154
Verlichting
Achterste interieurverlichting
Brandt in combinatie met de voorste
instapverlichting, afhankelijk van de
stand van de tuimelschakelaar.
Druk op s of t om handmatig in te
schakelen.
Leeslampen
Om in te schakelen s en t in de
voorste en achterste interieurverlich‐
ting indrukken.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.
Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole
De spot in de interieurverlichting gaat
aan wanneer de koplampen worden
ingeschakeld.
Instapverlichting
Welkomstverlichting
De volgende verlichting wordt korte
tijd ingeschakeld door de auto te ont‐
grendelen met de handzender:
■ dimlicht of grootlicht
■ achterlichten
■ kentekenplaatverlichting
■ instrumentenverlichting
■ binnenverlichting
■ portier- en consolelichten
■ grondverlichting
Sommige functies werken alleen
wanneer als het donker is en helpen
u om de auto te lokaliseren.