SLEPEN: pech
Vóór het slepen moet u altijd de stuurkolom
ontgrendelen: voet op het koppelingspedaal,
schakel de eerste versnelling in (hendel in
stand N of R voor een auto met automati-
sche transmissie), steek de RENAULT card
in de kaartlezer en druk daarna twee secon-
des op de startknop van de motor.
De stuurkolom wordt ontgrendeld, de acces-
soires worden gevoed: u kunt de verlichting
van de auto gebruiken (richtingaanwijzers,
remlichten, enz.). 's Nachts moet de auto
zijn verlicht.
Druk na het slepen twee keer kort op de
startknop van de motor (risico van het ontla-
den van de accu).
Houd u altijd aan de wettelijke bepalingen
inzake het slepen. Als u de trekkende auto
bent, overschrijd dan niet het maximaal
toegelaten aanhangergewicht van uw auto
(raadpleeg de paragraaf "Massa's" in hoofd-
stuk 6).
Haal de RENAULT card niet uit
de lezer tijdens het slepen.
Slepen van een auto met een
automatische transmissie
Wanneer de motor niet draait, wordt de auto-
matische transmissie niet meer gesmeerd; u
kunt dan ook de auto het beste laten slepen
met beide voorwielen van de grond (en niet
de achterwielen) of op een plateau vervoe-
ren.
Bij uitzondering, kunt u de auto laten
slepen met de vier wielen op de grond, uit-
sluitend vooruit rijdend met de hendel in
stand N en over een afstand van maximaal
50 km.
– Gebruik een starre sleep-
stang. Indien u een touw of
kabel gebruikt bij het slepen
(als dit wettelijk toegestaan is),
moet de auto die gesleept wordt nog
kunnen remmen.
– De auto die gesleept wordt, moet te
allen tijde bestuurbaar zijn.
– Accelereer en rem gelijkmatig en
zonder schokken om te voorkomen
dat de auto beschadigen.
– U mag in geen geval sneller rijden
dan 25 km/u.
Indien de selecteurhendel niet
uit de stand P kan worden
verzet als u het rempedaal in-
drukt, dan kunt u de hendel als
volgt met de hand vrijzetten. Steek hier-
voor een stevige pen in het gat 1 en druk
tegelijk op de pen en op de ontgrendel-
knop op de knop van de versnellings-
hendel.
1
5.35