verschillende radarfuncties, zoals afstandcirkels en
volgsymbolen.
Geplande snelheid: Als uw snelheid toeneemt, wordt uw
huidige positie automatisch naar de onderkant van het
scherm verplaatst. Voer uw topsnelheid in voor het
beste resultaat.
Instellingen voor installatie van de radar
Voorkant boot: Compenseert de fysieke locatie van de
radar als deze niet op de as van de boot ligt
(Boegcorrectie, pagina
Antenneconfiguratie: Hier kunt u het formaat van de
radarantenne opgeven en instellen in welke positie de
radar stopt
(Een aangepaste parkeerstand instellen,
pagina
56).
Radarvrije zone: Stelt de zone in waarin de radar geen
signalen uitzendt
(Een radarvrije zone inschakelen en
aanpassen, pagina
51).
Boegcorrectie
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op
één lijn ligt met de boegas.
56
56).
De mogelijke boegcorrectie meten
De boegcorrectie compenseert de fysieke locatie van de
radarscanner op het schip als de radarscanner niet op
één lijn ligt met de boegas.
1 Maak met behulp van een magnetisch kompas een
optische peiling van een stilliggend object dat zich
binnen het zichtbare bereik bevindt.
2 Meet de peiling van het object op de radar.
3 Als de afwijking van de peiling meer dan +/- 1°
bedraagt, stelt u de boegcorrectie in.
De boegcorrectie instellen
Om de boegcorrectie te kunnen instellen, moet u eerst de
potentiële boegcorrectie meten.
De instelling van de boegcorrectie die voor één
radarmodus wordt opgegeven, geldt voor alle andere
radarmodi en voor de radaroverlay.
1 Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay
Menu > Radar instellen > Installatie > Voorkant
boot.
2 Selecteer Omhoog of Achter om de correctie in te
stellen.
Een aangepaste parkeerstand instellen
Standaard wordt de radarantenne loodrecht op het
voetstuk gestopt wanneer de radar niet draait. U kunt
deze positie wijzigen.
1 Selecteer in het radarscherm Menu > Radar instellen
> Installatie > Antenneconfiguratie > Parkeerstand.
2 Gebruik de schuifregelaar om de parkeerstand van de
antenne aan te passen en selecteer Terug.
Radarinstellingen voor de laag Mijn boot
Selecteer in een radarscherm Menu > Lagen > Mijn
boot.
Koerslijn: Hiermee wordt op het radarscherm een lijn
vanaf de boot weergegeven die de koersrichting
aangeeft.
Afstandcirkels: Aan de hand van de afstandcirkels
worden afstanden op het radarscherm zichtbaar
gemaakt.
Peilingcirkel: Toont een peiling ten opzichte van uw
voorliggende koers of gebaseerd op een
noordreferentie, die u helpt bij het bepalen van de
peiling naar een object dat zichtbaar is op het
radarscherm.
Een andere radarbron selecteren
1 Selecteer een optie:
• Selecteer op een radarscherm of de radaroverlay
Menu > Radar instellen > Bron.
• Selecteer Instellingen > Communicatie >
Voorkeursbronnen > Radar.
2 Selecteer de radarbron.
Radar