Radarmodus wijzigen
1 Selecteer in een combinatiescherm of SmartMode lay-
out met radar Menu > Radarmenu > Wijzig radar.
2 Selecteer een radarmodus.
Stuurautomaat
WAARSCHUWING
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige
besturing van uw vaartuig. De stuurautomaat is een
hulpmiddel waarmee u de boot beter kunt besturen. Dit
ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om de
boot veilig te besturen. Voorkom gevaarlijke navigatie en
zorg ervoor dat het roer nooit onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van
uw boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en
open water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat
in de buurt van gevaren op het water, zoals dokken, palen
en andere boten.
De stuurautomaat past voortdurend de besturing van uw
boot aan om een constante koers (vaste voorliggende
koers) aan te houden. Het systeem maakt tevens
handmatige besturing en verschillende modi voor
automatische stuurfuncties en patronen mogelijk.
Als de kaartplotter is verbonden met een compatibel
Garmin stuurautomaatsysteem kunt u de stuurautomaat
vanaf de kaartplotter aanzetten en aansturen. Ga voor
meer informatie over compatibele Garmin
stuurautomaatsystemen naar garmin.com.
Configuratie stuurautomaat
U kunt de stuurautomaatfunctie alleen gebruiken op een
station dat nabij een roer en gashendel is geïnstalleerd.
Uw stuurautomaat en kaartplotter moeten door een Volvo
Penta dealer worden geïnstalleerd en geconfigureerd.
De koersbron van uw voorkeur selecteren
Voor de beste resultaten gebruikt u het interne kompas
voor de CCU van de stuurautomaat voor de koersbron.
Gebruik van een GPS-kompas van derden kan resulteren
in onberekenbare gegevens en buitensporige
vertragingen. De stuurautomaat heeft tijdige informatie
nodig en kan daarom meestal niet gebruikmaken van een
GPS-kompas van derden voor GPS-locatiegegevens of
snelheidsgegevens. Als een GPS-kompas van derden
wordt gebruikt, zal de stuurautomaat waarschijnlijk
regelmatig verlies van navigatiegegevens en
snelheidsgegevens melden.
Als u meer dan één koersbron in uw netwerk hebt, kunt u
een voorkeursbron selecteren. De bron kan een
Stuurautomaat
LET OP
LET OP
compatibel GPS-kompas of een magnetische-
koerssensor zijn.
1 Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Voorkeursbronnen
2 Selecteer een bron.
Als de geselecteerde koersbron niet beschikbaar is,
geeft het stuurautomaatscherm geen gegevens weer.
De DPS-antenne selecteren als voorkeursbron voor
de stuurautomaat
1 Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Voorkeursbronnen >
Wijzig bron.
2 Selecteer de gewenste optie, Ingebouwd of GPSMAP
Volvo Penta.
Een van deze opties verschijnt als de DPS-antenne
(Dynamic Positioning System) beschikbaar is. Bij
beide opties wordt de DPS-antenne geselecteerd.
Het stuurautomaatscherm openen
Voordat u het stuurautomaatscherm kunt openen, moet u
een compatibele Garmin stuurautomaat installeren en
configureren.
Selecteer OneHelm™ A/V, Meters > Autopiloot.
Het stuurautomaatscherm
Werkelijke koers
Gewenste koers (koers waarop de stuurautomaat
aan het varen is)
Werkelijke koers (in de stand-bymodus)
Gewenste koers (wanneer ingeschakeld)
Roerpositieaanduiding (deze functionaliteit is alleen
beschikbaar indien er een roersensor is aange-
sloten).
De grootte van de koerswijzigingstappen aanpassen
1 Selecteer vanuit het stuurautomaatscherm Menu >
Stuurautomaat instellen > Grootte
koerswijzigingsstap.
2 Selecteer een optie.
57