80
Specificaties
piekstroom. Er is nu een nieuwe defibrillator geïntroduceerd (de Welch Allyn AED 10), die
een dubbelfasige afgeknotte exponentiële golfvorm biedt met de originele lage
piekstroom en de impedantiecompensatie van het MRL -ontwerp. De dubbelfasige
afgeknotte exponentiële golfvorm met de naam MRL Orbital is uitvoerig getest in
verschillende wetenschappelijke onderzoeken op het gebied van veiligheid en
doelmatigheid. Er zijn meer dan 524 fibrillatie-defibrillatieschokepisoden uitgevoerd met
de dubbelfasige MRL Orbital-golfvorm, waarbij deze is vergeleken met MDS-, MTS- en
andere commercieel verkrijgbare dubbelfasige 2kV-defibrillatoren (met een optie van 360
J). De resultaten van drie van deze wetenschappelijke veiligheids- en
doelmatigheidsonderzoeken worden hieronder samengevat.
Onderzoek 1
Doelstelling
Evaluatie van een defibrillator met dubbelfasige MRL Orbital-golfvorm in vergelijking met
een defibrillator met enkelfasige gedempte sinusgolfvorm.
Methoden
Er zijn honden (n=5, 71 ± 7 lbs) gebruikt in het kader van een onderzoek dat werd
goedgekeurd door het Institutional Animal Care and Use Committee (de commissie van
de instelling voor de verzorging en het gebruik van dieren). De dieren werden onder
narcose gebracht met 20 mpk intraveneus toegediende natriumpentothal en zolang
hiertoe een noodzaak bestond in deze toestand gehouden middels een intraveneuze
katheter in de voorpoot. De vena jugularis externa werd van een canule voorzien en er
werd met behulp van fluoroscopie een bipolaire pacingkatheter ingebracht en in de
rechterhartkamer bewogen. Er werd ook een canule aangebracht in de dijslagader en er
werd een intra-arteriële lijn aangebracht waarmee de arteriële bloeddruk continu werd
gemeten. De borstkas werd geschoren en er werden op de linker- en rechterborstwand
defibrillatiepleisterelektroden (R2, artikelnr. 3200-1715) geplaatst.
Fibrillatie werd opgewekt door een stroom van 60 Hz toe te dienen aan de elektrode op
de rechterhartkamer. De voor defibrillatie vereiste energie werd bepaald aan de hand van
een protocol dat in verschillende andere vergelijkende onderzoeken naar dubbelfasige
golfvormen is gebruikt. Er werd aanvankelijk een schoksterkte van 50 tot 70 joule
gebruikt. Wanneer deze procedure slaagde, werd na een rustperiode van vier minuten
opnieuw VF opgewekt en werd de schoksterkte bij de volgende defibrillatiepoging met
ongeveer 20% verlaagd. Wanneer de aanvankelijke schok niet het gewenste resultaat
had, werd er een noodschok toegediend en werd na een rustperiode nogmaals VF
opgewekt. Het energieniveau werd vervolgens met ongeveer 20% verhoogd voor de
volgende defibrillatiepoging. Deze procedure werd voorgezet totdat voor elke golfvorm
ten minste drie resultaatomslagen waren waargenomen. Twee ED50-
schattingsprocedures werden parallel uitgevoerd, waarbij voor elke schok van apparaat
werd gewisseld. In de praktijk werden feitelijke klinische units gebruikt, zodat de
energiestappen beperkt bleven tot de opties die op de geteste apparaten konden worden
geselecteerd.
Resultaten
het onderzoek bestond uit in totaal 82 fibrillatie-/defibrillatie-episoden. Hieronder worden
voor elke groep de ID50-piekstroomwaarden en de afgegeven ED50-energiewaarden
vermeld. De gemiddelde impedantie was voor deze dieren 62 ohm. Een vergelijking van
de gemiddelde ED50-energiewaarden leverde significante verschillen op. De significantie
van het verschil (p-waarde) werd per geval met behulp van de Wald-test berekend (zie
Welch Allyn AED 10 Automatische externe defibrillator