4. Koeltoren-ventilator
Deze applicatiemacro is voor toepassingen van koeltoren-
ventilatoren waarbij het toerental van de ventilator gestuurd
wordt volgens de signalen ontvangen van de sensor. Zie de
volgende figuur.
Wanneer u directe toerentalreferentie in de AUTO modus
gebruikt, moet de toerentalreferentie aangesloten worden op
analoge ingang 1 (AI1) en wordt de START opdracht gegeven
via digitale ingang 1 (DI1). In de HAND/UIT modus, worden de
toerentalreferentie en de START opdracht gegeven via het
bedieningspaneel (operator toetsenpaneeltje).
Als de PI(D)-regeling wordt gebruikt, moet het terugkoppel-
signaal aangesloten worden op analoge ingang 2 (AI2). Setpoint
wordt standaard ingevoerd via het bedieningspaneel, maar kan
ook gewijzigd worden in analoge ingang 1. De PI(D)-regeling
moet geactiveerd worden en aangepast met parameters
40: PROCES PID SET
besturing Assistent (aanbevolen).
98
ACH550-01 Gebruikershandleiding
1) of door gebruik te maken van de PID-
Applicatiemacro's en bekabeling
(Groep