178
Rijden en bediening
■ Bij een ingeschakelde SPORT-
modus vindt het schakelen bij ho‐
gere toerentallen plaats (behalve
wanneer cruise control is ingescha‐
keld). SPORT-modus 3 185.
■ Speciale programma's passen bij
klimmen en dalen de schakelmo‐
menten automatisch aan.
■ Bij het wegrijden op sneeuw of ij of
op andere gladde ondergronden
schakelt de elektronische transmis‐
sieregeling automatisch een ho‐
gere versnelling in.
Kickdown
Bij het geheel intrappen van het gas‐
pedaal in de automatische modus
schakelt de transmissie afhankelijk
van het motortoerental naar een la‐
gere versnelling.
Storing
Bij een storing brandt controlelamp
g. U ziet bovendien een cijfercode
of voertuigmelding op het Driver In‐
formation Center (DIC). Boordinfor‐
matie 3 131.
De versnellingsbak schakelt niet lan‐
ger automatisch. Verder rijden is mo‐
gelijk door handmatig te schakelen.
Alleen de hoogste versnelling is be‐
schikbaar. In de handgeschakelde
modus kan, afhankelijk van de sto‐
ring, ook de 2e versnelling beschik‐
baar zijn. Schakel alleen wanneer de
auto stilstaat.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking kan de
keuzehendel niet uit stand P worden
gehaald. U kunt de contactsleutel niet
uit de contactschakelaar verwijderen.
Bij een lege accu hulpstartkabels ge‐
bruiken 3 288.
Is de accu niet de oorzaak van de sto‐
ring, ontgrendel dan de keuzehendel.
1. Trek de handrem aan.
2. Maak de kap van de keuzehendel
aan de voorkant van de midden‐
console los, klap deze omhoog en
draai deze naar links.