Download Print deze pagina

Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding pagina 41

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:

Advertenties

De uitvoering van een Auto Guidance berekening
annuleren
Selecteer in de navigatiekaart Menu > Annuleer.
TIP: U kunt Terug selecteren om de berekening snel te
annuleren.
Een getimede aankomst instellen
U kunt deze functie op een route of een Auto Guidance
route gebruiken om te worden geïnformeerd op welk
tijdstip u aankomt op een geselecteerd punt. Op die
manier kunt u timen op welk tijdstip u aankomt op een
locatie, bijvoorbeeld een brug die opengaat of de startlijn
van een race.
1 Selecteer vanuit de navigatiekaart Menu.
2 Selecteer Navigatieopties > Getim. aank..
TIP: U kunt het menu Getim. aank. snel openen door
een punt te selecteren op de route of Auto Guidance
route.
Configuraties van Auto Guidance routes
VOORZICHTIG
De instellingen voor Voorkeursdiepte en Vrije
doorvaarthoogte zijn van invloed op de manier waarop de
kaartplotter een Auto Guidance route berekent. Als de
waterdiepte of de obstakelhoogte in een gebied niet
bekend is, wordt geen Auto Guidance route berekend
voor dat gebied. Als een gebied aan het begin of einde
van een Auto Guidance route minder diep is dan de
Voorkeursdiepte of lager dan de instellingen voor Vrije
doorvaarthoogte, wordt er afhankelijk van de
kaartgegevens wel of geen Auto Guidance route
berekend voor dat gebied. De koers door deze gebieden
wordt op de kaart weergegeven als een grijze lijn of een
lijn met magenta en grijze lijnen. Er wordt een
alarmbericht weergegeven wanneer uw boot een van
deze gebieden binnenvaart.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing
op alle kaarten.
U kunt de parameters instellen die door de kaartplotter
worden gebruikt bij het berekenen van een Auto
Guidance route.
Voorkeursdiepte: Hiermee stelt u de minimale
waterdiepte in, gebaseerd op dieptegegevens van de
kaart, waarin uw boot veilig kan varen.
OPMERKING: De minimale waterdiepte voor de
premiumkaarten (van vóór 2016) is 0,9 meter (3 ft.).
Als u een waarde invoert van minder dan 0,9 meter (3
ft.), gebruikt de kaart alleen diepten van 0,9 meter (3
ft.) bij het berekenen van een Auto Guidance route.
Vrije doorvaarthoogte: Hiermee kunt u de minimale
hoogte voor bruggen of obstakels instellen, gebaseerd
op de kaartgegevens, waar de boot nog veilig
onderdoor kan varen.
Afstand kustlijn: Hiermee stelt u in hoe dicht op de kust
u de Auto Guidance route wilt plaatsen. De Auto
Navigatie met een kaartplotter
Guidance route wordt mogelijk verplaatst als u deze
instelling tijdens het navigeren wijzigt. De voor deze
instelling beschikbare waarden zijn relatief in plaats
van absoluut. Om ervoor te zorgen dat de Auto
Guidance lijn op de juiste afstand van de kust wordt
geplaatst, kunt u de plaatsing van de Auto Guidance
route beoordelen aan de hand van een of meer
bekende bestemmingen waarvoor navigatie door nauw
vaarwater is vereist
(De afstand ten opzichte van de
kust aanpassen, pagina
De afstand ten opzichte van de kust aanpassen
De instelling Afstand kustlijn geeft aan hoe dicht op de
kust u de Auto Guidance lijn wilt plaatsen. De Auto
Guidance lijn wordt mogelijk verplaatst als u deze
instelling tijdens het navigeren wijzigt. De beschikbare
waarden voor de instelling Afstand kustlijn zijn relatief,
niet absoluut. Om ervoor te zorgen dat de Auto Guidance
lijn op de juiste afstand van de kust wordt geplaatst, kunt
u de plaatsing van de Auto Guidance lijn beoordelen aan
de hand van een of meer bekende bestemmingen
waarvoor navigatie door nauw vaarwater is vereist.
1 Meer uw vaartuig af of ga voor anker.
2 Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Navigatie >
Auto Guidance > Afstand kustlijn > Normaal.
3 Selecteer een bestemming waar u eerder naartoe bent
gevaren.
4 Selecteer Navigeren naar > Auto Guidance.
5 Controleer de plaatsing van de Auto Guidance-lijn en
bepaal of de lijn veilig om bekende obstakels heen
gaat en of de route met koerswijzigingen een efficiënte
route is.
6 Selecteer een optie:
• Als u tevreden bent met de plaatsing van de Auto
Guidance-lijn, selecteert u Menu > Navigatieopties
> Navigatie stoppen en gaat u verder met stap 10.
• Als de Auto Guidance-lijn te dicht bij bekende
obstakels is geplaatst, selecteert u Instellingen >
Voorkeuren > Navigatie > Auto Guidance >
Afstand kustlijn > Ver.
• Als de koerswijzigingen in de Auto Guidance-lijn te
groot zijn, selecteert u Instellingen > Voorkeuren
> Navigatie > Auto Guidance > Afstand kustlijn >
Nabij.
7 Als u Nabij of Ver hebt geselecteerd in stap 6,
controleert u de plaatsing van de Auto Guidance-lijn en
bepaalt u of de lijn veilig om bekende obstakels heen
gaat en of de route met koerswijzigingen een efficiënte
route is.
Auto Guidance zorgt ervoor dat u ver bij obstakels in
open water vandaan blijft, ook als u Afstand tot kustlijn
instelt op Nabij of Dichtstbijzijnd. Dit betekent dat de
kaartplotter de positie van de Auto Guidance lijn
wellicht niet wijzigt, tenzij navigatie door nauw
vaarwater is vereist voor de geselecteerde
bestemming.
29).
29

Advertenties

loading