Code Beschrijving
8117 AANT EXT MOT
Stelt het aantal hulpmotoren in.
• Voor elke hulpmotor is een relaisuitgang vereist die door de
omvormer wordt gebruikt voor het zenden van start- en stopsignalen.
• De Autochange-functie, indien actief, vereist een extra relaisuitgang
voor de motor met geregeld toerental.
Hieronder wordt het instellen van de vereiste relaisuitgangen beschreven.
Relaisuitgangen
Zoals hierboven opgemerkt is voor elke hulpmotor een relaisuitgang
vereist die door de omvormer wordt gebruikt voor het zenden van start-
en stopsignalen. Hieronder wordt beschreven hoe de omvormer
motoren en relais uit elkaar houdt.
• De ACH550 heeft de relaisuitgangen RO1...RO3 beschikbaar.
• Er kan een externe digitale-uitgangmodule worden toegevoegd die de
relaisuitgangen RO4...RO6 biedt.
• Parameter 1401...1403 en 1410...1412 bepalen respectievelijk hoe
RO1...RO6 worden gebruikt – de parameter- waarde 31
het relais zoals gebruikt voor PFA.
• De ACH550 wijst in toenemende volgorde hulpmotoren aan relais
toe. Als de Autochange-functie niet actief is, dan wordt de eerste
hulpmotor aangesloten op het eerste relais met parameterinstelling =
31
, enz. Als de Autochange-functie wordt gebruikt, dan wisselen
PFA
de relaistoewijzingen. Aanvankelijk is de motor met geregeld
toerental aangesloten op het eerste relaismet parameterinstelling =
31
, de eerste hulpmotor is aangesloten op het tweede relais met
PFA
parameterinstelling = 31
• De vierde hulpmotor gebruikt dezelfde waarden voor referentiestap,
lage frequentie en startfrequentie als de derde hulpmotor.
310
ACH550-01 Gebruikershandleiding
, enz.
PFA
ACH550
Standaard PFA-modus
Lijst en beschrijvingen van parameters
Bereik
0...4
PFA
bepaalt