Afhankelijkheid van
temperatuur
De bandenspanning hangt af van de
temperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op.
De bandenspanningswaarde die u op
het DIC ziet, is de daadwerkelijke
bandenspanning. Daarom is het be‐
langrijk de bandenspanning bij koude
banden te controleren.
Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐
den) is bereikt.
Omwille van de veiligheid wordt het
aanbevolen dat de profieldiepte van
de banden op één as onderling niet
meer dan 2 mm verschilt.
De wettelijk toegestane minimumpro‐
fieldiepte (1,6 mm) is bereikt wanneer
het profiel tot aan een van de slijtage-
indicatoren (TWI = Tread Wear Indi‐
cator) is afgesleten. De locatie hier‐
van is met markeringen op de zijkant
van de band weergegeven.
Is de slijtage voor groter dan achter,
dan de voorbanden regelmatig om‐
wisselen met de achterbanden. De
draairichting van de wielen moet de‐
zelfde als voorheen zijn.
Banden verouderen ook wanneer er
niet mee gereden wordt. Wij raden u
aan de banden om de 6 jaar te ver‐
vangen.
Verzorging van de auto
Banden- en velgmaat
veranderen
Bij het gebruik van banden met een
andere bandenmaat dan af fabriek
gemonteerd, moeten mogelijk de
snelheidsmeter en de voorgeschre‐
ven bandenspanning geherprogram‐
meerd worden en moeten er eventu‐
eel andere aanpassingen aan de auto
worden verricht.
Na montage van banden met een an‐
dere bandenmaat de sticker met de
bandenspanning laten vervangen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van ongeschikte ban‐
den of velgen kan tot ongelukken
leiden en maakt de typegoedkeu‐
ring van het voertuig ongeldig.
275