Achterruitverwarming Ü 3 37, Stoel‐
verwarming ß 3 49, Verwarmd stuur‐
wiel * 3 106.
Elke verandering van de instellingen
verschijnt gedurende enkele secon‐
den op het Info-display.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
■ Druk op AUTO, de luchtverdeling
en ventilatorsnelheid worden auto‐
matisch geregeld.
■ Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de automati‐
sche modus.
Klimaatregeling
■ Druk op n voor het inschakelen
van optimale koeling en ontwase‐
ming. De activering wordt aange‐
duid doordat de LED in de toets
brandt.
■ Stel de voorkeurtemperaturen voor
de bestuurders- en passagierskant
voorin in met de linker en rechter
draaiknop. De aanbevolen tempe‐
ratuur is 22 °C.
U kunt de snelheidsregeling van de
aanjager in de automatische modus
veranderen in het menu Instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 137.
Temperatuur selecteren
Stel de temperaturen in op de gewen‐
ste waarde.
161