222
Rijden en bediening
Brandstofkeuzeschakelaar
Als u op LPG drukt, wordt tussen rij‐
den op benzine en rijden op vloeibaar
gas geschakeld zodra de vereiste pa‐
rameters (koelvloeistoftemperatuur,
gastemperatuur en minimaal motor‐
toerental) zijn bereikt. Hiervan is
meestal sprake na ongeveer
60 seconden (afhankelijk van de bui‐
tentemperatuur) en de eerste keer
stevig intrappen van het gaspedaal.
De LED-status toont de huidige wer‐
kingsmodus.
1 uit
= rijden op benzine
1 brandt
= rijden op LPG
1 knippert = omschakelen is niet
mogelijk, één van de
brandstofsoorten is
leeg
Zodra de LPG-tanks leeg zijn, wordt
tot aan het uitschakelen van de ont‐
steking automatisch op benzine over‐
geschakeld.
De benzinetank om de zes maanden
leegrijden totdat controlelampje i
oplicht en weer bijtanken. Zo blijft de
brandstofkwaliteit op peil en rijdt het
systeem goed op benzine.
De auto regelmatig voltanken om cor‐
rosie in de tank tegen te gaan.
Storingen en oplossingen
Loop de volgende punten na als over‐
schakelen op gas niet mogelijk is:
■ Is er voldoende LPG aanwezig?
■ Is er voldoende benzine om te star‐
ten?
Bij extreme temperaturen in combi‐
natie met de gassamenstelling duurt
het wellicht langer voordat het sys‐
teem van benzine op gas overscha‐
kelt.
In extreme situaties kan het systeem
ook weer terugschakelen naar ben‐
zine als niet aan de minimumvereis‐
ten is voldaan.
Bij alle andere storingen de hulp van
een werkplaats inroepen.
Voorzichtig
Reparaties en bijstellingen mogen
alleen door getrainde specialisten
worden uitgevoerd om de veilig‐
heid en garantie op het LPG-sys‐
teem te handhaven.
LPG heeft een specifieke geur gekre‐
gen om eventuele lekken eenvoudig
te kunnen opsporen.