2. Alleen Sports tourer en 4-deurs
notchback met compact reserve‐
wiel: vervang met de zeskant van
de wielsleutel de lange bout door
de korte bout.
3. Leg de gereedschappen in de ge‐
reedschapskist of -tas 3 268.
4. Leg het reservewiel met de bui‐
tenkant omhoog in de wielbak en
borg het door de vleugelmoer te‐
rug te draaien.
Alleen 3-deurs hatchback: plaats
de excentrische kegel in de uit‐
sparing van het reservewiel voor‐
dat u de vleugelmoer terug draait.
5. Sluit de vloerafdekplaat en steek
de opbergruimte achter erin (al‐
leen 3-deurs hatchback).
9 Waarschuwing
Bij het niet goed vastzetten van
een krik, een wiel of andere appa‐
ratuur in de bagageruimte is er
kans op letsel. Bij een noodstop of
Verzorging van de auto
een botsing kunnen inzittenden
door voorwerpen worden getrof‐
fen.
Berg krikken of gereedschap altijd
goed vastgezet in de betreffende
opbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de ba‐
gageruimte wordt geplaatst, moet
altijd met een band worden vast‐
gezet.
Compact reservewiel
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u. In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
287