190
Rijden en bediening
Activering
Druk op L. Als de cruise control of
adaptieve cruise control eerder geac‐
tiveerd was, wordt deze uitgescha‐
keld als de snelheidsbegrenzer wordt
geactiveerd en controlelamp m dooft.
Ingestelde snelheidslimiet
Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel op RES/+
draaien of herhaaldelijk kort naar
RES/+ draaien tot de gewenste snel‐
heidslimiet op het DIC wordt getoond.
Of accelereer tot de gewenste snel‐
heid en draai het stelwiel kort naar
SET/-: de huidige snelheid wordt als
snelheidslimiet opgeslagen. De snel‐
heidslimiet wordt weergegeven op
het DIC.
Snelheidslimiet wijzigen
Als de snelheidsbegrenzer geacti‐
veerd is, het stelwiel naar RES/+
draaien om te verhogen of naar
SET/- om de gewenste snelheidsli‐
miet te verlagen.
Snelheidslimiet overschrijden
In noodgevallen is het mogelijk de
snelheidslimiet te overschrijden door
het gaspedaal stevig door de weer‐
stand heen in te trappen.
De snelheidslimiet knippert op het
DIC en, afhankelijk van de auto, klinkt
er ook een geluidssignaal.