Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 157
Luchtroosters ............................. 165
Onderhoud ................................. 166
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ temperatuur
■ luchtverdeling
■ luchtdebiet
■ ontwasemen en ontdooien
Achterruitverwarming Ü 3 37.
Temperatuur
rood = warm
blauw = koud
Klimaatregeling
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
s = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M = naar hoofdhoogte via de verstel‐
bare luchtroosters
K = naar de voetenruimte
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.
157