Download Print deze pagina

Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor GLASS COCKPIT:

Advertenties

8 Selecteer een optie:
• Als u tevreden bent met de plaatsing van de Auto
Guidance-lijn, selecteert u Menu > Navigatieopties
> Navigatie stoppen en gaat u verder met stap 10.
• Als de Auto Guidance lijn te dicht bij bekende
obstakels is geplaatst, selecteert u Instellingen >
Voorkeuren > Navigatie > Auto Guidance >
Afstand kustlijn > Verst.
• Als de koerswijzigingen in de Auto Guidance lijn te
groot zijn, selecteert u Instellingen > Voorkeuren
> Navigatie > Auto Guidance > Afstand kustlijn >
Dichtstbijzijnd.
9 Als u Dichtstbijzijnd of Verst hebt geselecteerd in
stap 8, controleert u de plaatsing van de Auto
Guidance lijn en bepaalt u of de lijn veilig om bekende
obstakels heen gaat en of de route met
koerswijzigingen een efficiënte route is.
Auto Guidance zorgt ervoor dat u ver bij obstakels in
open water vandaan blijft, ook als u Afstand tot kustlijn
instelt op Nabij of Dichtstbijzijnd. Dit betekent dat de
kaartplotter de positie van de Auto Guidance lijn
wellicht niet wijzigt, tenzij navigatie door nauw
vaarwater is vereist voor de geselecteerde
bestemming.
10 Herhaal stap 3 t/m 9 in ieder geval nog één keer.
Gebruik daarbij elke keer een andere bestemming tot
u vertrouwd bent met de functionaliteit van de instelling
Afstand kustlijn.
Sporen
Een spoor (track) is een registratie van de door uw boot
afgelegde weg. Het spoor dat momenteel wordt
geregistreerd is het actieve spoor. Dit kan worden
opgeslagen. U kunt sporen weergeven op elke kaart of in
elke 3D-kaartweergave.
Sporen weergeven
1 Selecteer op een kaart Menu > Lagen >
Gebruikersgegevens > Sporen.
2 Selecteer de sporen die u wilt weergeven.
Een lijn achter uw boot op de kaart geeft uw route aan.
De kleur van het actieve spoor instellen
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Actieve spooropties > Spoorkleur.
2 Selecteer een spoorkleur.
Het actieve spoor opslaan
Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd, wordt het
actieve spoor genoemd.
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Actief spoor opslaan.
2 Selecteer een optie:
• Selecteer de tijd waarop het actieve spoor is
begonnen.
• Selecteer Geheel log.
3 Selecteer Sla op.
30
Een lijst met opgeslagen sporen weergeven
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
Een opgeslagen spoor bewerken
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2 Selecteer een spoor.
3 Selecteer Bekijk > Wijzig spoor.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Naam en voer een nieuwe naam in.
• Selecteer Spoorkleur en selecteer een kleur.
Een spoor opslaan als route
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2 Selecteer een spoor.
3 Selecteer Selecteer > Wijzig spoor > Sla op als
route.
Naar een opgeslagen spoor zoeken en navigeren
Voordat u een lijst met sporen kunt doorzoeken en naar
het gewenste spoor kunt navigeren, moet u ten minste
één spoor maken en opslaan
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2 Selecteer een spoor.
3 Selecteer Volg spoor.
4 Selecteer een optie:
• Selecteer Vooruit om vanaf het beginpunt dat is
gebruikt bij het maken van het spoor naar het spoor
te navigeren.
• Selecteer Achteruit om vanaf het bestemmingspunt
dat is gebruikt bij het maken van het spoor naar het
spoor te navigeren.
5 Controleer de koers, die met een gekleurde lijn is
aangegeven.
6 Volg de lijn langs elk traject van de route, vermijd land,
ondiep water en andere obstakels.
Een opgeslagen spoor verwijderen
1 Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Sporen >
Opgeslagen sporen.
2 Selecteer een spoor.
3 Selecteer Verwijder.
Alle opgeslagen sporen verwijderen
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Wis
gebruikersgegevens > Opgeslagen sporen.
(Sporen, pagina
30).
Navigatie met een kaartplotter

Advertenties

loading